Marc Grynberg (CEO Umicore): ‘Europa is traag geworden’

Marc Grynberg"Ik denk dat Umicore verder had kunnen staan met een beter ondernemingsklimaat in België." © FRANKY VERDICKT
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Umicore, de wereldspeler in materialen voor schone mobiliteit en recyclage, plant nieuwe investeringen in China en Europa. België vist achter het net, tenzij het zijn vergunningenbeleid razendsnel aanpast. “Investeringen mislopen is het verhaal van België en West-Europa van de jongste twintig à dertig jaar”, zegt CEO Marc Grynberg, die ook hint op een kapitaalverhoging.

Ooit bijgenaamd Union Misère toen het bedrijf nog Union Minière heette en het door de intussen afgestoten cyclische zink- en koperactiviteiten door diepe dalen werd gesleurd, heeft Umicore zich op indrukwekkende wijze getransformeerd.

De Belgische technologiegroep is een succesvolle wereldtopper in materialen voor herlaadbare batterijen en in recyclage van edelmetalen en katalysatoren. Volgend jaar is het tien jaar geleden dat de Brusselaar Marc Grynberg er CEO werd en de toen nog erg gewaagde metamorfose van het bedrijf mocht sturen.

Er staan nieuwe forse investeringen op stapel in China, en binnenkort is Europa aan de beurt.

De 51-jarige Grynberg treedt zelden voor het voetlicht, maar in Trends schetst hij zijn strategie, die vooral wordt gedreven door de onvermijdelijke doorbraak van de elektrische auto. Umicore is de wereldleider in nikkel-mangaan-kobalt (NMC), materialen die cruciaal zijn voor de productie van de meeste oplaadbare lithium-ionbatterijen.

Zo werd sinds vorig jaar al bijna een half miljard euro gepompt in fabrieken voor NMC in China en Zuid-Korea, en is de productiecapaciteit van Umicore in amper twee jaar verzesvoudigd. Maar voor Grynberg kan het niet snel genoeg gaan. Er staan nieuwe forse investeringen op stapel in China, en binnenkort is Europa aan de beurt.

Mogelijk leidt dat tot een kapitaalverhoging, stelt Grynberg. De tweetalige handelsingenieur, die en passant de Belgische en andere West-Europese overheden de wacht aanzegt, heeft ook heel vervelend nieuws in petto voor de concurrentie.

Is de doorbraak van de elektrische auto een geluk geweest voor Umicore?

MARC GRYNBERG: “Mijn voorganger (de huidige voorzitter Thomas Leysen, nvdr) zei vaak ‘Chance is where opportunity meets preparation‘. Het is een klein beetje geluk, maar het zijn vooral beslissingen en keuzes die lang geleden werden gemaakt, en heel hard werken en heel consequent die keuzes uitvoeren, ook toen dat niet goed ontvangen werd door de markten.

Ik heb lang aan de aandeelhouders moeten justifiëren waarom wij zoveel geld wilden besteden aan onderzoek en ontwikkeling voor batterijmaterialen, terwijl mensen zeiden dat de elektrificatie van voertuigen nooit zou gebeuren.”

Het aandeel is sterk gestegen. Uw voorzitter vindt dat het mag bedaren.

GRYNBERG: “De markt beslist. Ik kan enkel zeggen dat ik niet verrast ben door de evolutie van de koers wegens de evolutie van Umicore. We beginnen de vruchten te plukken van onze investeringen.”

Is dit het ideale moment voor een kapitaalverhoging om de sprong voorwaarts te versnellen?

‘Het is niet uitgesloten dat we ons kapitaal verhogen voor een nieuwe versnelling in lithium-ionbatterijen’

GRYNBERG: “Dat is zeker een mogelijkheid. We hebben onlangs meer dan 600 miljoen euro schulden opgehaald, maar het is niet uitgesloten dat we ons kapitaal verhogen voor een nieuwe versnelling in lithium-ionbatterijen. Dat is aantrekkelijker als het bedrijf gewaardeerd is zoals vandaag.”

Hebt u al een lijst van de investeringsmogelijkheden?

