Klinken met kampioenen: waarom sporters bij champagne zweren

© Fabrice Debatty

Een olympische gouden medaille weegt best wel wat. En 32 jaar oude champoef is geweldig lekker. Om maar te zeggen: een bezoek aan het legendarische champagnehuis Moët & Chandon is iets wat je niet licht vergeet. Vooral niet als je vergezeld wordt door twee hockeykampioenen. Want, zo weten Vincent Vanasch en Tom Boon, “alle goeie momenten vier je met champagne”.

Moët & Chandon verkoopt niet zomaar flessen schuimwijn die toevallig werden gemaakt volgens de méthode champenoise. Nee: het illustere champagnehuis, dat al bestaat sinds 1743, doet vooral in uitzonderlijke momenten. En het eerste van die momenten dient zich vrijwel meteen aan. In de inkomhal van wat informeel l’Hôtel Moët heet – een imposant, kalkstenen gebouw aan het begin van de lange, met frisgroene bomen afgezoomde Avenue de Champagne in Épernay – krijgen we de hoed van Napoleon Bonaparte te zien. En wel het exemplaar dat hij droeg tijdens zijn ballingschap op het eiland Elba. In 1969 betaalde Moët & Chandon een smak geld op een veiling om de hoed in zijn bezit te krijgen. Met het hoofddeksel zette het champagnehuis de vriendschap tussen Jean-Rémy Moët (1758-1841) en de Franse keizer (1769-1821) in de verf.

Tom Boon: ‘Toen wij goud haalden in Tokio, was champagne het eerste wat op tafel kwam.

Napoleon kwam wel vaker over de vloer bij Jean-Rémy, de kleinzoon van de stichter van Moët & Chandon en de man die de champagne begon te exporteren over de hele wereld. De kleine Franse keizer bestelde in de loop van zijn heerschappij duizenden flessen voor zichzelf en zijn officierenkorps. Naar goede gewoonte vierden ze hun overwinningen door een fles te ontkurken met hun sabel. Nog in 1969 bracht Moët & Chandon ook voor het eerst zijn legendarische Brut Impériale, een brut sans année, op de markt, ter herdenking van Napoleons verjaardag. “Vandaag is dat de best verkochte champagne ter wereld”, zegt gids Ivan trots. “We delen de magie van champagne met de hele wereld, en dat was ook de droom van Jean-Rémy.”

Marathondruiven

Geschiedenis en tradities vind je overal in de champagnestreek, in die mate dat ze soms het genot van een glaasje bubbels in de weg kunnen staan. Maar Ivan houdt de rondleiding licht verteerbaar met een vlotte en informatieve babbel. Hij gaat ons voor als we afdalen in de krijtkelders van Moët & Chandon; een stelsel van 28 kilometer lang, dat tot 30 meter diep reikt. We wandelen langs duizenden opeengestapelde flessen en speciaal voor ons gaat zelfs de gang van het slot waar de oudste vintages opgeslagen liggen. Deze vaak eeuwenoude flessen liggen ingekoekt onder een dikke laag stof en gruis en laten de bovengrondse tijd rustig aan zich voorbijgaan.

Ivan heeft geen idee hoeveel flessen hier precies liggen te rijpen; dat weten enkel de wijnmakers. Wel is hij er snel bij om het verschil uit te leggen tussen maturer (laten rijpen) en vieillir (laten verouderen). “We laten de wijn rijpen; we voegen er iets aan toe”, zegt hij. “Het is niet gewoon laten verouderen; daarmee neem je dingen weg, en daar is champagne te kostbaar voor.” Hij haalt een voorbeeld aan uit de sportwereld om het rijpingsproces te illustreren. “Neem Usain Bolt”, zegt Ivan. “Die laat je geen marathon lopen, net omdat zijn talent in de sprint ligt. Zo heb je druiven die beter presteren op korte afstand, en heb je er die pas na lange tijd het beste geven van zichzelf. De ene houden we voor de brut sans année, dus een champagne die we elk jaar uitbrengen; de andere gebruiken we in een millésime – de uitdrukking van een uitzonderlijk jaar – die veel meer tijd nodig heeft om zichzelf te ontplooien.” Sinds Moët een eerste millésime op de markt bracht, in 1842, volgden er slechts 70 andere. Een goede oogst is dus helemaal niet zo vanzelfsprekend in de champagnestreek.

Klinken met kampioenen

Overwinningsritueel

Twee heren uit onze groep begrijpen Ivans sportvergelijking beter dan wie ook. Vincent Vanasch en Tom Boon, leden van het Belgische veldhockeyteam dat vorig jaar een olympische gouden medaille in de wacht sleepte na een bloedstollend duel tegen Australië, zijn sinds kort ambassadeurs van Moët & Chandon. Wie kan beter de link uitleggen tussen champagne en uitzonderlijke momenten dan keeper Vincent, de meest onverschrokken onder Belgen die zonder knipperen schoten van 170 km/u pareert, en aanvaller Tom Boon, die ze met sprekend gemak met dezelfde snelheid afvuurt op de tegenstander?

Na de rondleiding in de krijtkelders krijg ik de kans om onze sporthelden te spreken. Het zijn goedlachse, bescheiden mannen, die jarenlang keihard hebben gewerkt om te staan waar ze nu staan. Tom wijst op de innige band tussen champagne en het overwinningsritueel in veel sporten. “Denk maar aan de Formule 1, of golf”, zegt hij. “Ook toen wij goud behaalden in Tokio, was champagne het eerste wat op tafel kwam.”

