De Zwitserse bank UBS betaalt een hoge prijs voor de internationale fraude met het rentetarief Libor.
De Zwitserse bank UBS betaalt een hoge prijs voor de internationale fraude met het rentetarief Libor.
UBS betaalt in totaal 1,4 miljard Zwitserse frank (1,15 miljard euro) aan boetes aan toezichthouders in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Zwitserland.
Het totaalbedrag ligt veel hoger dan het bedrag van 290 miljoen pond (356 miljoen euro) dat de Britse bank Barclays eerder met Britse en Amerikaanse toezichthouders overeenkwam voor de fraude met het rentetarief.
UBS, de grootste bank van Zwitserland, rekent dat de boete voor het laatste kwartaal 2012 zal leiden tot een verlies van 2 tot 2,5 miljard Zwitserse frank.
De boete is het gevolg van het internationale onderzoek naar misstanden bij het bepalen van het belangrijke rentetarief Libor. Dat tarief, dat geldt als een maatstaf voor de rente die klanten aan banken betalen, wordt vastgesteld op basis van inschattingen van handelaren. Zij moeten onafhankelijk van elkaar aangeven hoe hoog de rente wordt. Handelaren van de bestrafte banken werkten echter samen om een zo gunstig mogelijk resultaat te bewerkstelligen. Dat komt neer op fraude.
UBS betaalt 1,2 miljard Zwitserse frank aan Amerikaanse toezichthouders en justitie. De Britse financiële waakhond FSA ontvangt 160 miljoen Britse pond.
Bovendien wordt 59 miljoen frank aan winst afgedragen aan de Zwitserse toezichthouders. Volgens de FSA waren wereldwijd minstens 45 medewerkers van UBS betrokken bij de fraude. (AFP/BO)
