‘Succesvolle mensen ondermijnen vaak zichzelf’
De Amerikaan Marshall Goldsmith traint de machtigste toplui van de wereld. Zijn jongste bestseller Triggers maakt de goeroe van het softe leiderschap populairder dan hij ooit is geweest. Binnenkort doet hij België aan.
Het is een prachtige zaterdagochtend met een knalblauwe hemel in december als Marshall Goldsmith de deur van zijn villa joviaal openzwaait. De leiderschapscoach woont al twintig jaar in een gated community in de heuvels even buiten San Diego in Californië. Vergeet je wandelschoenen niet, mailde de optimistische Amerikaan met de dunne grijze domineesbaard nog. De mail is ondertekend met zijn lijfspreuk: Life is good!
Goldsmith kan het weten. Zijn klanten betalen soms een kwart miljoen dollar voor sessies met de coach die achttien maanden kunnen duren. Een seminar van een dag kost al snel 35.000 dollar. “Wat ik betaald krijg is compleet irrelevant”, zegt de coach als hij eenmaal zijn voeten op de bank heeft liggen in zijn studeerkamer. “Ik verdoe heus de tijd niet van topmensen als Jim Yong Kim van de Wereldbank en Ian Read van Pfizer. Wat ik krijg klinkt als veel voor gewone mensen, maar voor die topmensen is het kleingeld.”
Goldsmith, die op 28 januari bij het Management Centre Europe in Brussel een masterclass over coaching en leiderschap geeft gebaseerd op zijn jongste boek Triggers, schopte het onlangs tot de eerste plaats in de toonaangevende Thinkers 50-lijst in de categorie leiderschapsdenken. “Ik ben voor sommigen de multimiljonair met een groot huis en appartementen in New York en Chicago”, zegt hij. “Maar het maakt mij geen bal uit. Geld is nooit belangrijk geweest.” Goldsmith onderstreept dat het niet om hem draait maar om de positieve veranderingen die hij ziet bij leiders met een voorbeeldfunctie. “Dertig jaar geleden durfde geen CEO te zeggen dat hij een coach had. Nu hebben 27 CEO’s mijn jongste boek onderschreven.”
Goldsmith maakt voor het interview anderhalf uur vrij op een zaterdagochtend. “Ik wandel graag in de omgeving, maar helaas ben ik hier het afgelopen jaar slechts dertig dagen geweest”, zegt de energieke zestiger. “Ik vlieg continu de hele wereld rond. Ik kom net uit China. Ik ben momenteel bezig met het coachen van de CFO van Alibaba. Ik doe veel in het Midden-Oosten, in Frankrijk. Nee, moe ben ik nooit. Ik slaap overal. Je kan me op een plank neerleggen en dan ben ik binnen een paar minuten weg.”
Verwachtingen
Dat komt uit zijn jeugd, denkt hij. De vader van Goldsmith was eigenaar van een tankstation in Kentucky. Het gezin woonde tussen lawaaierige stripbars waar dronken militairen zich vermaakten en met elkaar op de vuist gingen. “Ik denk dat ik daarom zo goed slaap. Ik heb bovendien nooit hoeven te voldoen aan hoge verwachtingen. Mijn kinderen hebben het in dat opzicht veel moeilijker”, weet de man die in de jaren zeventig zijn eerste trainingen gaf als hippie. “We hebben zelf alles meegemaakt. Drank, drugs, natuurlijk. Onze kinderen zijn grootgebracht met veel verwachtingen. Dat geldt meestal ook voor mijn cliënten. Geld en status zijn complexe onderwerpen die ik liever mijd in mijn sessies, net als religie. Ik kan mezelf trouwens ook geen voorbeeldfiguur noemen als het gaat om vaderschap.”