GRYNBERG: “We voeren volop een programma van 460 miljoen euro uit om onze capaciteit significant op te trekken in Zuid-Korea en China, en we zijn al begonnen met de volgende investeringsfase. We zien een enorme versnelling van de vraag, in China en nu ook in Europa, vooral dankzij strengere emissienormen. Maar er is een tekort aan capaciteit, en dat zal zeker niet verbeteren.”

Zijn de volgende investeringen voor Europa?

GRYNBERG: “De volgende stap is de capaciteit nog verder uitbouwen in Azië. En daar bovenop komt een eerste stap in Europa.”

In België?

GRYNBERG: “Er zijn een aantal obstakels die wij in België en in de rest van West-Europa zien, en een ervan is snelheid. Ik geef het voorbeeld van ons investeringsprogramma van 460 miljoen euro. De laatste schijf van 300 miljoen werd goedgekeurd door onze raad van bestuur in april 2016. We zijn nu in de commissioning-fase (inbedrijfstelling) in Zuid-Korea. Dat is in minder dan achttien maanden. Wel, in achttien maanden krijg je in West-Europa nog geen bouwvergunning.”

“Ik wil zelfs niet over andere thema’s spreken, zoals energie- of arbeidskosten, want als je achttien maanden op een bouwvergunning en exploitatievergunning moet wachten, komt West-Europa niet in aanmerking voor zo’n investering.”

Samengevat, België heeft zijn kans verkeken?

GRYNBERG: “Onze politici weten wat de uitdaging is. Ik heb hen ook gezegd wat ik dacht dat hun uitdaging was om zo’n investering hier mogelijk te maken. Ik wil België of een ander land in West-Europa dus niet te snel afschrijven. Maar als we door het conventionele proces moeten van achttien maanden voor een vergunning, achttien maanden om te bouwen en dan pas de commissioning, vergeet het dan maar.”

Dus is Centraal- of Oost-Europa de ideale locatie.

GRYNBERG: “Die zijn alvast veel sneller. We zullen zien, maar als België en West-Europa nog grote industriële investeringen voor moderne technologie willen aantrekken, moet er iets aan gedaan worden. En snel. Deze investeringsbeslissing is geen kwestie van jaren, maar van maanden.”

Had Umicore verder kunnen staan met een beter ondernemingsklimaat in België?

GRYNBERG: “Ik denk het wel. Ik heb die discussie al lang gehad met ministers die wij tijdens economische missies hadden uitgenodigd voor de inhuldiging van installaties. We hebben toen de boodschap gegeven dat als België niet zo traag en log zo zijn met administratie en bureaucratie, we wellicht meer in dit land hadden geïnvesteerd.

‘Ik denk dat Umicore verder had kunnen staan met een beter ondernemingsklimaat in België’

We maken onszelf het leven hier moeilijk. Industriële investeringen mislopen is het verhaal van België en van West-Europa van de jongste twintig à dertig jaar. We zijn heel sterk in nieuwe technologie, vooral milieuvriendelijke technologie, maar we missen meestal de stap naar industrialisatie omdat wij te weinig gesteund worden voor toegepast onderzoek, en door de structurele handicaps die ik heb vermeld. Europa had zich op een andere manier kunnen positioneren. Europa is traag geworden. Ik reis geregeld naar Azië, en telkens als ik terugkom, mis ik de snelheid en het dynamisme die ik ginder vaststel.”

Zijn er genoeg grondstoffen voor de elektrische auto, zoals kobalt?

GRYNBERG: “Mensen denken dat elektrificatie heel snel zal gaan, maar dat is een beetje utopisch, want grondstoffen vormen de flessenhals. Dus ik verwacht een snelle eerste golf van elektrificatie tegen 2025 à 2027, waarbij we tot maximaal 15 à 18 procent elektrificatie gaan, en dan wellicht een kleine vertraging voor de volgende golf, want daarvoor moeten we meer grondstoffen hebben.”

Is uw eigen bevoorrading van grondstoffen gegarandeerd?

GRYNBERG: “Op korte en middellange termijn zitten we goed, maar volledig gegarandeerd durf ik niet te zeggen, omdat we niet volledig verticaal geïntegreerd zijn. Maar we zijn wél goed gepositioneerd door onze competenties in raffinage en recyclage. In tegenstelling tot veel van onze concurrenten moeten we niet noodzakelijk metaal kopen. Wij kunnen producten kopen die nog geraffineerd of gerecycleerd moeten worden. Die competenties worden kritischer naarmate de elektrificatie stijgt.”

