Koning van de regen: Barbour blijft de referentie onder de jassen

Luxury Style
in het Verenigd Koninkrijk is een degelijke regenjas goud waard

De Barbour-jas is hét symbool voor het prachtige maar regenachtige Engeland. Koning Charles draagt er een, maar ook stijlicoon Kate Middleton. Trends Style trok naar de fabriek in South Shields, de bakermat van Barbour.

Tekst / Lut Clincke

South Shields is een kustplaats in het Engelse graafschap Tyne and Wear, waar de rivier ­Tyne uitmondt in de Noordzee. Sinds 1894 is het de thuishaven van Barbour, een familiebedrijf dat gesticht is door John Barbour, een ambitieuze Schot uit het rurale Galloway die naar het Noord-Oosten van Engeland ­verhuisde omdat daar veel werkgelegenheid was. De streek trok arbeiders van over heel Engeland en erbuiten aan. De werklieden die weer en wind moesten trotseren, hadden waterdichte kleren nodig. En zo kwam John Barbour op het idee om robuuste werkkledij van gewaxt katoen op de markt te brengen.

‘Elke jas wordt gemaakt door 36 mensen en neemt ongeveer 65 minuten in beslag’

Hij opende zijn eerste winkel in 1894, op het marktplein van South Shields. Waxkatoen is eigenlijk ontstaan in vissersmiddens. De kleren werden waterdicht gemaakt met ­visolie, wat wel doeltreffend, maar niet echt welriekend was. John Barbour maakte daarentegen gebruik van olie op basis van ­petroleum. Rond 1908 kwamen John’s zonen Malcolm en Jack in het bedrijf. Malcolm was een man met een neus voor zaken. Hij maakte een catalogus die hij met de post naar poten­tiële klanten verstuurde. Tegen 1917 haalde hij al 75 procent van de omzet via deze weg binnen, in het Verenigd Koninkrijk, maar ook in Chili, Zuid-Afrika en Hong Kong. In 1921 vermeldde de catalogus voor het eerst een ­rewax- en herstelservice.

In 1927 werd Malcolm algemeen directeur van het familiebedrijf, een jaar later volgde zijn zoon Duncan hem op. Duncan, een echte ­motorfreak, lanceerde in 1936 een lijn motor­kleding, met instant succes. Tussen 1936 en 1977 werd het Britse internationale motorteam gekleed door Barbour. In 1939 werd Duncan onder de wapens geroepen en namen zijn ­vader Malcolm en Duncans vrouw, Nancy, de leiding van het bedrijf weer over. In de ­oorlogsjaren ontwikkelde Barbour, op verzoek van de Britse marine, pakken voor de bemanning van de Britse duikboten.

In de jaren zestig, met de opkomst van nylon en polyester, stortte de markt van werkkledij in gewaxt katoen ineen. Alleen de afdeling ­motorkledij van Barbour draaide nog goed, maar ook daar waren er kapers op de kust, ­zoals concurrent Belstaff. Barbour is zich toen beginnen te positioneren als de fabrikant van kleding voor countrysports en countryliving. Barbour is sindsdien onlosmakelijk verbonden met de Britse countryside. Naast winterjassen kwamen er ook lichtere zomerjassen, zoals de Durham, een model dat nog altijd gemaakt wordt.

In 1980 ontwierp Dame Margaret, de ­weduwe van John Malcolm Barbour – de zoon van Duncan – de Bedale, een van de parade­paardjes die in South Shields gemaakt wordt, net als de Beaufort die dit jaar veertig jaar wordt en een echte bestseller is. De Beaufort was oorspronkelijk bedoeld als een jagersjas, maar werd al snel opgepikt door iedereen die een praktische jas wilde om weer en wind te ­trotseren. Alle details hebben een functie: ­zakken met een moleskin voering om je ­handen warm te houden, de grote ‘wildzak’ op de rug, oorspronkelijk ­bedoeld om een geschoten fazant of haas in op te bergen, maar waar je ook je krant of ­andere spullen in kwijt kunt. De jassen ­worden nog altijd op dezelfde manier ­gemaakt : Britse traditie op z’n best.

Tijdloos en functioneel

Tijdloos is een understatement bij Barbour. Ian Bergin, creatief directeur van Barbour en Barbour International, neemt ons mee naar de archieven van het familiebedrijf. Modellen van meer dan honderd jaar geleden zien er nog verrassend actueel uit door hun functionaliteit en hun eenvoud. Zoals de Findlay, een cape uit 1910, gemaakt van robuust katoen uit Nieuw-Zeeland en behandeld met olie. De cape was bedoeld voor bierhandelaars die aan huis leverden met paard en kar. Met de twee openingen voor de armen konden ze de teugels vasthouden, terwijl ze voor de rest toch ­helemaal beschermd bleven bij regenweer.

