Gezond eten voor de prijs van een vette hamburger: Antwerpse poké bowl-keten verovert België en Europa
Poké bowls zijn dé foodhype. Op die golf van interesse surft Hawaiian Poké Bowl graag mee. Tegen het einde van het jaar wil de keten zeven keer zoveel vestigingen als vandaag. ‘We verkopen geen eten, maar een vakantie van twintig minuten.’
Ze draagt een bikinitopje uit kokosnoten en heeft een bloemenkrans door het haar gevlecht. Kala lacht mij vrolijk toe terwijl ik op een gure, mistige maandagavond Hawaiian Poké Bowl binnenstap. Voor alle duidelijkheid: Kala, zowat het Hawaiiaanse equivalent van Sarah, is het logo van de zaak, geen echte vrouw. Of wat had u gedacht in dit post #MeToo-tijdperk en met temperaturen die flirten met het vriespunt?
Eerst even dit. Mocht u bij het woord ‘poké bowl’ meteen aan een knalgele Pikachu denken: het is geen Pokémon, wél het nationale gerecht van Hawaï. Poké bowls bestaat uit rijst, gemarineerde vis, zeewier en verschillende groenten. De kleurrijke kommetjes zijn gezond én heel Instagrammable voor zowel jonge tienermeisjes als de meest doorwinterde influencers. Niet toevallig is het een van de laatste trends op culinair vlak.
Drie jonge twintigers – Mattijs Hermans, Ash Shah en Albano Gozhina – zagen al snel het potentieel van de nieuwe hype. Na een eerste voorzichtige poging in de Antwerpse Nationalestraat tijdens de zomer van 2018, volgden nieuwe openingen in Antwerpen, Wijnegem, Leuven en Hasselt. Meer nog, ze geloven dat poké bowls meer zijn dan een tijdelijke hype. Ongeveer elke week opent het trio een nieuwe zaak. Ter illustratie: in de eerste weken van 2020 konden Mechelen en Gent rekenen op een eigen Hawaiian Poké Bowl. Op korte termijn komen daar nog Genk en Luik bij. ‘En dat is nog niet alles’, zegt Hermans. ‘Eind dit jaar moeten dat er vijftig zijn. We zijn het gezonde alternatief voor een fastfoodketen.’
Verwacht je evenwel niet aan een kil fastfoodrestaurant waar je in een wip weer buiten wil. Eten doe je hier aan houten tafels en stoelen met sfeerverlichting tussen de palmbomen (minder kitscherig dan je zou denken). Maar dé eyecatcher is ongetwijfeld de plantenwand waardoor je je meteen op het exotische eiland waant. Hermans: ‘Het was erg belangrijk voor ons dat klanten even kunnen ontsnappen aan de waan van de dag. We verkopen geen eten, maar een vakantie van twintig minuten.’ Het drietal kiest er bewust voor om geen puur transactionele zaak te zijn. Lees: binnenstappen, kopen en weer weg, zoals eenbroodjeszaak in een treinstation.
Duurzaam
Een gewaagde zet? Niet echt, maar wel een logistiek hoogstandje. Per vestiging worden dagelijks 300 tot 400 poké bowls gemaakt. Ja, daar komt heel wat snijwerk bij kijken. En toch hebben de shops geen eigen keuken. Met die uitgespaarde ruimte kunnen er weer wat extra tafels staan.
‘Al onze producten zijn vers’, verduidelijkt Hermans. ‘Net buiten Antwerpen hebben we een centrale preparatiekeuken gebouwd. Daar wordt tijds- en arbeidsefficiënt gesneden, gefileerd en verdeeld. Zo minimaliseren we overschotten in de restaurants die uiteindelijk in de vuilbak zouden belanden. We vinden het belangrijk om onze impact op het milieu en klimaat zo klein mogelijk te houden.’ En ja hoor, zelfs het businesskaartje dat Hermans mij bij het afscheid in de hand duwt, is gemaakt uit hout. Duurzaam én opvallend.
Richting buitenland
Dat het concept goed zit, is ook investeerders opgevallen. Voor de buitenlandse vestigingen werd een joint venture opgericht met twee investeerders die bakken ervaring hebben, waarvan een al een luchtvaartmaatschappij uit de grond stampte. Zij hebben de knowhow en contacten in de bankenwereld om de nodige financiering rond te krijgen.
En voor de shops in eigen land, niet degenen in eigen beheer, wordt gekeken naar financial investment partners. Die kunnen zich inkopen, zonder zich iets te moeten aantrekken van de dagelijkse werking. Het personeelsbeleid, management en alle praktische kanten blijven onder het dagelijkse bestuur van het moederbedrijf. ‘Zo kunnen we waken over de kwaliteit en eenvormigheid van de zaken’, benadrukt Hermans.
Aan die uniformiteit hecht Hermans veel belang. ‘Je hebt de mom and pop pokéshops. Wie vijf jaar geleden een wok- of avocadorestaurant zou openen, doet dat nu met poké bowls. Zijn ze het beu, dan trekken ze verder. Wij werken met een veel grotere missie: onze passie overbrengen naar het publiek. En dat is gezond eten toegankelijk en goedkoop op de markt brengen. Het hoeft voor die prijs dus geen vette hamburger te zijn.’
Daarvoor krijg je verse zalm uit Noorwegen of tonijn van de Malediven. Avocado’s in blokjes of als guacamole. Een rist toppings die je naar eigen smaak kan toevoegen. En hadden we het al over de specialist-chef sauzenmaker? Omdat het bestaande aanbod niet zo gezond is, beslist het bedrijf om die ook zelf te laten ontwikkelen naar smaak en goesting. Enfin, om maar te zeggen dat het concept healthy ook daar is doorgedrongen.
Ook een hongertje gekregen? Probeer de Classic Tuna eens. Smakelijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier