Betaaltransacties mogelijk 10 tot 40 procent goedkoper

Florent Hainaut van Bridgewater © .
Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Besparingsadviseur Bridgewater raadt handelaren aan om hun betaaltransactiecontracten te herbekijken. Dankzij de nieuwe regelgeving en de scherpere concurrentie zijn er zaken te doen.

Op 9 december gingen sommige kosten bij betaalkaarttransacties stevig omlaag. De zogenaamde afwikkelingsvergoeding mag bij kredietkaarten nog hooguit 0,3 procent van het aankoopbedrag bedragen en 0,2 procent bij debetkaarten. Bij debetkaarttransacties – met Bancontact/Mister Cash of Maestro, bijvoorbeeld – geldt in België zelfs een maximum van 5 cent.

De afwikkelingsvergoeding gaat naar de bank van de koper, die de kaart uitgeeft. Voor die banken is de regulering een aderlating, al zegt de sectororganisatie Febelfin niet over cijfers te beschikken.

66 miljoen

Een snelle berekening toont dat het over veel geld gaat. Voor binnenlandse betalingen – dat zijn Belgische kaarten bij Belgische handelaren – was de afwikkelingsvergoeding vóór de nieuwe regulering 0,55% van de transactiewaarde voor een Visa Classic kredietkaart en zelfs 0,8% voor een gewone MasterCard, wijst presales consultant Marc Christoph van Worldline. Gesteld dat Visa en MasterCard evenredig vertegenwoordigd zouden zijn (wat niet noodzakelijk het geval is), is de daling gemiddeld 0,375 procent van de transactiewaarde. Worldline verwerkte in 2014 voor 17,6 miljard euro aan kredietkaarttransacties, volgens hun jaarverslag. Dat brengt de transfer van banken naar handelaren op 66 miljoen euro per jaar – enkel in kredietkaarten. Het is een gratuite berekening, maar ze geeft een idee van de omvang van de tariefverlaging (verdere caveats volgen verderop).

Al dat geld zouden de handelaren dus op zak kunnen houden. Maar gebeurt dat ook?

De lagere afwikkelingsvergoeding werd meteen van toepassing op alle transacties. “De verordening geldt voor nieuwe én voor bestaande contracten”, bevestigt woordvoerder Koen Colpaert van minister van Economie Kris Peeters, die een wetsontwerp voorbereidt voor de controle op de nieuwe regeling.

Betaaldienstenaanbieders zoals Worldline rekenden handelaren in het verleden echter vaak een eenvormig tarief aan voor al hun kaarttransacties, ongeacht type of werkelijke kost. Volgens country manager Julien Marlier van transactieverwerker Adyen was dat voor de meeste handelaren 1,5 tot 2 procent van de transactiewaarde. Door de ondoorzichtigheid van dat eenvormige, ‘gemengde’ tarief, kunnen de transactieverwerkers nu het voordeel van de kostenverlaging theoretisch gemakkelijk op zak steken. Alleen de concurrentie en de alertheid van de handelaren kunnen dat verhinderen.

Worldline, de dominante accepteerder, die in 2014 in België 1,7 miljard transacties verwerkte, een groei van 7,2%, speelt het tactisch.

“We nemen de volgende dagen contact op met onze handelaars om hen in te lichten. Handelaars die meer info en een nieuw voorstel wensen, kunnen dit hier aangeven”, postte het bedrijf begin december op zijn website, met de belofte om belangstellenden binnen de tien dagen te contacteren.

Handelaren organiseren zich

Bridgewater, een kleine, onafhankelijke consultant in kostenoptimalisering uit Elsene, zag al in 2014 dat er in de vrijmaking van de betaalmiddelenmarkt kansen lagen voor een nieuwe dienst. Sinds begin vorig jaar werft Bridgewater klanten om onder een gezamenlijk mandaat met de transactieverwerkers te gaan onderhandelen.

