‘Financieringswet blijft tijdbom onder België’

© Karl Meersman
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Dat de federale regering zo snel een begrotingscontrole wist af te ronden heeft veel te maken met de cijfermysteries rond de financieringswet. Dat zegt Trends-redacteur Alain Mouton.

Die fiancieringswet regelt de geldstromen tussen de federale overheid en de deelstaten. Volgens nieuwe berekeningen moet de federale overheid zo’n 750 miljoen euro minder doorstorten naar de deelstaten. Kleine schommelingen in de verdeling van de personenbelasting zorgden voor deze grote meevaller voor de federale regering. Opvallend is wel dat geen enkele minister in detail kan uitleggen hoe die geldstromen functioneren.

Gevolg is wel dat Vlaanderen met een extra factuur van 400 miljoen zit opgezadeld. Het Brussels Gewest verliest 105 miljoen euro, de Waalse regering 247 miljoen euro. Vooral in Wallonië is de frustratie groot. Ten eerste omdat de PS-CDH-regering zich daar gerold voelt door de liberale MR, aanwezig in de federale regering maar niet in de deelstaatregeringen. Ten tweede omdat de budgettaire situatie van Wallonië weinig rooskleurig is. Vorige jaar boekte Wallonië een begrotingstekort van 498 miljoen euro. De regering-Magnette denkt pas in 2018 een begrotingsevenwicht te kunnen voorleggen. Als de voor Wallonië nadelige geldstromen verbonden aan de financieringswet niet wijzigen dan is dat begrotingsevenwicht een utopie.

Deze situatie waarbij de federale regering door de financieringswet plots een bonus krijgt van 750 miljoen euro toont aan dat het Belgisch financieel federalisme weinig transparant is. Dat ondermijnt de goede werking van een federale staat en zorgt voor wantrouwen tussen de verschillende regio’s.

De grootste constructiefout van het Belgische fiscaal federalisme is dat de deelstaten voor hun financiering moeten rekenen op een combinatie van dotaties en eigen fiscale middelen. Bovendien blijft die eigen fiscale autonomie zeer beperkt. De gemeenschappen hebben er omzeggens geen, de gewesten kunnen wel eigen belastingen heffen. Samengevoegd zagen de deelstaten hun fiscale autonomie met de zesde staatshervorming stijgen van 19 naar 32 procent. Dat is nog altijd een stuk minder dan de lokale overheden die 50 procent van hun inkomsten uit eigen belastingen halen.

‘Financieringswet blijft tijdbom onder België’

Bovendien hebben de deelstaten met de zesde staatshervorming extra bevoegdheden gekregen (arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg, kinderbijslag,…) maar worden de middelen voor die bevoegdheden slechts voor 87,5 procent overgeheveld. Waardoor de zesde staatshervorming eigenlijk een besparingsoperatie is die de factuur voor een deel doorschuift naar de regio’s. De 750 miljoen van de personenbelasting die nu niet wordt doorgesluisd versterkt het beeld dat het fiscaal federalisme een permanent gevecht is tussen de federale overheid en de deelstaten om de andere zo veel mogelijk te doen bijdragen tot de sanering van de overheidsfinanciën.

Studies van het Leuvense onderzoeksinstituut Vives hebben gewezen op de risico’s van zo’n rammelende financieringswet. Als de uitgaven van de lagere overheden niet gefinancierd worden met eigen belastingontvangsten geldt een geringere zichtbaarheid van de kosten van deze uitgaven. Dit geeft aanleiding tot een minder zuinig bestedingspatroon en dus tot hogere overheidsuitgaven.

Weinig transparantie voedt het wantrouwen tussen de deelstaten. Zeker bij de rijkere deelstaten bestaat de vrees dat de armere regio’s vroeg of laat zullen aankloppen bij de federale overheid. Zoals de Franse Gemeenschap in het verleden heeft gedaan toen er geen geld meer was voor het Franstalig onderwijs. De redding kwam er met het Lambermontakkoord van 2001 dat dan weer een lek sloeg in de federale kas.

Gezien de precaire situatie van de Waalse begroting is de kans reëel dat de Waalse regering vroeg of laat elders zal bedelen voor nieuwe middelen. Vraag is of Vlaanderen of de federale overheid -vooral gefinancierd door het rijkere Vlaanderen- bereid zal zijn om opnieuw de geldbeugel open te trekken.

In 1988 verdedigde toenmalig VU-vice-premier Hugo Schiltz voor een euforisch partijcongres de eerste financieringswet die hij had uitgedokterd: “Deze wet luidt het einde van België in.” Dit geldt evenzeer voor de nieuwe financieringswet die nu met de zesde staatshervorming in voege is getreden. Het blijft een tijdbom onder België. Dit land kan op termijn enkel overleven met een transparant fiscaal federalisme dat totale fiscale autonomie toekent aan de deelstaten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content