Thierry Vanlancker (CEO AkzoNobel): ‘Het doet pijn gezien te worden als een hapklare brok’

Thierry Vanlancker (CEO AkzoNobel) © .
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Thierry Vanlancker leidt sinds enkele maanden AkzoNobel, het Nederlandse verfconcern dat in het vizier van het Amerikaanse PPG loopt. De Gentenaar maakt zich echter geen zorgen. “Als je denkt dat wij hier als duivenmelkers zitten te wachten tot de duif komt aangevlogen, heb je het mis.”

Thierry Vanlancker (52) werd vorig jaar aan boord gehaald bij het beursgenoteerde AkzoNobel om de chemietak van de groep te leiden. Maar in maart brak een virulente overnamestrijd los na een onverwacht bod op het Nederlandse verfconcern (bekend van de merken Levis en Dulux) door de wereldmarktleider PPG (Sigma, Histor).

AkzoNobel, dat 46.000 werknemers telt, verzette zich met alle middelen tegen PPG, hoewel de activistische grootaandeelhouder Elliott Capital eiste dat het management van AkzoNobel met PPG zou praten.

Die helse periode eiste een zware tol. CEO Ton Büchner stapte deze zomer om gezondheidsredenen op, Vanlancker volgde hem op. PPG en het hefboomfonds Elliott, dat wordt gesteund door andere Angelsaksische aandeelhouders, houden zich al even gedeisd, maar weinigen twijfelen eraan dat ze later dit jaar opnieuw de druk opvoeren.

De Gentenaar, die eerder een topcarrière bij de chemiereus DuPont had, is allerminst onder de indruk.

U bent nieuw als CEO, u krijgt een nieuwe CFO omdat de vorige ook ziek is en uw ervaren voorzitter, Antony Burgmans, houdt er volgende lente mee op. En de business is lastig: u begon met een winstwaarschuwing.

THIERRY VANLANCKER: “Die winstwaarschuwing moet je in zijn context plaatsen. De cijfers werden beïnvloed door de impact van de orkaan in Houston. Vier sites waren getroffen. Dan was er een aardbeving in Mexico City, waar we een grote polymeerchemieplant hebben. En in China werden twee fabrieken stilgelegd voor milieu-inspecties in het hele industriepark. Enkele weken later kwamen PPG en onze andere grote concurrent, Sherman-Williams, bijna met een kopie van onze winstupdate. Niet verwonderlijk, want we spelen in dezelfde markten en zitten in hetzelfde schuitje. De vele wijzigingen in de organisatie geven inderdaad wat stress, maar er is een positieve dynamiek om onze doelstellingen voor 2020 (een marge op de verkoop van 15 procent tegen 12 procent nu, nvdr.) te halen.”

U hebt even een adempauze, maar zowel PPG als Elliott zal zich allicht weer manifesteren.

VANLANCKER: “Er wordt druk gespeculeerd, maar daar liggen wij niet wakker van. Wat een concurrent zou kunnen beslissen, is zijn zaak. En ik ben er niet van overtuigd dat een vijandig bod zo waarschijnlijk is als sommigen laten uitschijnen. Met Elliott heb ik de dialoog gezocht zodra zijn rechtszaken opgeschort waren. Het was daar graag toe bereid. Zijn we het over alle dingen eens? Neen, maar als je met mensen praat, heb je toch veel meer raakvlakken waar je samen aan kunt werken. Ik zou de situatie nu omschrijven als positieve twijfel. Positief in de zin dat we misschien toch een gemeenschappelijke richting uit zouden kunnen gaan. En twijfel, omdat de wonde nog vers is.”

Zoekt u ook de dialoog met Michael McGarry, de CEO van PPG?

VANLANCKER: “Niet echt. Ik zie ook geen reden om dat te doen. PPG is een concurrent. Het heeft een demarche gedaan die op niets is uitgedraaid, en daar houdt het gesprek dan ook op.”

McGarry heeft aangegeven dat het volgende bod vijandig zal zijn.

VANLANCKER: “Er is geen volgend bod, dus… (lacht). Maar om terug te komen op de redenen voor onze weigering: vooreerst zijn er de grote culturele verschillen tussen de bedrijven. Je zou ook verwachten dat ze toch enige goodwill getoond zouden hebben, omdat je toch met elkaar door één deur moet kunnen. Je kunt je dus afvragen of de brug al niet verbrand was vanaf dag één. En dan is er de waarde van het bod. Ons businessplan was minstens evenwaardig aan wat PPG voorstelde, dus was er geen noodzaak om in gesprek te gaan. Een ander punt – dat voor mij veel belangrijker was – is dat zo’n overname ertoe geleid zou hebben dat grote stukken weer verkocht zouden moeten worden. Dat heeft een impact op de waarde van de deal.”

De timing voor de afsplitsing van de chemietak, Specialty Chemicals, blijft overeind?

VANLANCKER: “Er zijn nog altijd twee scenario’s: een verkoop of een beursgang. Het doel is dat de chemietak vanaf 1 januari een zelfstandige entiteit is onder de AkzoNobel-vlag. De afsplitsing is gepland voor april 2018. Het is een zeer goede business. Het is met een lach en een traan dat we er afscheid van nemen. Maar het is voor die business beter op eigen benen te staan. En het is voor AkzoNobel beter zich te concentreren op de verfactiviteiten.”