Bedrijven zoals Keyware of CCV bezorgen Worldline al langer concurrentie bij handelaren of zelfstandigen met een beperkt aantal terminals. Grotere gebruikers hadden weinig opties buiten Worldline. “Hun terminals moeten geïntegreerd zijn in de kassa, zij hebben dagelijkse rapportering nodig voor hun boekhouding en in geval van panne moeten ze betalingen offline kunnen registreren. Dat kunnen ze met de TINA oplossing van Worldline”, zegt Florent Hainaut, de zaakvoerder van Bridgewater. “Worldline hoort het woord ‘monopolie’ niet graag, maar bij de ongeveer 100 winkelketens met meer dan 50 terminals is dat wel hun positie”, zegt hij. Bridgewater werkt op een ‘no pay no cure’ basis. Hainaut: “Wij krijgen een percentage van wat we voor onze klanten besparen”.

Volgens Hainaut tekende Bridgewater een mandaat met meer dan 20 ketens, waaronder Fun, Exki, Facq, Cassis Paprika en Trafic. Finance manager Dominique Lootens van Fun: “Ik heb nog maar weinig zo’n goed samengesteld dossier gezien als dat van Bridgewater”.

Hainaut vroeg in de lente van 2015 dertig van zijn potentiële klanten hoe ze over Worldline dachten. Uit de antwoorden bleek ontevredenheid over de prijzen, terwijl op criteria als kwaliteit en bijstand grote verschillen bestonden tussen de handelaren die in december 2013 en 2014 wel of niet door de pannes bij Worldline waren getroffen. Gemiddeld kreeg Worldline ontnuchterend lage scores.

Daarmee trok Hainaut naar Worldline. “Ik zeg niet dat Worldline tevreden is met onze tussenkomst, maar zij spelen het spel mee”, zegt hij.

De tussenkomst van Bridgewater bespaarde Fun 40.000 euro in één jaar, volgens Dominique Lootens. De speelgoedketen stapte over naar PaySquare voor verwerking, maar behield de Worldline-terminals. Een andere Bridgewater-klant, Exki, bleef bij Worldline, maar bespaarde na twee onderhandelingsrondes 25 procent op de verwerking en meer dan 40 procent op de aankoop van terminals, vergeleken met de prijzen die nog in 2013 waren heronderhandeld, meldt financieel directeur Axel Criquielion van Exki. “De markt wordt echt competitief”, mailt hij. Het ging om 23 restaurants en ongeveer 100 terminals.

Terminals aan vervanging toe

Hainaut: “Door het grotere gezamenlijke volume kunnen we voor onze klanten bij Worldline en anderen betere voorwaarden onderhandelen. Anderzijds geven we hen inzicht in de technologieën, de contracten en de prijzenstructuur”. De huidige, kubusvormige Xenta-terminals van Wordline krijgen (zoals het er nu uitziet) na 2017 geen updates of ondersteuning meer. In de plaats stelt Worldline al enige tijd de gestroomlijnde Yomani voor, die ook contactloze betalingen aankan. De catalogusprijs van de Yomani’s ligt tussen 695 en 895 euro, afhankelijk van de uitrusting, met maandelijkse onderhoudsvergoedingen tussen 8,59 en 17,36 euro.

De terminalvervanging is een geschikt moment om de contracten te herbekijken. “Uiteraard maakt het een verschil of je 100 of 1000 terminals koopt, maar ook de onderhoudskost moet je bemeesteren, zegt Hainaut, die Verifone en Ingenico als bekendste alternatieven noemt.

Onderhandelen over transactiekosten

Transactieverwerking is het tweede luik waarop Bridgewater onderhandelt. Maestro concurreert al sinds 2009 in België met Bancontact/Mister Cash, maar tot in 2013 was er in de praktijk weinig keuze. Voor een debetkaarttransactie gebruikte je in België Bancontact/Mister Cash. Worldline deed de verwerking.

De Europese regelgeving heeft echter een einde gemaakt aan de koppeling tussen kaartschema’s zoals Maestro of Bancontact/Mister Cash en de verwerkers ervan.

Nog drie andere accepteerders hebben nu een licentie om Bancontact/Mister Cash transacties te verwerken: Six Payments, European Merchant Services (EMS) en recentst Adyen. EMS is een filiaal van het Amerikaanse First Data, met ABN Amro als mede-eigenaar. Het Zwitserse Six Payments werkt samen met BNP Paribas. Er is nog meer concurrentie op komst. Het ambitieuze Duitse ConCardis mikt via zijn exclusieve Belgische distributeur GlobalPay uit Zwijnaarde op expansie in de Belgische markt, mogelijk niet enkel met Maestro, maar ook met Bancontact.

