Geen dag te veel

STIJN DE WANDELEER schrijft maandelijks een gedicht over het leven en wat hem daarin beroert.

‘s Ochtends trekt de dag ons aan onze tenen

het bed uit, wachten we onder de douche

tot de koude uit onze vingertoppen is verdwenen,

zoeken we warmte waar we haar vandaag

voor een schappelijke prijs kunnen vinden:

het meest van al nog bij elkaar.

De tijd van het jaar waarin we de tijd

net wat steviger zouden willen vasthouden,

al die notities en fotoboeken om te bewijzen

dat we hier wel degelijk hebben rondgelopen,

dat we af en toe iets hebben meegemaakt

in deze stad, ook al doen we elk jaar slechts meer

van wat we altijd al deden.

Ondertussen op elke straathoek een herinnering:

hier waren we euforisch en daar lamlendig,

en in dat café was de nacht in een oogwenk voorbij.

Van al onze avonturen is enkel de ommuring

overeind blijven staan, we zijn veel vergeten

maar onthielden wat ertoe doet:

dat we blind de nacht in renden,

lachten tegen beter weten in,

onze armen in elkaar haakten,

en dat zo geen dag ons te veel,

te groot leek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content