De Amerikaanse autoriteiten willen de Franse grootbank BNP Paribas een boete opleggen van meer dan 10 miljard dollar omdat de Franse bank diensten leverde aan landen zoals Soedan en Cuba, waartegen de Amerikanen sancties uitgevaardigd hebben.
Volgens een bron bij het persagentschap Bloomberg zou een definitieve schikking tussen beide partijen mogelijk de komende weken gesloten worden. De speurders willen ook dat het bedrijf schuldig pleit aan het verplaatsen van fondsen voor klanten, in strijd met de sancties tegen Soedan, Iran en Cuba.
Als het bericht klopt, betekent dit dat het resultaat van de onderhandelingen tussen de Franse bank en het Amerikaanse ministerie van Justitie, het gerecht en de fiscus aanzienlijk zwaarder zou uitvallen voor BNP Paribas dan eerder verwacht.
In april verklaarde de bank mogelijk meer te moeten betalen dan de 1,1 miljard dollar die al opzij werd gezet voor deze zaak. Vorige week rapporteerde Bloomberg dat de Amerikaanse autoriteiten meer dan 5 miljard dollar vragen.
Volgens The Wall Street Journal zou de boete uiteindelijk mogelijk een pak minder dan die 10 miljard dollar kunnen bedragen. Sommige bronnen melden dat de bank minder dan 8 miljard dollar wil betalen, aldus de zakenkrant.
Een struikelblok in de onderhandelingen tussen het ministerie en de bank is de vraag of het BNP Paribas tijdelijk verboden wordt om geld naar en vanuit de VS over te boeken.
Alle partijen weigeren commentaar. Verschillende banken kregen in de VS al boetes omdat ze sancties tegen landen als Cuba en Iran verbroken hadden.
De Belgische staat heeft een belang van 10,3 procent in BNP Paribas sinds de overname van Fortis Bank door de Franse grootbank. De staat verkocht eind vorig jaar het resterende kwart in BNP Paribas Fortis aan de Franse moederbank. (Bloomberg/Wall Street Journal)