‘Woeste concurrentie’

Handelaren hebben dus meer vrijheid om van verwerker te veranderen. “Momenteel heerst er een woeste concurrentie. Sommigen mikken met superagressieve voorwaarden op een marktaandeel van 10-15 procent. Worldline zit in het defensief”, zegt Hainaut.

Colruyt stuurt al sinds vorig jaar Maestro-transacties naar de Nederlandse accepteerder PaySquare en heeft in zijn winkels nu Worldline-terminals die Maestro/PaySquare transacties doen, naast andere Worldline-terminals die Bancontact/Worldline transacties doen. Op die manier dekt het zich enigszins in tegen pannes bij één verwerker en speelt het de concurrenten tegen elkaar uit.

Multinationals zoals Ikea, Inditex, Mango, Abercrombie of Primark werken met de internationale accepteerder Elavon, hoewel niet altijd duidelijk is waar en hoe exclusief. “In het verleden was het vaak interessanter om lokaal te blijven. Dat verandert. Met een internationale verwerker heb je één rapportering, één contactpunt en een betere onderhandelingspositie door meer volume”, meent Hainaut.

Volgens Visa komt er zelfs nog méér concurrentie bij de verwerkers wanneer Visa volgens plan in 2017 zijn debetkaart V PAY weet te introduceren in België, als alternatief voor Maestro en Bancontact. “V PAY zal nieuwe actoren, verwerkers en accepteerders in de markt brengen en voor een nieuwe dynamiek zorgen”, beloofde country manager Belux Jean-Marie de Crayencour van Visa tijdens de jaarlijkse resultatenconferentie.

Debetkaarten

In debetkaarten is de markt nu al erg competitief omdat elke Belg een Bancontact/Mister Cash kaart krijgt die tegelijk ook een Maestro-kaart is. Die twee staan kop aan kop tegenover mekaar. Handelaren kunnen daardoor kiezen of ze Maestro of Bancontact/Mister Cash gebruiken.

In november heeft Maestro al geanticipeerd op de nieuwe regelgeving door naar een afwikkelingsvergoeding van 0,2% te gaan, met een maximum van 5 cent, zoals in België geldt. Dat maximum betaalt de handelaar dus bij een transactie van 25 euro.

Bancontact counterde in december door ook naar 0,2% met een maximum van 5 cent te gaan.

Dat zet de tarifering van Worldline nu onder druk. Sinds de afschaffing van Proton had Worldline in zijn (nu) twee abonnementsformules een apart tarief voor betalingen beneden 10 euro, die in 2014 goed waren voor ruim 18% van de Bancontact-betalingen. Met een vaste kost van 2,55 cent plus 0,5% van de transactiewaarde kostte een betaling van 9,99 euro dan 7,5 cent aan transactiekosten aan de handelaar. Een transactie van 5 euro kostte 5,05 cent (plus btw). Daarvan ging dan een aanzienlijk deel als afwikkelingsvergoeding naar Maestro of Bancontact.

Met de nieuwe afwikkelingstarieven rekenen Maestro en Bancontact echter maar 1 cent meer voor een transactie van 5 euro en 2 cent voor een transactie van 10 euro.

Daarbij komt nog een schemavergoeding (de vergoeding die naar Bancontact of MasterCard zelf gaat) van nu 0,0254% plus 1,12 cent per transactie voor Bancontact en 0,0824% plus 1,08 cent per transactie voor Maestro, volgens gegevens van Six Payments.

Samengeteld int Bancontact dus bijna 2,25 cent van een transactie van 5 euro en bijna 3,4 cent van een transactie van 10 euro. Maestro int respectievelijk 2,25 en 3,9 cent.

Worldline daarentegen rekent 5,5 cent, respectievelijk 7,5 cent aan. Dat is dus ongeveer het dubbele van de ‘inkoopkost’ van zijn kleine transacties. Niet te verwonderen dat er gefluisterd wordt dat de dominante verwerker, die in juni 2014 naar de beurs trok, zijn tarieven voor die kleine betalingen in maart zal herzien, als het zijn software heeft aangepast.