Als ook bussen en vrachtwagens elektrisch rijden, zit u écht met een probleem.

GRYNBERG: “Daarom moeten we realistisch blijven met ons groeiprofiel, ook als we zouden zeggen dat verbrandingsmotoren worden verboden vanaf 2030. We zullen tegen 2030 nooit dicht bij 100 of zelfs 50 procent elektrificatie zitten. Het gaat veel meer tijd in beslag nemen. Substitutie lost de grondstofbottleneck niet op, want dat verlegt het probleem naar andere grondstoffen. Neem het voorbeeld van brandstofcellen, ook een heel waardevolle technologie. Om zo’n cel te laten functioneren, moet je platina hebben, maar er is te weinig platina om 100 miljoen wagens met brandstofcellen te bouwen. De andere conclusie die je kan trekken, is dat er geen enkele technologie is die 100 procent van de markt gaat innemen. Schonere verbrandingsmotoren zullen ook nog een marktpositie hebben, vooral in de zwaardere voertuigen.”

Het klopt dus deels dat elektrificatie een hype is?

GRYNBERG: “Het is geen hype. Zelfs 10 procent elektrificatie betekent al een gigantisch marktpotentieel voor de batterijindustrie. Voor een elektrische wagen met 300 km autonomie heb je ongeveer 100 kilo kathodemateriaal nodig, materiaal dat wij maken. Dat is een enorme markt.”

Rijdt u zelf met een hybride?

GRYNBERG: “Een plug-in hybride (met een rijbereik van 30 à 50 km zonder een brandstofmotor te moeten gebruiken, nvdr). Een fantastisch model. Wat onze regering zegt over hybrides (de regering bouwt het fiscale gunstregime voor plug-inhybrides af, nvdr), is belachelijk en schandalig.

‘De afbouw van het fiscale gunstregime voor plug-inhybrides is een schande voor ons land’

De autonomie van mijn wagen is beperkt tot 30 km, maar ik woon op 20 km van het kantoor, dus ik rijd bijna altijd zuiver op elektriciteit. Ik begrijp dus niet dat onze regering dat omschrijft als valse hybrides en met zo’n maatregel afkomt, vooral in een land dat de luxe heeft een van de beste spelers in technologie voor elektrificatie en hybridisatie te hebben. Ik heb er geen andere woorden voor: dit is een schande voor ons land.

“Plug-inhybride is de perfecte oplossing voor mensen – en zo zijn er heel veel – die weinig rijden of vooral in de stad rijden en de verbrandingsmotor hebben voor een beperkt aantal gelegenheden. En dat is een kleinere verbrandingsmotor die heel zuinig is. Niet iedereen kan zich een Tesla permitteren met 300 km autonomie en niet iedereen moet dat ook hebben. Dus ja, ik ben echt geïrriteerd.”

Boezemt de concurrentie u schrik in?

GRYNBERG: “Ik heb geen schrik van de concurrentie, want we winnen duidelijk marktaandeel en zijn technologisch ijzersterk. Wij hebben ook het voordeel dat wij door onze heel vroege positionering al lang samenwerken met de klanten en de klanten van onze klanten.

De kloof met onze concurrenten wordt groter en ik wil dan ook volledig gebruik maken van deze window of opportunity in de komende drie à vijf jaar om die kloof nog veel groter te maken, gigantisch groot.”

Uw concurrent Johnson Matthey werkt aan technologie die efficiënter en milieuvriendelijker zou zijn.

GRYNBERG: “Er zijn mensen die, omdat zij laat in het segment van batterijmaterialen proberen te stappen, de behoefte hebben dingen aan te kondigen. Dus zal je veel lezen over nieuwe technologie en doorbraken, maar er is niks in de maak dat relevant is en dat wij niet zouden hebben. Ik heb daar geen schrik van. Wanneer zij op de markt komen, zal onze kloof met hen zodanig groot zijn dat de inspanningen die ze nu leveren achteraf zullen gezien worden als marginaal.”

Er zitten wel andere grote spelers op NMC, zoals BASF.

