Britse warenhuisketen Selfridges in Thais-Oostenrijkse handen
De historische Britse warenhuisketen Selfridges is verkocht aan een samenwerkingsverband van het Thaise Central Group met de Oostenrijkse vastgoedgroep Signa, zo maakten de kopers vrijdag bekend. Financiële details werden niet meegedeeld.
In juli raamden Britse media de waarde van Selfridges, dat al bijna twintig jaar in handen is van de Canadese familie Weston, op zo’n 4 miljard pond (omgerekend 4,7 miljard euro). Volgens de Britse zender BBC is dat ook het bedrag dat effectief werd neergeteld.
Selfridges, een zogenaamde ‘department store’ zoals Inno in België, werd begin vorige eeuw opgericht in het Verenigd Koninkrijk. De keten telt 25 verkooppunten wereldwijd, waarvan de bekendste zich in het Londense Oxford Street bevindt. Ook het Nederlandse Bijenkorf maakt deel uit van de Selfridges group. De keten stelt zo’n 10.000 mensen tewerk.
Central en Signa zijn beide familiebedrijven. Central behoort toe aan de familie Chirathivat, van wie het fortuin op zo’n 11,6 miljard dollar wordt geschat. Deze familie bezit al tal van shoppingcentra in Azië en breidde de jongste jaren ook uit naar Europa, in samenwerking met het Oostenrijkse Signa. Ze bezitten samen al luxewinkels in Italië, Duitsland, Zwitserland en Denemarken.
Central en Signa nemen 18 van de 25 winkels over. De bedoeling is om die te hertekenen, ‘samen met de grootste architecten ter wereld, met aandacht voor duurzaamheid en energie-efficiëntie, terwijl tegelijk trouw gebleven wordt aan het architecturale en culturele patrimonium’, aldus Dieter Berninghaus, topman van Signa.
Ook in de onlineverkoop wordt er geïnvesteerd. Selfridges heeft net als andere winkelketens te lijden onder de coronapandemie. Er werd vorig jaar minder verkocht, waardoor het concern bespaarde op zijn personeel: 450 banen werden geschrapt.
De Canadese winkels van Selfridges bijven in handen van de Weston-familie.