Voor gewone transacties betalen grote ketens, die vrijwel allemaal een “Horizon” contract hebben bij Worldline, nu 7,72 cent voor een Bancontact-transactie, plus een abonnementskost van 23,71 euro per maand per terminal.

Ook die tarieven staan onder druk. Florent Hainaut: “Sommige andere accepteerders rekenen geen vaste kost aan en tariferen enkel per transactie. Dat is duidelijker”. Hainaut ziet ook bij Worldline een trend naar een prijs per transactie in dossiers voor grote retailers. “Een tarificatie zonder abonnement, maar dan wel met een hogere kost per transactie. Dat wil niet zeggen dat ze dat voor al hun klanten gaan doen”, zegt hij.

Kredietkaarten

Kredietkaarten zijn een ander verhaal. Daar pinnen Visa en MasterCard zich beiden vast op de maximum afwikkelingsvergoeding van 0,30%, waar bovenop dan telkens de schema- en de verwerkingskosten komen. De schemakosten voor de kredietkaarten, zowel bij MasterCard als Visa, zijn lager dan wat MasterCard voor zijn debetkaart aanrekent en wegen sowieso niet door in de totale kosten.

Een belangrijk punt is dat de zogenaamde ‘commerciële’ kaarten, uitgegeven aan bedrijven of zelfstandigen, niet onder de nieuwe prijsregulering vallen. Visa kraaide nog maar net dat de uitgaven met die kaarten op verkooppunten in 2015 bij hen met 9,2% zijn gestegen. Commerciële kredietkaarten van Visa hebben geen afwikkelingsvergoeding van 0,3 procent, maar van 1,3%. MasterCard kredietkaarten brengen de uitgevende banken minstens 1,25% van het transactiebedrag op, blijkt uit de publieke informatie op hun websites.

Handelaren mogen onder de nieuwe reglementen vanaf 9 juni 2016 commerciële kaarten weigeren als ze dat duidelijk afficheren, maar van bestaande kaarten is niet noodzakelijk op zicht te zien dat ze commerciële kaarten zijn, preciseert Marc Christoph van Worldline (de accepteerder wordt wel verondersteld vóór de transactie aan de handelaar te signaleren dat het niet om een standaardkaart gaat).

Eén van de gevolgen is dat het heel moeilijk wordt voor handelaren om hun transactiekosten te vergelijken, als ze niet de de zogenaamde “MIF++” rapportering gebruiken die hun transactieverwerker hen moet geven. De MIF++ geeft per transactiede afwikkelingsvergoeding, de schemakosten en de verwerkingsvergoeding. Dat is transparant, maar boekhoudkundig extra werk

Hoteluitbaters niet noodzakelijk goedkoper af

De meest gunstige verwerker selecteren is dan vergelijkbaar met het zoeken naar het goedkoopste communicatietarief. De verwerker zal statistieken willen. Hoeveel transacties van welk type? Voor welke bedragen? Met Belgische, intra-Europese of niet-Europese kaarten? De vergelijking wordt snel complex. “Voor een uniform tarief neemt de verwerker altijd een foutenmarge”, waarschuwt Hainaut.

Het is ook niet zeker dat de nieuwe regulering altijd een lagere afwikkelingsvergoeding meebrengt, waarschuwt Marc Christoph van Worldline. Voordien vroeg MasterCard voor transacties in België met een gewone intra-Europese Economische Ruimte kredietkaart 0,16% aan afwikkelingsvergoeding, plus 2,5 cent. Christoph: “Nu is dat dus 0,3 procent. In sectoren waar veel buitenlanders betalen, zoals hotels of tankstations langs de E17, bestaat de kans dat de binnenlandse tariefverlaging volledig wordt opgegeten door de verhoging van het intra-EER tarief. Aan de kosten van betalingen met kaarten uit de rest van de wereld, verandert sowieso niets”. Ook kaarten zoals American Express, die niet uitgegeven worden door een bank, ontsnappen voorlopig aan de nieuwe regulering.

