Technologische tsunami bedreigt jobs
Technologische vernieuwing heeft tot nu toe altijd meer langdurige werkgelegenheid opgeleverd. Maar een nieuwe golf van technologische vooruitgang zou weleens veel jobs kunnen wegspoelen.
De meeste economen gaan ervan uit dat automatisering die arbeid uitspaart, leidt tot hogere inkomens, omdat ze de productiviteit verhoogt. Dat stimuleert de vraag naar nieuwe producten en diensten en dat creëert dan weer nieuwe jobs voor werknemers die hun baan kwijt raakten.
Maar sommigen vrezen dat een nieuw tijdperk van automatisering, mogelijk gemaakt door almaar krachtiger en bekwamer computers, anders kan uitdraaien. Recent onderzoek lijkt uit te wijzen dat de automatisering de vervanging van arbeiders door machines almaar aantrekkelijker maakt. Het gevolg is dat de eigenaars van kapitaal (machines) sinds de jaren tachtig steeds meer van het wereldinkomen ingepalmd hebben, terwijl het aandeel dat naar arbeid ging, geslonken is.
In een paper uit 2013 voeren Carl Benedikt Frey en Michael Osborne van de universiteit van Oxford aan dat in 47 procent van de beroepscategorieën een groot gevaar op automatisering bestaat. Ze hebben het onder meer over accountancy, juridisch werk en een heleboel andere witteboordenbanen.
Een nieuwe golf van technologische vooruitgang kan de automatisering van de hersenarbeid spectaculair versnellen. Het soort vooruitgang die mensen toelaat in hun jaszak een computer mee te dragen die krachtiger is dan om het even welk apparaat van twintig jaar geleden en die bovendien over betere software beschikt en vlotter toegang geeft tot nuttige gegevens, andere mensen en machines, heeft implicaties voor allerlei soorten werk.
In hun boek The Second Machine Age maken de MIT-professoren Erik Brynjolfsson en Andrew McAfee zich sterk dat de razendsnelle technologische vooruitgang een periode van economische groei en ontwrichting inluidt. Net als het eerste grote tijdperk van industrialisering, voeren zij aan, moet de vooruitgang enorme voordelen opleveren, maar niet zonder dat we eerst door een ongemakkelijke en desoriënterende periode van verandering moeten. Een van de belangrijkste knelpunten bij innovatie, argumenteren Brynjolfsson en McAfee, is dat de maatschappij tijd nodig heeft om de impact van de nieuwe technologieën en bijbehorende businessmodellen te absorberen.
De voortekenen van dat ‘machinetijdperk’ zijn er al. De zelfrijdende wagen van Google en de superslimme IBM-computer Watson, die mensen versloeg in de populaire Amerikaanse kennisquiz Jeopardy, zijn maar enkele voorbeelden. De combinatie van big data en slimme machines zal sommige beroepen helemaal overnemen, voor andere zal het de ondernemingen toelaten meer te doen met minder arbeidskrachten.
Het potentieel voor ingrijpende veranderingen is overduidelijk. Een toekomst met wijdverspreide technologische werkloosheid voor minder hoog geschoolden is voor velen moeilijker te aanvaarden. Elke grote periode van vernieuwing heeft haar eigen onheilsprofeten over de arbeidsmarkt gekend, maar de technologische vooruitgang heeft nog nooit gefaald om op de lange termijn nieuwe werkgelegenheidskansen te genereren. Dat zou ook nu het geval kunnen zijn.
De productiviteitswinst uit toekomstige automatisering zal reëel zijn, ook al komt die grotendeels ten goede aan de eigenaars van de machines. Een deel daarvan zullen ze besteden aan goederen en diensten, en het grootste deel van de rest zal worden geïnvesteerd in firma’s die zich willen uitbreiden en vermoedelijk meer arbeidskrachten willen aanwerven. Maar eer het zover is, zal de ongelijkheid toenemen. (The Economist)
Lees het volledige verhaal in Trends van deze week
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier