‘Je baas kan je niet gelukkig maken’

ARNOUT VAN DEN BOSSCHE "We nemen het zo ernstig, het plannen van een carrière." © JONAS LAMPENS
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Sinds Arnout Van den Bossche het ideale recept voor een burn-out op de planken brengt, krijgt hij de meest uiteenlopende reacties. Laatst nog, van een vrouw die op het werk lege papieren print om zich bezig te houden. “Mensen lachen met de overheid, maar in multinationals is het nog erger.”

“Ik zit op een wit paard”, bericht Arnout Van den Bossche (43) kort voor hij ons komt ophalen. Niet dus. Hij zit in een grijze Passat. “Vroeger zei ik dat je me kon herkennen aan het opgezette konijn onder mijn arm. Dat kwam ook niet altijd goed.” Vroeger reed Van den Bossche met een Audi A4 en kreeg hij naar eigen zeggen een managersloon. Hij is ingenieur van opleiding en werkte bij Siemens, Bosch en Proximus, voor hij in 2009 Humo’s Comedy Cup won. Het was voor hem het signaal om ontslag te nemen, zich een tweedehandswagen aan te schaffen en te kiezen voor een carrière als stand-upcomedian. “Een ondernemer vroeg me bezorgd: ‘Arnout, is daar wel vraag naar?'”

Blijkbaar wel. In zijn pak en met zijn whiteboard reist Van den Bossche België en Nederland rond voor zijn tweede show: Burn-out voor beginners. Het gelijknamige boek verschijnt volgende week, en ondertussen speelt Van den Bossche zijn show ook in het Frans en het Engels. “Er zit een zeker internationaal gehalte aan wat ik breng. De kern slaat aan bij een breed publiek.” Dat publiek mag zich verwachten aan het recept om zo snel mogelijk een burn-out op te lopen en aan heel wat sneren richting managers.

“Tijdens elke show vraag ik aan een manager in de zaal wat hij eigenlijk kan. Het wordt elke keer stil. Als ik vraag wat er zou gebeuren als ze er niet meer zijn, antwoorden ze soms dat de boel dan niet langer zou draaien. Terwijl ze meestal wel voelen dat dat niet waar is”, zegt Van den Bossche. “Daarom beginnen sommige CEO’s ook een fietshandel of een pralinewinkel. Ze willen resultaat zien van hun werk. Veel managers hebben minder dan een voltijdse baan. Ze gaan van bilateraal overleg naar een teammeeting, en daarna naar de volgende vergadering. Ze zijn druk bezig, maar doen niets.”

Bracht de crisis daar geen verandering in?

ARNOUT VAN DEN BOSSCHE. “Nee. Mensen die met de juiste competentie op de juiste plaats zitten, zullen altijd overwerkt zijn, maar ik kom ook gigantisch veel mensen met een topbaan tegen die aan het einde van de dag niet weten wat ze eigenlijk hebben gedaan. Vorige week kwam iemand die bij de overheid werkt me vertellen dat ze sporadisch lege papieren print, om toch maar een reden te hebben om naar de printer te lopen. Zelf kreeg ik ooit het verbod om nog te werken, omdat mijn baas de indruk wilde wekken dat ons team te klein was en hij meer mensen nodig had. Ik vrees dat, als we eerlijk zijn, er niet genoeg te doen is als we allemaal efficiënt zouden werken. Daarom houden we elkaar maar bezig. Wat zou er anders gebeuren? We zouden op straat rondhangen, roddelen, vechten. Wij kunnen niet zoals een bende leeuwen een beetje liggen na het eten (lacht). Je kunt lachen met de overheid als het daarover gaat, maar in multinationals zie je dat nog veel meer.”

Was u zelf ooit manager?

VAN DEN BOSSCHE. “Ik ben projectmanager geweest. Ik heb mensen moeten aansturen, maar ik heb nooit rechtstreeks mensen onder mij gehad.”

Kunt u het beroep van manager dan wel juist inschatten?

VAN DEN BOSSCHE. “Let op, ik heb het niet over de mensen die de strategie van een bedrijf uitstippelen. Maar iemand die vakantiedagen goedkeurt en controleert of mensen op tijd komen? Sorry hoor, die moet je niet hoger waarderen dan een vakman. De Nederlandse manager Paul Verburgt, die onder meer voor KPN werkte, schrapt daarom het middelmanagement overal waar hij komt. De volgende stap is dat medewerkers hem persoonlijk toestemming moeten vragen als ze willen vergaderen. Managers en vergaderingen creëren volgens hem toch maar een comfortzone die medewerkers ertoe aanzet hun verantwoordelijkheden af te schuiven.

“Ook in de hele burn-outdiscussie wijzen mensen te vaak naar de ander. De overheid moet een wetgevend kader creëren, de manager moet meer tijd besteden aan dit of dat. Terwijl de manager juist niets moet. Je baas kan je niet gelukkig maken. Je bent verantwoordelijk voor je eigen geluk. Als medewerker moet je bepalen tot waar je gaat. Er is een spreekwoord dat zegt: als de keizer langskomt, dan buigt de boer zich diep en laat een scheet. Dat durven mensen niet meer. We nemen het allemaal zo ernstig, het inplannen van een carrière.”

Zegt u nu dat een burn-out iemands eigen schuld is?

VAN DEN BOSSCHE. “Dat is wel heel kort door de bocht. Als je bijvoorbeeld niet mee evolueert met de nieuwe technologie en daardoor jaar na jaar merkt dat je minder belangrijk wordt in je bedrijf, dan ligt dat aan jezelf. Maar er bestaan natuurlijk ook ziekmakende mensen en omgevingen. Veel bedrijven vragen meer en meer van mensen en geven daar niets voor terug. Ze voorzien alleen in lapmiddelen, zoals een gesprek met een psycholoog of een cursus om jezelf te leren kennen.”

Boeken bedrijven ook u niet als lapmiddel?

VAN DEN BOSSCHE. “Dat vraag ik me niet af (lacht). Ik wil mensen ook wel een spiegel voorhouden, maar ik wil vooral dat ze hun beroepsleven even kunnen relativeren. Lach er eens mee…”

En neem dan ontslag?

VAN DEN BOSSCHE. “Dat hoeft niet. Je kunt ook met hart en ziel pakweg jeugdtrainer zijn bij een provinciale club en alleen werken om geld te verdienen. Daar is niets mis mee, maar besef dan wel dat het een keuze is. Veel mensen durven niet naar hun hart te luisteren. Ik was vroeger ook zo, ik veranderde ook van baan om de verkeerde redenen. Ik keek bijvoorbeeld waar ik een Audi A4 kon krijgen in plaats van een Golf. Zo trap je in de val, zit je vast in een leven op automatische piloot dat je niet gelukkig maakt. Mijn huidige baan is soms ook heel lastig, ik huil geregeld, maar ik zit wel zelf aan het stuur. Regelmatig komen mensen met een goede baan, een knappe auto en een mooi huis me schoorvoetend vragen hoe ik het doe en of ik rondkom. Zulke mensen denken vaak nog dat ze hun levensstandaard hoog moeten houden, maar dat hoeft toch helemaal niet? Eten, drinken, slapen en liefhebben. Meer moet je niet doen. Mensen gaan gigantische leningen aan, bijvoorbeeld omdat het vrouwke een mooie keuken wil. Dan ben je gezien, hè.”

Uw echtgenote wist dat ze die mooie keuken op haar buik kon schrijven?

VAN DEN BOSSCHE. “Dat is nog altijd een frustratie van haar (lacht). We zitten nu in de fase dat we erover kunnen praten. Ik weet ondertussen wat ik kan en dat geeft een gigantisch zelfvertrouwen. Stel dat mijn comedycarrière morgen stopt, dan weet ik dat ik binnen het jaar wel een draaiende zaak in een andere sector zal hebben. Dat geeft rust.”

Het is niet voor iedereen zo makkelijk een nieuwe baan te vinden.

VAN DEN BOSSCHE. “Er is altijd een weg. Als je met je rug tegen de muur staat, vind je altijd iets. In een crisissituatie krijg je plots ideeën waar je nooit aan zou denken als het goed gaat. Alleen vertrouwen mensen daar niet voldoende op. Ze zijn bang voor het onbekende en voor afwijzing. Daarom kiezen ze niet voor zichzelf.”

U maakte die keuze wel en kreeg een burn-out toen u al comedian was.