GRYNBERG: “BASF heeft meer ambitie dan business, en is het geen concurrent. Er is wel Sumitomo Metals & Mining, de leverancier van Panasonic dat de batterijen maakt voor Tesla. En je hebt een beperkt aantal spelers die gekwalificeerd zijn voor elektrische- en hybride-autotoepassingen, zoals Nichia uit Japan en een paar Chinese spelers.”

Kan NMC nog verbeteren?

GRYNBERG: “Er staat de volgende twintig jaar genoeg op de agenda van onze onderzoekscentra om NMC naar een volgend prestatieniveau te brengen. Dat is het voordeel van al lang bezig te zijn in dat segment. Terwijl concurrenten nog hun prioriteiten stellen om op de markt te komen, zijn wij al bezig met dingen die binnen 10, 20 of 25 jaar op de markt kunnen komen.”

De productie van batterijen voor elektrische auto’s heet heel vervuilend te zijn.

GRYNBERG: “Dat is niet zo. Je moet kijken naar de volledige levenscyclus van een wagen. De balans is veel beter voor de elektrische wagen, rekening houdend met de impact van de productie van de batterij, van grondstoffen en de recyclage aan het einde van het leven van de batterij.

‘Hier wordt veel te veel elektriciteit geproduceerd met steenkool. Dat is onzin.’

Maar wat nog te weinig in rekening wordt gebracht, is de bron van elektriciteit. We moeten in Europa elektriciteit nog veel meer uit CO2-arme bronnen halen. Het vraagt tijd om het percentage hernieuwbare elektriciteit op te trekken, en intussen blijft nucleair de meest CO2-vriendelijke optie. Hier wordt veel te veel elektriciteit geproduceerd met steenkool. Dat is onzin.”

De recyclageafdeling was jullie goudhaantje.

GRYNBERG: “Dat is het nog altijd. Het rendement blijft schitterend en we doen de investeringen om die activiteit te laten groeien. Ik ben tevreden over de vooruitzichten. De concurrentie is wel iets intenser geworden, want er zijn steeds meer mensen die de waarde van recyclage zien.

De volgende grote stap daarin is de recyclage van lithium-ionbatterijen. Tot 2025 zal dat vrij klein blijven, maar dan begint dat een kritische massa te krijgen, en wordt dat een cruciale bron van grondstoffen die de tweede groeigolf van Umicore kan steunen en voeden.”

Umicore voedt zichzelf?

GRYNBERG: “Dat is het idee, een closed loop. Binnen tien jaar begint dat segment te stijgen en wordt het wellicht ook gigantisch. Zo’n lithium-ion-autobatterij weegt honderden kilo’s. Als je dat vermenigvuldigt met miljoenen wagens, betekent dit dat je een heel grote business kan uitbouwen om die batterijen te recycleren en de grondstoffen te recupereren.”

En hoe gaat het met de katalysatorenbusiness?

GRYNBERG: “De elektrificatie zal veel tijd in beslag gaat nemen. Intussen is er een enorme behoefte aan schonere verbrandingsmotoren, dus zal de katalysebusiness heel sterk toenemen in de komende tien à twintig jaar. Er zit vooral groeipotentieel in China en vooral in vrachtwagens en tractoren. De tolerantie voor vervuiling is er veel lager dan vroeger.”

We zien u niet op recepties of netwerkevenementen?

GRYNBERG: “Ik doe dat heel selectief. Ik word er niet gelukkiger van als ik in de schijnwerpers sta, maar werk om Umicore in de schijnwerpers te brengen. Ik werk het efficiëntst als ik discreet in bilaterale discussies of in een kleine groep kan werken.

Zo heb ik een heel groot netwerk opgebouwd. Face to face, de persoonlijke interactie met executives bij klanten, grote leveranciers en overheden, is veel belangrijker dan netwerkevenementen.”

Blijft u Umicore de komende tien jaar leiden?

GRYNBERG: “Als het van mij afhangt, heel graag. Aan energie ontbreekt het me niet, en zal het me ook niet ontbreken, omdat de passie er is. De vraag is natuurlijk is of het gezond is voor een bedrijf om twintg jaar dezelfde leider te hebben. Op een zeker moment moet je een nieuw elan en een nieuwe creativiteit aan het bedrijf kunnen geven. We zullen dus zien, maar ik ben zeker vragende partij om dit boeiende avontuur voort te zetten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content