De strijd om de wijn
Heb je voor elk type wijn een ander wijnglas nodig? Producenten en handelaars doen het ons graag geloven. Zo werd een heuse business van wijnglazen ontwikkeld, waar gestreden wordt om het mooiste design. En het hoogste marktaandeel.
Lange tijd werd het wijnglas beschouwd als een neutraal recipiënt. Maar Claus Riedel, de oprichter van de gelijknamige fabrikant van wijnglazen, veroorzaakte een revolutie in het proeven van wijn. Hij toonde aan dat een wijn pas echt tot ontplooiing komt in een aangepast glas. Daarom ontwikkelde hij verschillende glazen voor verschillende wijnen. Wat hem commercieel goed uitkwam: hij bouwde er een wereldmerk mee uit.
De familie Riedel, van Tsjechische origine, maakte van oudsher glas in de regio Bohemen, wereldbekend als het centrum van het glasblazen. Na 1945 vestigde Claus Riedel zich in het Oostenrijkse Kufstein, te midden van wijngaarden. Een van de wijnbouwers vroeg hem een wijnglas te ontwerpen. Het begin van een passie die hem niet meer losliet.
Riedel ontdekte dat de glasvorm bepaalde aroma’s in de wijn meer of minder benadrukt. Een bekend voorbeeld is de versmalling van het glas bovenaan, zodat de aroma’s verzameld worden op de plaats waar je het glas aan de neus of de mond zet. Een groter glas bevordert dan weer de aromatische expressie van een wijn, omdat de grotere ruimte voor een snellere toevoer van zuurstof zorgt.
Riedel ontwierp ook glazen met het doel de wijn naar een bepaalde plaats in de mond te leiden. Zo beweerde hij dat zijn glas voor zoete wijn de drank naar de zijkanten van de tong stuurt, omdat daar de zuren het best worden waargenomen en er dus meer smaakevenwicht ontstaat. Zijn glas voor riesling, een wijn met veel zuren, zorgt er dan weer voor dat de wijn eerst vooraan op de tong belandt, waar het fruitige zoet beter tot expressie komt.
Concertzaal
Stilaan begon elke wijnstreek in de wereld een glas aan te vragen, speciaal voor haar wijnen, zodat de collectie almaar uitbreiding nam. Ook artistiek werden de glazen geroemd. Ontwerpen van Riedel staan in de permanente collectie van het Museum Of Modern Art in New York.
Glazen van Riedel zijn duur, vandaar dat de familie het meer populaire glazenmerk Spiegelau kocht, om ook het goedkopere segment van de markt te kunnen bedienen.
De Franse glazenontwerper Jean-Pierre Lagneau, die voor Spiegelau werkte, noemde het wijnglas “de concertzaal van de wijn”. Want “net zoals de concertzaal het medium is tussen de componist en het publiek, is het wijnglas het medium tussen de wijnmaker en de wijndrinker. Dan pas komt de symfonie van geuren en smaken helemaal tot zijn recht.” Het moet Claus Riedel als muziek in de oren hebben geklonken.
De grootste concurrent van Riedel was Schott Zwiesel, dat deel uitmaakte van Schott AG, een grote Duitse multinational van glas voor de meest verscheiden toepassingen. Dat bedrijf ontwikkelde en patenteerde een nieuw materiaal voor wijnglazen, Tritan genaamd, dat de elegantie en helderheid van kristal combineert met een ongeziene sterkte, krasbestendigheid en breukvastheid. Een uitvinding die Claus Riedel niet had zien aankomen. Bovendien haalden in 2001 twee managers, Robert Hartel en Andreas Buske, Schott Zwiesel uit het moederbedrijf via een managementbuy-out. Zij veranderden de naam in Zwiesel, de Duitse stad waar de productie gevestigd is, en gaven het bedrijf een nieuw elan. Door de wereldwijde bekendheid van Schott Zwiesel bleven ze echter ook wijnglazen onder die merknaam verkopen.
Onverbeterbaar
Lange tijd bleef de concurrentiestrijd op de wereldmarkt van de wijnglazen hoofdzakelijk beperkt tot deze twee spelers: Riedel/Spiegelau en (Schott) Zwiesel. Samen hadden ze drie kwart van de wereldproductie van wijnglazen in handen.