VAN DEN BOSSCHE. “Ik ben precies in dezelfde val getrapt, ik heb te lang voor zekerheid en geld gekozen. Ook uit angst, want ik had geen inspiratie voor een volgende show. Eigenlijk had ik gewoon een halfjaar lang mijn spaargeld moeten opsouperen, maar ik ben blijven toeren. Bezoekers van de show begonnen te zeggen dat ze zeker naar de volgende zouden komen kijken, omdat die waarschijnlijk ook goed zou zijn. Terwijl ik nog maar vijf minuten materiaal had dat eigenlijk niet sterk genoeg was. Overal voelde ik me opgesloten. Vaak zat die opsluiting in mijn eigen hoofd, besef ik ondertussen.

“Nu weet ik dat een burn-out bij mij altijd op de loer zal liggen, omdat ik soms te veel doe wat anderen vragen of verwachten. Toen ik enkele jaren geleden tegen die burn-out aanliep, heb ik daarom tegen mezelf gezegd: onnozelaar, je hebt de beste baan ter wereld en toch zit je hier depressief te wezen. Stop ermee. Ik ben gaan lopen en het was gedaan. Klik.”

Dat zal niet voor iedereen werken.

VAN DEN BOSSCHE. “Dat is het recept dat ik kan aanbieden. Voor de een werkt dat, voor de ander niet. Veel artiesten grijpen bijvoorbeeld eerder naar drank en drugs. Ik begin dat te begrijpen.”

Waarom?

VAN DEN BOSSCHE. “Toen ik nog in loondienst werkte, had ik stress, maar nu is het vaak extremer. Stel dat er iets persoonlijks gebeurt. Dat interesseert mensen niet, jij moet op het podium staan. Doe je dat goed, dan ben je de held. Ik vraag me af hoe gezond het is in heel korte tijd zo veel extreme emoties door te maken. Vaak rijd je na een applaus naar een huis waarin iedereen slaapt. Als je ‘s ochtends opstaat, hoor je dat de vuilnisbakken buiten moeten. Daarna zit je alleen. Wat moet je dan de hele tijd doen voor je de volgende show speelt? Ik zoek nevenprojecten, want ik ga dood aan die routine.”

Waarom speelt u dan voor het tweede jaar op rij dezelfde show?

VAN DEN BOSSCHE. “Ik heb nog altijd veel voldoening van de lach en de reacties achteraf. Ik voel dat ik mensen echt help. Trek ik nu de stekker uit de show, dan breek ik bovendien iets af waar ik jaren aan heb gebouwd. Ik spreek nu puur als ondernemer, maar alle mensen die succesvol zijn – Madonna, Katy Perry, noem maar op – zijn verdomd goede ondernemers. Ze maken keuzes, geven anderen onder hun voeten als ze hun werk niet doen en omringen zich met de juiste mensen. Ook ik ben heel selectief in de mensen met wie ik samenwerk. Ze moeten ook niet met mijn voeten spelen, want dan zullen onze wegen snel scheiden. Daar ben ik hard in.

“Aan het eind van de rit moet alles kloppen en dat is stilaan het geval, na een hele zoektocht. Ik heb een heel ander profiel dan mijn collega’s, ik ben ook geen tv-ster. Ik heb nochtans lang geprobeerd als de coole komiek op het podium te staan, in T-shirt en met een pint in de hand. Tot ik een whiteboard meenam omdat ik mijn tekst niet kon onthouden. Pas toen ik na een dag werken ook mijn kostuum aanhield, zat alles juist. Ondertussen ben ik heel blij dat het pak deel uitmaakt van mijn rol. Daardoor kan ik gemakkelijker afstand nemen van mijn dagelijkse leven als ik het podium opstap, en omgekeerd. Al zijn er altijd wel comedians die vinden dat het niet klopt als je niet volledig als jezelf op het podium staat.”

Krijgt u kritiek van collega’s?

VAN DEN BOSSCHE. “Er was een tijd dat het voor andere comedians vooral handig was dat ik een bedrijfswagen had en dat ik hun chauffeur was (lacht). Ik hoorde er eigenlijk niet bij, dat heb ik lang gevoeld. Ondertussen krijg ik wel een diep respect, omdat ik er op een andere manier in slaag een publiek te trekken.

“Ach, ik voel me ook gewoon niet snel ergens thuis. Van ondernemers word ik soms gek omdat ze zoveel plannen maken, van artiesten vind ik soms dat ze iets moeten doen met hun leven in plaats van rond te hangen. Het leven is te mooi om maar één ding te doen, maar dat krijg je niet verkocht op de arbeidsmarkt. Daarvoor moet je dan toch zelfstandige worden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content