De fairness tax, die in 2013 ingevoerd werd door de regering-Di Rupo, is in strijd met de Europese richtlijn. Dat meldt de advocaat-generaal van het Europees Hof van Justitie.
De Belgische regering riep de fairness tax in het leven om vennootschappen te belasten die dividenden uitkeren maar niet of nauwelijks belastingen betalen als gevolg van de notionele-intrestaftrek en overgedragen verliezen.
N-VA, de partij van huidig minister van Financiën Johan Van Overtveldt,heeft zich altijd tegen de extra belasting van 5,15 procent op uitgekeerde dividenden verzet.
Fortum Project Finance, een filiaal van het Finse energiebedrijf Fortum, betwist de belasting bij het Grondwettelijk Hof.
In het kader van een procedure die voor het Grondwettelijk Hof tegen de fairness tax loopt, heeft dat Hof vervolgens een aantal prejudiciële vragen gesteld aan het Europees Hof van Justitie.
Volgens advocaat-generaal Juliane Kokott is de belasting niet verenigbaar met de moeder-dochterrichtlijn, zo besliste ze donderdag. De kritiek dat de fairness tax niet verenigbaar zou zijn met de vrijheid van vestiging of de facto een bronbelasing zou zijn, veegt Kokott van tafel. Toch beantwoordt de belasting niet aan de Europese regels, vindt ze.
Het probleem bestaat erin dat buitenlandse vennootschappen met een vestiging in België altijd aan de belasting onderworpen zijn als ze dividenden uitkeren en zo mogelijk belasting moeten betalen op winst die in het buitenland wordt gemaakt. Op die manier kan niet worden vermeden dat er een dubbele of meervoudige heffing ontstaat, luidt het.
De conclusie van de advocaat-generaal bindt de rechters van het Hof niet, maar in hun arrest volgen ze doorgaans wel de advocaat-generaal. (Belga/BO)
