Telewerk in coronatijden: ‘Mijn auto is mijn nieuwe bureau’
Telewerk is weer verplicht, tenzij dat echt onmogelijk is. Tijdens de eerste lockdown was het goochelen om thuis comfortabel te werken. De tweede coronagolf zorgt zo mogelijk voor nog meer creativiteit om een productieve werkplek te zoeken.
Kinderen die altijd thuis zijn, omdat de herfstvakantie werd verlengd. Oma en opa die vragen om de boodschappen te doen. Rust en kalmte die verdwijnen door buren die opeens besluiten om eindelijk hun uitgestelde klusjes uit te voeren. Telewerken bezorgt heel wat werknemers kopzorgen. Vier personen getuigen over hun originele werklocatie.
Madeleine Verheyen (25), student en vertaalster, werkt in haar bad
‘Telewerken is voor mijn geen probleem. Sinds ik vorig jaar opnieuw studeer, zit ik soms wel op de unief, maar dat is zeker geen must. Hoewel ik geen grote fan ben van sociale contacten, hou ik van de sfeer van een bibliotheek waar veel mensen werken of studeren. En vertalen kan ik perfect van thuis uit, al doe ik dat soms ook in een café in het centrum. Het traject naar Luik is ook een goede manier om mijn dag te structureren.
Vandaag is dat niet meer mogelijk. Ik moest een evenwicht vinden tussen de online groepsgesprekken voor de lessen en de organisatie van mijn werkdag. Die grenzen zijn nog vager dan vroeger. Omdat ik mijn huis niet meer kan verlaten, moest ik gewoontes vinden die me dwingen om me te concentreren. Anders kan ik snel mijn concentratie verliezen.
Ik heb bijvoorbeeld ontdekt dat als ik een tekst wil lezen zonder te stoppen, ik een bad moet nemen of op mijn vensterbank moet zitten. De situatie dwingt me daar ook toe: om uit het bad te komen, moet ik mijn handdoek vinden, mezelf afdrogen, me aankleden… Ik kan net zo goed eerst de tekst afwerken. Op mijn vensterbank kan ik niet veel bewegen, anders zou ik vallen. Ik moet dus me concentreren op wat er voor me ligt. Nu werk ik ook ‘s nachts want dan krijg ik geen berichten en kan ik me concentreren op mijn vertalingen. Dit zijn verschillende kleine routines die nodig waren om mijn nieuwe evenwicht te vinden tussen mijn vier muren, omdat ik zo graag buitenshuis werk.’
Franck Brouwers (50), ingenieur, werkt in zijn auto
‘De eerste lockdown was niet al te moeilijk. Mijn vrouw en mijn oudste dochter werkten ook thuis en mijn jongste, die aan de universiteit studeert, volgde haar lessen online. We moesten alleen een astronomische hoeveelheid adapters en een extra scherm aankopen. Verder hebben we snel ons ritme gevonden.
Toen de lessen op de campus weer begonnen, wilde ik niet dat mijn dochter daar met de bus naartoe zou gaan. Dat leek me te riskant om besmet te raken met het coronavirus. Daarom reed ik haar elke dag naar de universiteit. Het was niet zo’n lange rit, maar om geen kostbare tijd te verliezen wanneer ze maar twee uur les had, besloot ik daar vanuit mijn auto te werken. Ik gebruikte daarvoor het 4G-netwerk van mijn GSM om met mijn laptop op het netwerk te connecteren. Het was niet optimaal, maar ik raakte er snel aan gewend.
Nu de universiteiten weer gesloten zijn, werk ik niet langer in mijn auto op een parkeerplaats. En eerlijk gezegd: ik mis het niet. Zolang het duurde, was het grappig en origineel. Nu hoop ik vooral dat de situatie snel normaliseert, zodat ik weer naar kantoor kan.’
Vinciane Lemmens (47), schoonheidsspecialist en docent, maakte een schoonheidssalon in de woonkamer
‘Tijdens de eerste lockdown moesten we alle lessen online geven. Het probleem? Ik geef lessen aan toekomstige schoonheidsspecialisten, met behandelingen en praktische oefeningen. Ze moeten de handelingen zien alvorens ze zelf aan de slag kunnen. Met videotutorials probeerde ik hen de kneepjes van het vak bij te brengen, maar het bleek onvoldoende. Ze pikten de theoretische lessen vlot op. De praktische handelingen van de behandelingen kwamen niet over op beeld.
Dus kocht ik een headset met microfoon en ik communiceerde op afspraak met mijn studenten via sociale netwerken. Mijn woonkamer werd een klein schoonheidssalon waar ik de praktijk duidelijk kon uitleggen. Zo kon ik de lesinhoud ook tonen en behandelingen voordoen.’
Clara Charlier (22), zanglerares, geeft les vanuit haar bed
‘Sinds een paar weken geef ik zanglessen aan jongeren. In het begin werkten we face-to-face, met respect voor de gezondheidsmaatregelen. Maar sinds de tweede lockdown van start ging, moest ook ik overschakelen naar les via de computer.
Klein probleempje: mijn verbinding in huis is niet optimaal. Ironisch genoeg is de plaats met de beste wifi-verbinding in mijn bed. Dus geef ik daar nu les, al doe ik mijn best om te verbergen dat ik niet vanuit de woonkamer of een bureau werk. Ik denk niet dat mijn studenten al gemerkt hebben dat ik hen vanuit mijn slaapkamer toespreek.
Ik vind het zelf niet erg dat ik daar moet werken. Ook mijn studenten hebben niet altijd een goede verbinding en dan vallen er gaten tussen het beeld en de klank. Soms moet ik daardoor genoegen nemen met liplezen. Dat is pas frustrerend. Maar alles is beter dan de lessen helemaal op te schorten.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier