Hoe Vlaanderen een voorbeeld kan nemen aan Singapore

SINGAPORE "De Singaporese overheid heeft de mentaliteit van systeemingenieurs." © Emy Elleboog
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Al meer dan een halve eeuw is Singapore een ononderbroken groeisucces. Hoe speelt het kleine eilandje dat klaar? En wat kan Vlaanderen daarvan leren? De Vlaamse econoom Rik Ghesquiere, die er jaren woonde en werkte, schreef er een boek over.

Aan de top komen is moeilijk, aan de top blijven het moeilijkst. Van 1960 tot 2000 was Singapore de snelst groeiende economie ter wereld.

In die veertig jaar bedroeg de jaarlijkse groei van de stadstaat gemiddeld 8 procent, stelt Rik Ghesquiere, een gewezen econoom van het Internationaal Monetair Fonds.

De voorbije jaren is die vaart er wat uit, maar toch bedroeg de groei nog een forse 4 procent. Daar kan Vlaanderen, dat net als Singapore zijn groeispurt in de jaren zestig aanvatte, alleen maar van dromen.

Hoe is Singapore – een eiland zonder grondstoffen, met de omvang van een derde van een Vlaamse provincie – daarin geslaagd? En wat kan Vlaanderen ervan opsteken? Ghesquiere besloot er een boek aan te wijden. Hij kent het terrein. De laatste jaren van zijn loopbaan woonde en werkte hij in Singapore. Hij was hoogleraar aan de Nationale Universiteit van Singapore.

De beste leerling

In 1960 was Singapore een derdewereldlandje met schamele hutten. Ongeschoolde en ongeschoeide kinderen liepen er rond in steegjes met open riolen.

Vandaag is het een kraaknette, kosmopolitische stadstaat waar duizenden hooggeschoolden werken in technologische spitssectoren.

In 2014 bedroeg het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking omgerekend 56.000 dollar. Dat was meer dan in de Verenigde Staten (54.000 dollar) en België (47.000 dollar).

Ondanks de etnische diversiteit heerst er harmonie. De levensverwachting behoort er tot de hoogste ter wereld.

Begroting

Daarvoor hoefde de overheid zich niet blauw te betalen. Zo bedroegen de overheidsuitgaven tussen 2011 en 2015 gemiddeld 16 procent van het bbp, tegenover 52 procent in België.

In de voorbije vijftig jaar boekte de Singaporese begroting zelden een tekort. Het eiland heeft ook geen nettostaatsschuld. De activa van de overheid zijn veel groter dan de passiva. Dat komt doordat Singapore zijn begrotingsoverschotten jarenlang in de hele wereld heeft belegd, zodat het elk jaar dividenden opstrijkt, die worden geschat op 5 procent van het bbp.

Terwijl België rentelasten betaalt, investeert Singapore zijn dividenden in gezondheidszorg, onderwijs en infrastructuur.

Walhalla

Hoe kon Singapore uitgroeien tot zo’n economisch walhalla? Het begon met een glasheldere deal tussen de politieke leiding en het volk.

De sterke man – Lee Kuan Yew, een begaafd jurist, die was opgeleid in Cambridge – maakte in 1965 een belofte aan Singapore: welvaart en kansen voor iedereen, in ruil voor zelfdiscipline.

De Singaporese overheid zegt de waarheid, zonder dat ze daarmee stemmen verliest

Lee omringde zich met briljante geesten. Hij bleef bijna dertig jaar eerste minister. De welvaart kwam er, zodat de deal standhield, tot vandaag.

De zelfdiscipline, het ene deel van de deal, bestaat uit zuinigheid, wat massale investeringen in binnen- en buitenland mogelijk maakt. Met een spaarquote van 53 procent behoren de Singaporezen tot de vlijtigste spaarders ter wereld. Ze moeten wel, het sociale vangnet is minimaal.

Enkel voor de allerarmsten, die niet kunnen werken en die geen kinderen hebben die voor hen kunnen instaan, is er een bestaansminimum. De rest moet zich overwegend behelpen met privéverzekeringen.

Er is een goed uitgekiende gezondheidszorg, met bijvoorbeeld een hoger remgeld voor minder essentiële zorg, zodat het systeem slechts 5 procent van het bbp kost, tegenover 11 procent in België en 18 procent in de VS.

Soepele arbeidsmarkt

Discipline betekent ook een zeer soepele arbeidsmarkt zonder minimumloon – dat hoeft ook niet als de lonen constant stijgen – en zonder werkloosheidsvergoeding.

“Er is ook omzeggens geen werkloosheid”, aldus Ghesquiere.

De lokale bedrijven moeten bij de les blijven, want de grenzen staan wagenwijd open voor buitenlandse concurrenten. Een baantje bij de overheid biedt geen toevlucht. Singapore houdt het aantal ambtenaren en politici beperkt.

Enkel de allerbeste talenten krijgen toegang. Ze zijn niet zeker van hun loopbaan, tenzij er resultaten op tafel komen. Corruptie hoeft niet: de Singaporese ambtenaren en politici behoren tot de best betaalde ter wereld.

Onderwijs van wereldklasse

Het andere deel van de deal, de kansen, bestaat uit een onderwijs van wereldklasse, dat toegankelijk is voor elk kind, ongeacht zijn afkomst of sociale klasse. Het leidt tot opwaartse mobiliteit en sociale cohesie in het multi-etnische Singapore.

Zwakke leerlingen krijgen intense persoonlijke begeleiding. “Het onderwijs wil de tragere lopers doen versnellen, in plaats van de snellere lopers te vertragen”, zegt Ghesquiere.

Ook aan huisvesting voor de snelgroeiende bevolking is gedacht: lagere-inkomensgroepen kunnen rekenen op subsidies voor het verwerven van een eigen woning.

En het sociale overleg werkt. Vakbonden, werkgevers en overheid vinden elkaar regelmatig in akkoorden die het algemeen belang dienen, zoals bij de loonsverlaging tijdens de recessie van 2009, om de werkgelegenheid te beveiligen.

Het recept

De diepe kracht van Singapore is consensus, opgebouwd via dialoog en langetermijndenken. Veel landen sukkelen van de ene crisismaatregel naar het andere lapmiddel. Singapore denkt eerst goed na, met iedereen, en niet alleen over het plan, ook over de uitvoering. “Ze hebben de mentaliteit van systeemingenieurs”, zegt Ghesquiere.

“Een politicus – ook een minister – moet om de twee weken naar een volksvergadering in zijn district”, weet Ghesquiere. “Daar mogen alle relevante vragen worden gesteld, ook de moeilijkste.”

Zo’n maatschappelijk klimaat maakt veel mogelijk, zelfs het onmogelijke. Singapore heeft een overheid die de waarheid zegt, zonder dat ze daarmee stemmen verliest. Beleidsfouten zal de regering niet vergoelijken, maar openlijk toegeven.

De dialoog staat open, wat de voedingsbodem wegneemt voor ideologisch dogmatisme, eng groepsbelang en polarisatie.

Vlaanderen is een land op leeftijd, verzakt in behoudzucht.

De kern van het recept is rekenschap. Singapore heeft een deskundige en goed betaalde bestuurlijke elite, die in ruil verantwoording moet afleggen. De transparantie over de resultaten is maximaal. Dat versterkt het vertrouwen in het overheidsbeleid.

Een kwestie van attitude

Singapore had destijds weinig keuze. Toen het in 1965 uit de Maleise Federatie gegooid werd, stond het plots alleen op de wereld. Het trauma maakte de samenleving klaar voor een radicale ommekeer. En Vlaanderen? “We zijn een land op leeftijd, verzakt in behoudzucht”, zegt Ghesquiere.

Het probleem zit dus tussen de oren. Om een ommekeer te realiseren, moet Vlaanderen zich weerbaar, coöperatief en vooral onbevreesd opstellen, besluit het boek. Wie onbevreesd is, erkent het gelijk van de ander en komt tot de noodzakelijke consensus.

Terwijl Vlaanderen uit angst voor de toekomst energie verspilt aan discussies over inkomensverdeling, investeert Singapore in ontwikkelingskansen voor iedereen.

“Geen vetocratie maar samenspraak”, vat Ghesquiere samen. “Geen emotionaliteit, maar rationaliteit. Niet klagen en aanklagen, maar collectief oplossingen zoeken. Ik heb geen bekeringsdrang. Ik zeg gewoon hoe Singapore het gedaan heeft.”

Rik Ghesquiere, Ochtendrood in Avondland. Kan Vlaanderen leren van Singapore?, Brave New Books, 240 blz., 28,95 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content