VANLANCKER: “Na de splitsing is AkzoNobel het nummer drie, met nog steeds een omzet van 10 miljard euro. We volgen zeer dicht na PPG en Sherman-Williams. We zijn met andere woorden even hapklaar als voordien. Er wordt bovendien weleens vergeten dat AkzoNobel als enige echt groeit. Hier heerst een enorme dynamiek en een grote honger om te presteren. Wat mij het meeste motiveert, is dat AkzoNobel in veel segmenten de marktleider is, bijvoorbeeld in poedercoatings, beschermende coatings, lakken voor de scheepsbouw, coating voor hout, noem maar op. En dan doet het mij pijn gezien te worden als een hapklare brok.”

Hebt u al signalen opgevangen dat PPG een nieuw bod voorbereidt?

VANLANCKER:“Neen, en het is ook geen gespreksonderwerp tijdens managementmeetings. Om te verwijzen naar een Vlaamse volkssport: als je denkt dat wij hier als duivenmelkers zitten te wachten tot de duif komt aangevlogen, heb je het mis. We zijn echt niet bezig met wat men ons zou kunnen aandoen. Er is genoeg werk om geen tijd te verliezen met speculeren over wat ooit of nooit zou kunnen komen.”

Al die heisa heeft er wel voor gezorgd dat de gelederen gesloten zijn en uw strategie op punt staat en overal duidelijk is.

VANLANCKER: “Misschien voor een stuk wel, maar denk nu niet dat we die beslissingen hebben genomen door dat bod. De afsplitsing van chemie bijvoorbeeld speelde al veel langer. Toen ik in oktober vorig jaar bij AkzoNobel begon, was dat een van de taken die Ton Büchner aan mij en mijn voorganger gegeven had. We bekeken toen of dat nu zinvol was, en het antwoord was ja. Dat was een hele poos voor het PPG-verhaal.”

Vorig jaar was in België heel wat te doen over de overheidsinmenging in Nederland toen bpost een bod uitbracht op PostNL. Hoe sterk voelt u die inmenging nu aan?

VANLANCKER: “Dat is zwaar overdreven. Ik weet dat er veel over gespeculeerd is, maar knus samenzitten in Den Haag was dat helemaal niet. Zoals in elk groot bedrijf zijn er contacten met de overheid. Er was duidelijk morele steun vanuit Den Haag, maar ook niet veel meer dan dat. Het zou voor een industrieland als Nederland ook niet gepast zijn als de overheid daarin te actief zou zijn.”

Heeft AkzoNobel fouten gemaakt in deze overnamestrijd?

VANLANCKER: “Als je me vraagt met een lange grijze baard en pijp te vertellen over mijn lange loopbaan van enkele maanden… (lacht). Het zou niet fair zijn te zeggen wat ik al dan niet gedaan zou hebben, mocht ik Ton Büchner zijn. Hij en voorzitter Antony Burgmans hebben in eer en geweten gehandeld. Ik zat op dat moment ook mee aan tafel en ik zou niet weten wat anders gebeurd zou moeten zijn. Om Antony te citeren: “We hadden ons misschien wat bescheidener kunnen opstellen en beter uitleggen waarom we bepaalde standpunten innamen.””

Hebt u getwijfeld om CEO te worden?

VANLANCKER:“Twijfel kun je dat niet noemen, maar het vergde wel een bocht van 180 graden, weg van waar ik mijn gedachten op had gezet: het leiden van de afgesplitste chemietak. Maar ik heb bij DuPont toch bijna negen jaar wereldwijde functies gehad in performance coatings, dus die markt is mij niet onbekend.”

Waar ziet u AkzoNobel over vijf jaar staan?

VANLANCKER: “Dan zie ik ons wel degelijk de doelstellingen gehaald te hebben. Het is van moeten, maar het is ook heel doenbaar. Zoals gezegd, zijn we na de afsplitsing van chemie het nummer drie na PPG en Sherman-Williams, maar als we onze plannen kunnen uitvoeren, kunnen we een verrassingsdemarrage plaatsen.”

Leven in Nederland, gaat dat u een beetje af?

VANLANCKER: “(lacht) Een moeilijke vraag, want als ik zeg dat het hier fantastisch is, vragen ze zich af wat er met mij aan de hand is, en als ik iets negatiefs zeg, zullen ze schrijven: ‘hij is hier niet graag’. Maar Amsterdam is alleszins een fantastische stad om in te wonen.”

Heeft het u bij AkzoNobel al geholpen dat u ook filosofie hebt gestudeerd?

VANLANCKER: “Ja, maar wat zeker helpt, is dat je plezier hebt in wat je doet. En wat mij steeds motiveert – ook in mijn begindagen toen ik voor DuPont onderweg was als verkoper in België en Nederland – is het ambitieuze doel te zien en de weg te vinden om daar te geraken. Onze doelstelling voor onze verfactiviteiten is ambitieus. Het is als een bergetappe: we zullen nog zweten om aansluiting te vinden bij de kopgroep. Maar het is zeker doenbaar en dat geeft veel positieve energie. Ik ben iemand die het glas eerder als halfvol dan halfleeg ziet. Het zijn lange maar mooie dagen, al lijk ik nu wel mijn moeder als ik dat zeg (lacht).”

Thierry Vanlancker (52)

– Geboren in Gent op 3 november 1964

– Gehuwd, twee dochters

– Studies chemisch ingenieur en wijsbegeerte, Gent

– 1988: Start als sales representative bij DuPont Fluorochemicals, België

– 1993: Consultant marktontwikkeling DuPont Fluorochemicals

– 1996: Manager global technical services DuPont Agricultural Products

– 1998: Global Product Manager DuPont

– 2010-2012: VP DuPont Performance Coatings EMEA, Keulen

– 2012-2015: President Chemicals & Fluoroproducts DuPont, Genève

– 2015-2016: President Fluoroproducts, Chemours, Genève/Wilmington, VS

– 2017-2017: Lid van het uitvoerend comité van AkzoNobel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content