Een individuele analyse van de transacties bij de handelaar is dus inderdaad nodig, al beschikt Worldline uiteraard over de statistieken om zijn klanten proactief betere tarieven voor te stellen.

Worldline wou “om commerciële redenen” niet zeggen aan hoeveel handelaren al een nieuw contract was aangeboden en evenmin hoeveel handelaren daarom al hadden gevraagd en zelfs niet hoeveel handelaren het als klant heeft.

Bij Bridgewater verwacht Florent Hainaut dat de elektronische betalingsverwerking in de toekomst even competitief zal worden als de energiemarkt. “We naar een model waarin je elk jaar je contract herbekijkt om de kosten te verlagen. Transacties naar een andere verwerker sturen is niet moeilijk. Je kan ook kiezen voor een bepaalde verwerker voor sommige types transacties en voor een andere verwerker voor andere transacties”.

In die context adviseert hij handelaren om zich niet voor jaren te binden. Bridgewater zelf wordt enkel vergoed met een procent van de besparingen in het eerste jaar. Volgens Hainaut verlaagt hij met zijn tussenkomsten de kosten bij zijn cliënten met gemiddeld 24%. “Wij hebben bij alle klanten besparingen gevonden van minstens 10 procent. Bij sommigen 40 procent”, zegt hij.

Overname Equens/PaySquare elimineert een concurrent

Door de toegenomen helderheid van de tarieven, loopt Worldline de kans om minder winst te boeken. Niet alle trends gaan echter in de richting van méér concurrentie. Waar het gevecht verhit, stijgt de druk om samen te spannen. Begin november kondigde Worldline de overname aan van de weinig rendabele, maar wel betrouwbare betalingsverwerker Equens en van zijn accepteerder PaySquare.

Worldline voorziet nog altijd dat die overnames tegen eind juni langs de mededingingsautoriteiten zijn geraakt. Zeker is dat de overname twee partijen samenbrengt die elk hun geografie domineren. Equens-PaySquare in Nederland, Worldline in België. Onderling waren ze goed op weg om scherpe concurrenten te worden.

Voor wie profiteert van die concurrentie, zoals Bridgewater en de meeste handelaren, is dit een tegenvaller. “PaySquare gaf ons een hefboom. De overname bevriest die. Dit is niet goed voor de gebruikers”, betreurt Florent Hainaut.

En dan is er ook nog online

Handelaren met een webwinkel moeten ook de tarieven voor online transacties in hun contractherziening meenemen.

Daar zijn de afwikkelingsvergoedingen evenzeer verlaagd tot 0,3% voor kredietkaarten en 0,2 procent voor debetkaarten, terwijl ze vroeger volgens betaalkaartenexpert Leon Dhaene tussen 1 en 1,3% lagen voor kredietkaarten.

Ook hier maakt Worldline “een voorstel op maat in een persoonlijk gesprek”.

Voor Bancontact/Mister Cash zijn de tarieven degressief op basis van de maandelijkse omzet. Worldline rekent een commissie aan die varieert van 1% voor wie voor 10.000 euro online per maand omzet tot 0,5% voor wie meer dan een half miljoen euro per maand verkoopt.

Daarbij geldt een minimumprijs per transactie van 15 cent (bijna het dubbele van de 7,72 cent die Worldline vraagt voor een winkeltransactie onder zijn Horizon-formule) en een plafond van 3 euro per transactie.

Florent Hainaut van Bridgewater: “Online handelaren hebben twee soorten kosten voor e-handel. Er zijn de kosten voor het betalingsplatform, dat de klant vraagt met welk middel hij wil betalen. Daarna is er nog de transactiekost die de accepteerder aanrekent”.

Het betalingsplatform kan ook door de accepteerder ter beschikking worden gesteld. Worldline heeft daarvoor SIPS, ook weer met drie tariefformules. Adyen, een specialist in online en mobiele transacties die zich nu ook op fysieke winkels richt, profileert zich als een speler die de hele keten, van platform tot acceptatie en verwerking aanbiedt.

Ook hier hebben grote handelaren ruimte voor een stevig potje onderhandelen. “Je kan tot kosten komen die vergelijkbaar zijn met die van fysieke transacties”, verzekert Florent Hainaut.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content