Coberec en Febem, twee werkgeversfederaties uit de milieusector, gaan intensief samenwerken. De algemene vergaderingen van beide organisaties moeten zich daarover nog formeel uitspreken, maar de verwachting is dat het voorstel wordt goedgekeurd.
Dat moet resulteren in de verhuis naar een gemeenschappelijke locatie. Indien de samenwerking de verhoopte resultaten met zich brengt, wordt op iets langere termijn een fusie niet uitgesloten.
Coberec overkoepelt vier vzw’s, die meer dan honderd bedrijven groeperen die actief zijn in de recuperatie van metaal, textiel, papier en kunststof. Febem vertegenwoordigt dan weer ruim 200 bedrijven die zich bezighouden met milieubeheer: afvalstoffen inzamelen, sorteren, behandelen en verwerken en grondstofreiniging.
Vooral op het vlak van papier en kunststof zijn er overlappingen tussen de twee. Het is de bedoeling dat Coberec het voortouw neemt voor de problematiek van de papierbedrijven, terwijl Febem de leidende federatie wordt bij de kunststoffen. Bij de twee federaties werken telkens vijf mensen. Het is niet de bedoeling daarop te besparen. Wel hopen de werkgevers de dienstverlening te verbeteren door dubbel werk te vermijden.
Tussen de ledenbedrijven van de twee federaties was er in de jaren tachtig en negentig geregeld het nodige animo. Coberec stond voor familiale kmo’s, die zichzelf eerder als handelaren in grondstoffen zagen. Een deel van die grondstoffen betrokken zij van de Febem-leden, waar grotere multinationale dienstengroepen de dienst uitmaakten. De laatste jaren vervaagden die grenzen echter: papierrecuperanten breidden hun activiteiten uit naar kunststof, en er waren afvalbedrijven die zich op de recyclage wierpen.
Daarnaast speelde naar verluidt ook de goede relatie tussen de beide voorzitters – David Vanheede van het gelijknamige West-Vlaamse milieubedrijf voor Febem en Coberec-voorzitter Pierre Vandeputte van de Group Galloo uit Menen – een rol
L.H.
