Werkgevers vrezen uitstel van leren op de werkvloer
Volgende week keurt de Vlaamse regering normaal de hervorming duaal leren goed, maar er zijn nog heel wat knelpunten. De werkgeversorganisatie Voka vreest dat uitstel afstel betekent.
“Het belangrijkste onderwijsdossier van de Vlaamse regering”, noemt Voka-topman Hans Maertens de hervorming van het duaal leren in De Tijd. Daarbij volgen jongeren een deel van hun opleiding op de werkvloer.
De Vlaamse regering wil van duaal leren een volwaardig alternatief maken waar jongeren bewust voor kiezen. Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) en Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) willen het aantal jongeren dat zonder diploma afstudeert terugdringen.
Enkele knelpunten
De proefprojecten die dit schooljaar liepen, moeten op de laatste Vlaamse ministerraad volgende week in een nieuw decreet uitmonden. Maar er zijn nog knelpunten. In het nieuwe systeem spenderen jongeren gemiddeld 20 uur per week op de werkvloer. De Vlaamse regering wil een symbolisch minimaal aantal uren vastleggen die op de werkplek moeten worden doorgebracht om de opleiding als duaal leren te erkennen. Voor enkele studierichtingen in het algemeen secundair (aso) en het technisch secundair onderwijs (tso) worden uitzonderingen apart bekeken.
Dat zien de werkgevers en de vakbonden niet zitten. Ze pleiten voor maatwerk. “We kunnen van duaal leren enkel een succes maken als er voldoende vrijheid is om de programma’s op maat uit te werken”, zegt Frank Beckx, de topman van de chemiefederatie Essenscia.
Een tweede knelpunt is de doelgroep. De Vlaamse regering beloofde in haar conceptnota om quasi-arbeidsrijpe jongeren een aanloopfase aan te bieden. Het gaat om leerlingen die op de werkvloer willen leren, maar er nog niet toe in staat zijn.