Die stevige marktpositie werd een tiental jaar geleden bedreigd door nieuwe glasproducenten die met vernieuwend design uitpakten. Daarvan was Zalto uit Oostenrijk de meest succesvolle. Met zijn vederlichte, mondgeblazen wijnglazen verenigde Zalto “eeuwenoud vakmanschap met moderne estethiek”.
Zalto is immers de familienaam van een eeuwenoud geslacht van glasdesigners. Die verhuisden van Venetië, ooit het Europese centrum van het glasblazen, naar Oostenrijk en vestigden zich daar vlakbij de grens met Tsjechië, het geboorteland van – jawel – Riedel. De zesde generatie kwam met het idee om de markt van de wijnglazen op te schudden met het “ultieme wijnglas voor de 21ste eeuw”.
Die missie is geslaagd, want sinds enkele jaren zijn Zalto-glazen de nieuwe standaard geworden voor sommeliers, wijnmakers, wijnschrijvers en wijnliefhebbers. Ze bekoren door hun flinterdunne glas, hun prachtige design en hun ongewone lichtheid. De Wall Street Journal reikte aan Zalto de Unimprovable Award uit, de prijs voor objecten die onverbeterbaar zijn. In één klap werden de glazen van de marktleiders ouderwets: iedereen wilde nu Zalto.
Het ultieme glas
Maar Riedel sloeg terug met een ongezien agressieve zet. Niet met het merk Riedel zelf, maar met het goedkopere merk Spiegelau, bracht het een nieuwe lijn glazen op de markt: Spiegelau Definition, een haast identieke kopie van de Zalto-glazen. Alleen waren ze niet mondgeblazen, maar industrieel vervaardigd, waardoor ze steviger waren, met minder risico op glasbreuk. En: ze waren drie keer goedkoper. Het resultaat liet niet lang op zich wachten: de Spiegelau Definition-glazen doken algauw op in gastronomische restaurants en gastrobistro’s. Wijnglazen mogen dan breekbaar zijn, de business er rond is keihard.
Een onverwachtse stelling over wijnglazen kwam er uit Groot-Brittannië, van de wereldbekende Engelse wijnschrijfster Jancis Robinson, Master of Wine en auteur van het standaardwerk The Oxford Companion to Wine. Zij noemde het een mythe dat je voor elke wijn een ander wijnglas nodig hebt. Voor haar volstaat één type wijnglas, tenminste als het voldoet aan enkele basisvoorwaarden. En om die stelling kracht bij te zetten, ontwierp ze, samen met de Londense serviesdesigner Richard Brendon, het perfecte universele wijnglas, onder het motto ‘One glass for every wine‘.
Welke zijn die basisvoorwaarden volgens haar? Om te beginnen moet de kelk voldoende ruim zijn om de aroma’s tot hun recht te laten komen. Die kelk loopt bovenaan licht naar binnen toe, zodat de aroma’s als het ware verzameld worden op de plaats waar je het glas aan de neus en de mond zet. Daarnaast is Robinson niet blind voor de psychologische effecten van een mooi wijnglas: het moet verfijning en elegantie uitstralen, wat afstraalt op de beleving van de wijn. Een lange slanke steel, een fijne glasrand en de lichtheid van het glas versterken dat gevoel van raffinement en kwaliteit. “Als dat allemaal verenigd is in één glas”, zei ze, “heb je gewoon geen andere glazen nodig om van wijn te genieten.” Ze had het wellicht niet zo bedoeld, maar het was een aanval op de wijnglazenbusiness die niemand had zien aankomen.
Het wijnglas van Jancis Robinson is verkrijgbaar bij vinetiq.eu, Zalto wijnglazen: adbibendum.be, Spiegelau Definition wijnglazen: start2taste.
Een goed wijnglas heeft
– Een ruime kelk, zodat de wijn kan ‘ademen’.
– Een kelk die bovenaan licht naar binnen toe loopt.
– Een fijne rand, waar je van de wijn nipt.
– Een fijne lange steel, waar je het wijnglas vastneemt.
– Een klein gewicht, zodat je bijna alleen het gewicht van de wijn voelt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier