‘Italiaanse bankenredding tast geloofwaardigheid Europese regels aan’

© reuters
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

“De Europese regels voor de liquidatie van noodlijdende banken zijn niet waterdicht”, besluit CEPS-directeur Karel Lannoo, nadat Italië twee banken heeft gered met overheidsgeld.

Twee Italiaanse banken die al langere tijd in ademnood verkeerden, moesten dit weekend worden opgedoekt. De Europese toezichthouder, de Europese Centrale Bank, had vrijdagavond beslist dat Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca niet langer levensvatbaar waren. Ze kreunden al een hele tijd onder de slechte kredieten op hun balans en inspanningen om nieuwe privé-investeerders aan te trekken leverden niets op.

Eigenaardig genoeg werd de afwikkeling van de twee banken niet overgelaten aan de Europese Single Resolution Board, maar aan de Italiaanse overheid. Officieel luidt het dat Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca geen systeembelangrijke banken zijn. Ze zijn te klein en te regionaal, waardoor ze geen gevaar vormen voor de stabiliteit van het Europese financiële systeem en een Europese interventie niet nodig was.

Karel Lannoo, de directeur van de Europese denktank CEPS, vindt dat een merkwaardige redenering: “De Europese regels zijn duidelijk. Ofwel zijn banken systeembelangrijk, en dan staat de Single Resolution Board in voor de afwikkeling. Ofwel zijn ze dat niet, maar dan moeten ze failliet verklaard worden. Maar in dit geval worden ze opgedeeld na een financiële tussenkomst van de Italiaanse overheid. Daarbij moet de Italiaanse staat diep in de buidel tasten. Ik heb een sterk vermoeden dat men hier een loopje neemt met de nieuwe Europese regels voor de liquidatie van banken. Dat is verontrustend.”

17 miljard euro

De Italiaanse regering besliste dit weekend om 17 miljard euro overheidsgeld uit te trekken om de twee Venetiaanse banken op te doeken. Daarvan gaat meer dan 5 miljard euro naar de grootbank Intesa Sanpaolo, die de goede stukken van de banken opslorpt en dankzij de overheidsinbreng zijn kapitaalratio’s op peil kan houden. De slechte kredieten worden in een bad bank ondergebracht, waarvoor de Italiaanse staat zich ten belope van 12 miljard euro garant stelt.

De hele operatie gebeurde volgens de Italiaanse faillissementswetgeving en werd goedgekeurd door de Europese Commissie. Dat verbaast Lannoo: “De nieuwe Europese bankenregels hadden net tot doel dat de belastingbetaler niet meer zou moeten opdraaien voor de redding van een bank. Eerst moeten de obligatie- en eventueel de grote depositohouders mee in het bad getrokken worden. Dat is enkele weken gebeurd bij de afwikkeling van Banco Popular in Spanje. Maar wat in Spanje kan, kan blijkbaar niet in Italië.”

Lannoo vindt het kwalijk dat het toch weer de belastingbetaler is die in Italië moet opdraaien voor probleembanken: “De kern van de zaak is natuurlijk dat veel kleinere Italiaanse banken hun eigen achtergestelde obligaties geplaatst hebben bij spaarders en depositohouders. In geval van faillissement zouden vele duizenden Italiaanse gezinnen centen verloren hebben. Daarom wilde de Italiaanse overheid voorkomen dat schuldeisers of depositohouders getroffen zouden worden.”

De Financial Times schreef maandag dat Italië erin slaagde de Europese regels te omzeilen door een clausule van ‘algemeen belang’ in te roepen. Een faillissement van de twee banken zou de economie in de regio Veneto, de tweede meest welvarende van Italië, een zware klap toegediend hebben. Tienduizenden kmo’s dreigden zonder financiering te vallen.

Fatale klap

In elk geval komt de Italiaanse reddingsoperatie de geloofwaardigheid van de Europese bankregels niet ten goede. “Voor Amerikaanse investeerders is dat allemaal heel verwarrend”, zegt David Hendler, een kredietanalist uit New York. “Het lijkt wel alsof elke probleemsituatie kan leiden tot een specifieke interventie, die afhangt van tal van factoren.”

Ook Karel Lannoo pleit voor een grotere uniformiteit in de aanpak van een probleembank: “Europa heeft een grote stap voorwaarts gedaan met de afwikkelingsstructuren die zijn opgezet, maar er blijft veel werk om de regels consistent uit te voeren. Er zijn nog te veel gaten in de hele constructie.”

Volgens het Duitse Europarlementslid Markus Ferber dienen de Italianen, met de instemming van de Europese Commissie, het project van de Europese bankenunie een fatale klap toe: “De bankenunie ligt op haar sterfbed. De belofte dat de belastingbetaler niet langer zou moeten opdraaien voor falende banken is voorgoed gebroken.”

Moeilijke papieren

Hoe moet het nu verder in Italië? De noodlijdende bank Monte dei Paschi di Siena zou deels met overheidsgeld geherkapitaliseerd worden (een zogenaamde ‘voorzorgs-kapitaalverhoging’ door de overheid is toegelaten mits de bank solvabel is, nvdr). Maar de Europese Commissie eist dat privéinvesteerders de portefeuille slechte kredieten overnemen. Voorlopig lijkt niemand daar zin in te hebben en komt het reddingplan niet van de grond.

Ook enkele kleinere Italiaanse banken, zoal Banca Carige en Crediop, zitten nog in moeilijke papieren. “Als je weet dat een derde van de slechte kredieten in de Europese Unie op de balans van de Italiaanse banken staat, mag je veronderstellen dat er nog diverse kleinere Italiaanse banken problemen hebben”, zegt Lannoo. “Eigenlijk zou men die gewoon failliet moeten laten gaan.”

Dat is het verschil tussen Spanje en Italië, besluit de directeur van CEPS: “De Spanjaarden hebben enkele jaren geleden hun banksector grondig opgekuist. Enkel Banco Popular wilde toen niet meedoen, en die is onlangs op een correcte manier, zonder één euro overheidsgeld, bij Santander ondergebracht. In Italië heeft men de opkuis altijd maar uitgesteld. Slechte kredieten werden verlengd en geherfinancierd, en zo schoven de Italianen de problemen voor zich uit.”

Er is gelukkig één troost: voor een Europese bankencrisis zoals in 2008 moeten we niet vrezen. De Italiaanse banken met problemen zijn te klein om een domino-effect te veroorzaken. De twee Italiaanse grootbanken, Unicredit en Intesa Sanpaolo, zijn er relatief goed aan toe. Ook zij hebben veel slechte kredieten in portefeuille maar ze slaagden erin hun kapitaalbuffers te versterken. Unicredit haalde enkele maanden geleden 13 miljard euro vers kapitaal op. En Intesa krijgt nu 5 miljard van de overheid voor de goede brokken van Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content