‘Oude jassen die bij de repair­service belanden zijn meer dan louter een jas, ze zijn familie­geschiedenis’

Heel anders is de Haydon-jas uit 1911, een ­lange mantel met een dubbele sluiting, destijds aangeschaft door een zekere oom Harry. De jas was een eeuw binnen de Macpherson-­Fletcher-familie gebleven en werd uiteindelijk geschonken aan Barbour. Het is een eenvoudig model waarvan de originele wax zo goed als verdwenen is. Herkenbare details zijn de kraag van katoenfluweel en de grote zakken waar je van alles in kwijt kon. Het label aan de binnenkant is een afbeelding van de oude vuurtoren van South Shields die we later op de dag ­bezoeken en die het symbool geworden is van het merk. Eenvoudig, degelijk en praktisch, dat waren de criteria van John Barbour. Als voering werd er tartan stoffen gebruikt. Er werd bewust voor geruite stoffen gekozen, enerzijds als ode aan John’s Schotse roots en anderzijds omdat je vuil zo minder goed zag dan op een effen stof. Ook bij de prille modellen is er al in een beschermingsflap voor de hals voorzien, zodat je geen sjaal hoeft te dragen om je hals warm te houden. Er passeren nog andere modellen de revue, waaronder een ruiterjas en een jas voor jagers.

Van de archieven trekken we naar het atelier waar jaarlijks rond de 120.000 Bedale- en ­Beaufortjassen geproduceerd worden. In het atelier is iedereen druk bezig met zijn eigen ­bewerking. Elke jas wordt gemaakt door 36 mensen en neemt ongeveer 65 minuten in beslag. Het Bedale-model wordt gemaakt uit 160 onderdelen. Het is precisiewerk. Aan het einde van de rit passeren alle stukken de kwaliteitscontrole.

Een jas voor het leven

Een waxjas van Barbour koop je voor het ­leven, zolang je hem maar goed onderhoudt of laat onderhouden. Door de jaren heen krijgt hij een mooie patine. Het merk bood honderd jaar geleden al een rewax- en repairservice aan en doet dat nog steeds. Elk jaar worden er in de ­rewax- en repairafdeling 60.000 jassen herwaxt en/of hersteld. In welke staat de jassen aankomen en hoe oud ze zijn, maakt niets uit: soms worden ze helemaal uit elkaar gehaald om er een nieuwe voering in te stoppen, de zakken te herstellen en scheuren te vervangen door een nieuw stuk stof. Zulke jassen zijn meer dan louter een jas, ze zijn een stuk ­familiegeschiedenis. Zoals de gehavende jas van een opa, een erfstuk dat, eenmaal hersteld, weer zal gedragen worden door de kleinzoon. Wie zijn jas elk jaar een nieuwe laagje was geeft, kan er een leven lang van genieten.

Barbour, Country Wear

Tijdens een workshop rewaxen krijgt een ­vintage-jas een nieuw wax-behandeling. De jas is een vondst van een Japanse klant die in Londen woont. De Barbour is ongeveer een halve eeuw oud en ziet er nog perfect uit, hij moet alleen gereinigd worden en weer ­waterproof gemaakt. Dat gebeurt manueel met behulp met een sponsje waarmee de wax gelijkmatig aangebracht wordt. De jas ligt op een verwarmde tafel, omdat de wax dan beter inwerkt. Een potje wax, een spons en warmte: meer is er dus niet nodig om de levensduur van zo’n waxjas te verlengen.

Om het Britse countrygevoel helemaal te ­beleven, trekken we de dag erna in een zestig jaar oude Londense dubbeldekker naar Northumberland, waar Ian Jackson, een ­gepensioneerde geoloog en nu een National Trust Ranger en auteur, ons langs Hadrian’s Wall gidst, de muur die keizer Hadrianus ­tussen 122 en 128 na Christus liet bouwen. Hadrian’s Wall slingert zich door het schitterende landschap van Newcastle tot Carlisle, van de Noordzeekust tot de kust van de Ierse Zee. De muur ligt op enkele kilometer ten zuiden van de grens met Schotland en ­beschermde het Romeins grondgebied tegen “de barbaren” in het noorden. Door de eeuwen is een groot deel van de muur afgebroken door plaatselijke bewoners, die de stenen gebruikten om mee te bouwen. Het middelste deel van de muur is vrij intact gebleven, net als de ruïnes van de Romeinse nederzettingen. Verschillende films en Britse series zijn hier opgenomen. Er is in de verste verte geen wagen te bespeuren, wel wandelaars die van het ongerepte landschap en de stilte genieten. De countryside op z’n best.

High fashion meets heritage

Barbour mag dan wel een evergreen zijn, toch ­begeeft het merk zich de laatste ­jaren ook op het modepad. Zo brengt het ­geregeld capsule­collecties uit in samenwerking met ­modehuizen als Chloé en dit seizoen ook met Kitsuné en C.P. Company, telkens ­gebracht met respect voor het DNA van Barbour.
Tijdens de voorbije London Fashion Week bracht het ­onafhankelijke modehuis Erdem twee silhouetten uit in samenwerking met Barbour. Ook Roksanda, een Britse ontwerpster met Servische roots die aan Central Saint Martins gestudeerd heeft en die tien jaar geleden haar eigen merk heeft opgericht, werkt samen met Barbour. Het resultaat is een verrassende collectie die kleur brengt in grijze regendagen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content