Wat is het succesrecept waarmee België zijn scale-ups kan stimuleren?

Veroniek Collewaert. "Het zal niemand verbazen dat de Belgische arbeidsmarkt een van de strengste is."
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Nieuw academisch onderzoek toont aan welke de zes ingrediënten zijn waarmee landen hun scale-ups kunnen stimuleren. Welke ingrediënten gebruikt België al goed? En waar kan het beter?

Onderzoekers Veroniek Collewaert (Vlerick Business School, KU Leuven), Thomas Standaert (UGent) en Tom Vanacker (UGent, Universiteit van Exeter) brachten voor 33 Europese landen het percentage scale-ups in kaart. Het gaat daarbij om jonge scale-ups van hoogstens tien jaar oud. België komt niet zo goed uit die vergelijking. Met een percentage van 9,5 procent snelgroeiende bedrijven die tewerkstelling creëren, staan we pas op de 23ste plaats van de 33 onderzochte landen.

De studie somt ook welke de zes ingrediënten zijn die overheden kunnen inzetten om meer ondernemerschap en een performant ecosysteem voor techbedrijven te stimuleren. Dat zijn:

1. Kredietverleners beschermen en de toegang tot schuldfinanciering makkelijker maken.

2. Minderheidsaandeelhouders beschermen en de toegang tot durfkapitaal van onder meer businessangels en durfkapitaalfondsen verbeteren.

3. Een flexibele arbeidsmarkt.

4. Eigendomsrechten beschermen, zodat bedrijven de waarde die ze creëren kunnen vasthouden.

5. De economische ontwikkeling van een land.

6. Een land zijn met een open economie, met veel export dus.

Beleidsrecept

Landen kunnen met die ingrediënten hun beleidsrecept voor scale-ups maken. Er zijn verschillende wegen naar succes. De landen in de ranglijst die het best presteren, zijn onder meer het Verenigd Koninkrijk, de Noord-Europese landen en Portugal. Er is een verschil tussen het recept van het Verenigd Koninkrijk en Noord-Europa aan de ene kant en dat van het Iberisch schiereiland aan de andere kant.

De overheden in het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Finland en Denemarken zorgen dat scale-ups makkelijk toegang hebben tot financiering – een voorwaarde voor snelle groei. Die landen zorgen voor een vlotte financiering door kredietverleners en minderheidsaandeelhouders goed te beschermen. Tegelijk hebben ze goed uitgewerkte eigendomsrechten.

De arbeidsmarkt is een ingrediënt dat die landen niet sterk gebruiken. In Portugal en Spanje is dat anders: die landen zetten net in op een sterke arbeidsmarktwetgeving, gekruid met een makkelijke toegang tot risicokapitaal en sterke eigendomsrechten.

Arbeidsmarkt

Onderzoekers Veroniek Collewaert en Thomas Standaert lichten toe wat de Belgische overheden hieruit kunnen leren. Wat doen we al goed en wat kan beter? “De bescherming van minderheidsaandeelhouders doen we wel goed, maar landen als het Verenigd Koninkrijk scoren daar nog beter in”, zegt Veroniek Collewaert. “En het zal niemand verbazen dat uit de vergelijking blijkt dat onze arbeidsmarkt een van de strengste is. Werknemers worden goed beschermd, maar als ondernemer heb je niet veel flexibiliteit. We kunnen ons spiegelen aan landen als het Verenigd Koninkrijk, Ierland en de Noord-Europese landen. Hun andere ingrediënten zijn vergelijkbaar met ons land, maar ze scoren met hun arbeidsmarkt hoger.”

Thomas Standaert vult aan: “Wat wij beter kunnen doen is – simplistisch voorgesteld – het voor bedrijven makkelijker maken om mensen in dienst te nemen en te ontslaan. Mensen blijven heel lang actief in hetzelfde bedrijf, terwijl de omgeving van een scale-up heel competitief is. Bedrijven kunnen dan in een situatie terechtkomen dat er een mismatch is tussen de skills van het aanwezige personeel en de vaardigheden die vereist zijn om de volgende stap in de groei van het bedrijf te zetten. Dat belemmert de groei. Een dynamischer arbeidsmarkt is dus waar we naartoe willen.”

Opzeggingsperiode

Dat hoeft niet ingewikkeld te zijn, suggereert Veroniek Collewaert. “Onze opzeggingsperiode bij ontslag is veel langer dan in Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Je zou die periode kunnen inkorten. Je hoeft dat niet meteen voor alle bedrijven te doen, maar enkel voor relatief jonge bedrijven van bijvoorbeeld minder dan tien jaar oud. Jonge snelgroeiende bedrijven hebben niet de middelen om iemand van wie het talent niet meer past bij het bedrijf, een paar maanden op de bank te laten zitten voor ze iemand nieuw in dienst kunnen nemen. Tijd is dan heel kostbaar.”

De Europese scale-ups kijken vaak jaloers naar de Verenigde Staten, waar jonge techbedrijven een grote eengemaakte markt en durfkapitaalfondsen met veel diepere zakken aantreffen. Net daarom is de minderheidsaandeelhouders beschermen zo belangrijk, zegt Thomas Standaert: “Die bescherming van minderheidsaandeelhouders is een van de basisfactoren voor de ontwikkeling van kapitaalmarkten. Als die bescherming er niet is in een land, heeft het weinig zin daar actief te worden. Het is ook een van de redenen waarom de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zulke sterk ontwikkelde kapitaalmarkten hebben. Het is de eerste stap, waaruit de rest kan volgen.”

Veroniek Collewaert hoopt dat onze beleidsmakers nu wat meer de mosterd zullen halen in de juiste landen: “Ik snap dat mensen naar Nederland kijken omdat het zo dichtbij is, maar onze studie zegt dat we ons veel beter kunnen richten op het Verenigd Koninkrijk en Noord-Europa. Dat zijn de landen die combinaties van beleid hebben die het meest met ons te vergelijken zijn.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content