“Alle goede momenten vier je met champagne”, knikt Vincent. “Speciale momenten, zoals een geboorte, een huwelijk. Wat champagne ook gemeen heeft met hockey, is de techniciteit. Veldhockey is een complexe, technische sport. En net als champagne is hockey elegant, tijdloos, klassevol. Een gentleman’s game: dat zie je in het respect voor de tegenstander, voor het publiek en voor de scheidsrechter.”

Na het gesprek tovert Vincent een rond, zwart doosje met het logo van de Olympische Spelen tevoorschijn. Hij haalt er zijn gouden medaille uit, en legt hem in mijn handen. Ik sta met mijn mond vol tanden: gebeurt niet elke dag dat je de meest begeerde sporttrofee ter wereld in je handen hebt.

Champagnetoren

Moët & Chandon bewaart het beste voor het laatst. Het champagnehuis nodigt ons uit in het Château de Saran, een kasteel op een steenworp van Épernay. Het is niet toegankelijk voor het publiek, maar dient als plek waar het huis alleen zijn meest gewaardeerde gasten en klanten ontvangt. Ooit was het Château de Saran een bescheiden jachthut, aan de lip van het bos van Saran, gebouwd voor Jean-Rémy Moët, kleinzoon van de stichter van Moët & Chandon. Diens opvolger Victor Moët maakte er echter een prachtig kasteel van. In de loop van de tijd kwam het kasteel in verval, maar in 2019, na een ingrijpende, tien jaar durende renovatie, heropende het zijn deuren. De feestelijke gelegenheid werd opgefleurd door de Moët-gezichten Kate Moss, Roger Federer, Uma Thurman en Natalie Portman.

Vincent Vanasch: ‘Net als champagne is hockey elegant, tijdloos, klassevol. Een gentleman’s game

Vandaag betrekken wij een van de prachtige kamers en mogen we ons kasteelheer wanen voor één, onvergetelijke avond. Marie-Christine Osselin, Quality en Communications Manager van Moët & Chandon, en Moët-chef Marco Fadiga, vergasten ons op een somptueus foodpairingdiner waarbij enkele uitzonderlijke flessen gekraakt worden. Tijdens het aperitief worden we uitgenodigd om een trapje op te klauteren en champagne te gieten in een vervaarlijk hoog gestapelde champagnetoren. “Een tikje tegen het bovenste glas volstaat om de toren te doen instorten”, glimlacht de maître van het kasteel. Fantastisch! De fles glipt net niet uit mijn klamme, trillende handen.

Zes principes

Aan tafel, en met de hulp van een Grand Vintage 2013, kruipt mijn hart terug uit mijn keel. Marie-Christine, opgeleid als ingenieur maar even bedreven in de meer glamoureuze kant van de zaken, vertelt me over de bijzondere aandacht die Moët & Chandon schenkt aan foodpairing.

“Ik kwam net als Marco in dit champagnehuis in 2016”, zegt ze. “Hij sloot zijn sterrenzaak, Bistrot Marco Fadiga in Bologna, om bij ons te komen koken. Vier jaar lang werkten hij en ik aan een set van zes richtlijnen die de liefhebbers van Moët & Chandon kunnen gebruiken om hun favoriete champagne te koppelen aan een gerecht.”

Voor Marco en Marie-Christine zijn dit de principes voor een goede foodpairing: dialoog, kleur, eenvoud, saliniteit, cuisson en textuur. “Elke van onze champagnes heeft een particularité die de wijn geschikt maakt om te koppelen aan een gerecht”, vertelt Marie-Christine. “Champagne is een vin gourmand met een sprankelende textuur, die net zo goed aan tafel gedegusteerd kan worden als aan de bar. De perfecte foodpairing is niet alleen het gerecht”, besluit Marie-Christine, “maar ook een moment, een gevoel, een gelegenheid. Het is veel meer dan enkel eten en wijn. Het is ook de persoon met wie je de maaltijd deelt.” Het toeval wil dat ze net die avond haar veertigste verjaardag mag vieren. Om middernacht heffen we het glas, en delen we een Moët-moment dat we niet licht zullen vergeten.

www.moet.com

Wie zijn Vincent Vanasch (34) en Tom Boon (32)

– respectievelijk doelman en aanvaller bij de Red Lions

– wonnen de gouden medaille op de Olympische Spelen in Tokio

– zijn beiden ambassadeur voor champagnelabel Moët & Chandon

Champagne in cijfers

– De champagnestreek beslaat zo’n 31.000 hectare.

– Er bestaan ongeveer 5.000 champagnehuizen.

– Champagne wordt gemaakt met drie druivensoorten: de pinot noir, de pinot meunier en de chardonnay.

– Om de aciditeit van de druiven in balans te brengen, voegt men een kleine hoeveelheid suiker toe. Een dosage tussen 0 en 12 gram suiker per liter maakt een champagne brut; tussen 3 en 5 g/l extra brut. Tussen 12 en 17 g: extra sec. Tussen 17 en 33 g: sec.

– De AOC-regels (Appellation d’Origine Controlée) schrijven voor dat een brut zonder jaartal minstens vijftien maanden moet rijpen. Een millésime 36 maanden.

– Per capita zijn de Belgen de grootste champagnedrinkers ter wereld, na de Fransen. Er worden jaarlijks ongeveer 9 miljoen flessen ingevoerd, maar daar kun je makkelijk 2 à 2,5 miljoen flessen bij rekenen die de Belgen zelf komen ophalen in de champagnestreek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content