Alain Mouton

2 miljard euro lastenverlaging is onvoldoende

Alain Mouton Journalist

De voorstellen in de formateursnota van Kris Peeters en Charles Michel om de loonkosten te verlagen zijn onvoldoende om de concurrentiekracht van de ondernemingen structureel herstellen. Er zijn niet 2 maar meer dan 8 miljard euro lastenverlagingen nodig.

Stilaan komen meer en meer elementen van de formateursnota van Kris Peeters (CD&V) en Charles Michel (MR) naar buiten. Het is uiteraard slechts een vertrekbasis voor de formatiegesprekken die moeten leiden tot een Zweedse coalitie. De nota vormt dus nog zeker geen definitief regeerakkoord. Gelukkig maar, want de voorstellen die erin vervat zitten om de loonkosten te verlagen en de concurrentiekracht van de ondernemingen te herstellen zijn een mager beestje.

Dat de werkgeversbijdragen op de lonen mogen zakken van 33 naar 25 procent is uiteraard een goede zaak. Ook dat bedrijven zouden worden vrijgesteld van sociale lasten bij de aanwerving van de eerste drie werknemers is positief. Die maatregelen zouden goed zijn voor een lastenverlaging van 2 miljard euro.

Het zijn stappen in de goede richting, maar onvoldoende om de loonkosten verregaand te verlagen en de concurrentiekracht van onze bedrijven structureel te verminderen. De loonkostenhandicap van onze ondernemingen ten opzichte van de buurlanden beloopt ongeveer 16,5 procent of bijna 25 miljard euro. Dat komt vooral omdat de werkgeversbijdragen in België tot de hoogste van Europa behoren. (zie grafiek)

2 miljard euro lastenverlaging is onvoldoende

In haar verkiezingsmemorandum stelt de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka dat de loonkostenhandicap het beste zo snel mogelijk gehalveerd wordt. Dat komt neer op een loonkostenverlaging van 8,9 miljard euro. Meer dan vier keer meer dan wat nu op tafel ligt.

2 miljard euro lastenverlaging is onvoldoende

Bovendien stelt de nota dat er ‘gestreefd’ moet worden naar een loonkostenverlaging en wel ‘tegen het einde van de legislatuur’. De Belgische bedrijven die kreunen onder de zware arbeidskosten, hebben zoveel tijd niet.

Het doet denken aan de uitspraak van de econoom Geert Noels die waarschuwde voor loonkostenverminderingen die breed in de tijd worden uitgesmeerd: ‘Het is zoals aan iemand in de woestijn zeggen dat hij te drinken krijgt wanneer hij de woestijn verlaten heeft.’

Ondertussen blijft het ook onduidelijk of de 1,3 miljard euro lastenverlagingen (drie keer 450 miljoen euro tussen 2015 en 2019) die de regering-Di Rupo heeft beloofd al of niet in de 2 miljard euro zijn opgenomen. Die 2 miljard zouden op zijn minst bovenop de al beloofde 1,3 miljard moeten komen. Anders stelt de ‘Zweedse’ loonlastenverlaging echt zeer weinig voor.

Een andere reden tot bezorgdheid is dat de loonkostenverlagingen zelden lineair zijn en dus niet alle lonen raken. De focus ligt meestal op de laagste lonen, het minder duur maken van overuren of nachtwerk. Op zich zijn dat belangrijke positieve maatregelen, maar daarmee valt een groot deel van de Belgische werknemers met een middeninkomen, vooral dan uit de bediendensector, uit de boot.

De volgende federale regering moet voor het herstellen van de concurrentiekracht en het bevorderen van de jobcreatie een krachtiger signaal geven dan wat er nu op tafel ligt. Er is nood aan een lineaire lastenverlaging van verschillende miljarden euro’s die bovenop de beloofde maatregelen van de uittredende regering-Di Rupo moet komen.

Partner Content