Mensen die door Goldsmith onder handen zijn genomen, zeggen dat ze niet alleen een betere leider zijn geworden, maar ook een betere echtgenoot en vader. Goldsmith is dan ook een superster in zijn vak. Hij loopt regelmatig tegen dezelfde problemen aan als zijn klanten. In de jaren negentig maakte Goldsmith zich zorgen dat hij te veel van huis was. Hij vroeg zijn jonge kinderen om feedback. Hoe kan ik een betere vader zijn? “Die vraag moet je continu stellen”, zegt Goldsmith. “Aan jezelf, aan je vrouw, aan je kinderen, aan je collega’s.” De kinderen vonden het vele reizen tot daaraan toe. Wat hen echt dwars zat, was dat als hun vader eenmaal thuis was, hij alleen maar aan de telefoon zat voor werk en voor de televisie om sport te kijken. Goldsmith besloot vaker thuis te blijven. Inmiddels zijn de kinderen al lang het huis uit en reist Goldsmith zonder problemen 300 dagen per jaar.
Marshall Goldsmith trainde honderden CEO’s van de grootste bedrijven en instellingen ter wereld. Denk aan ondernemingen als Ford, Google, Goldman Sachs, Getty Images, de Wereldbank, Allergan, Pfizer, Herman Miller of GlaxoSmithKline. Tijdens een rondgang door het huis dat is versierd met Boeddhabeelden en historische schilderijen zegt Goldsmith: “Alle mensen hebben van nature een blinde vlek als het gaat om hun eigen gedrag. In mijn trainingen draait alles om eerlijke feedback. In stilte aan jezelf sleutelen is niet effectief.” Topmensen hebben volgens Goldsmith vaak geen idee hoe hun gedrag overkomt op de omgeving. De Amerikaan heeft een eigenzinnige maar effectieve aanpak. Hij baseert zijn trainingen op feedback die hij van tevoren inwint bij echtgenotes, kinderen en collega’s. De waarheid over wat hun naasten echt denken, maakt toplui nederiger en wijzer.
Goldsmith onderwerpt zichzelf ook aan zijn eigen training. “Ik betaal iemand om mij elke avond te bellen. Ik laat haar vragen of ik me aan mijn voornemens heb gehouden en of ik gedurende de dag de juiste beslissingen heb genomen. Ik heb die vragen zelf geschreven. Wat een loser zou ik zijn mocht ik niet de moed en de discipline opbrengen om mezelf die vragen te stellen. Ik ben de meest succesvolle executive coach in de wereld, maar ik heb wel hulp nodig. Weinigen doen het me na. Waarom niet? Schaamte. Heb je ooit geprobeerd jezelf dagelijkse vragen te stellen? Je zou het moeten proberen. Het is pijnlijk, kan ik je vertellen. Het is moeilijk. Bijna iedereen stopt.”
Zelfondermijnend
De man die zich ‘filosofisch boeddhist’ noemt, durft zich kwetsbaar op te stellen en CEO’s zouden dat volgens hem ook vaker moeten doen. “Het gaat in het leven allemaal om het nu. Het gaat niet om volgende week, niet om volgende maand, niet om volgend jaar. Ik noem dat de grote westerse ziekte. Ik zal blij zijn als… ik status heb, een BMW, een miljoen dollar, dat diploma, die promotie, een kind. De truc is nu gelukkig te zijn. Klaag niet en word niet boos, dat is destructief.”
Volgens Goldsmith ondermijnen succesvolle mensen vaak zichzelf zodra ze de top hebben bereikt. Dat doen ze bijvoorbeeld door vaak hun mening te ventileren, terwijl ze het niet beter weten dan hun ondergeschikten. Ze demoraliseren hun mensen door altijd zelf een bijdrage te willen leveren. Ze willen bewijzen dat ze de slimste zijn en ze willen altijd winnen, ook al is dat niet meer nodig. Topmannen verontschuldigen zich niet voor fouten en tonen zich onvoldoende dankbaar. Goldsmith kan dat niet altijd veranderen.
“De cliënten aan wie ik de meeste tijd kwijt ben, veranderen het minst. Hoe minder tijd ik met mijn klanten hoef te besteden, hoe beter. Met Alan Mulally van Ford was ik snel klaar, hij maakte de grootste sprongen. Ik heb Mulally om advies gevraagd: hij raadde me als eerste aan mijn cliënten beter te selecteren. En hij zei dat ik niet met mijn eigen ego bezig moest zijn. Dat was een belangrijk advies. Het draait allemaal om de mensen die je coacht.”
Veel mensen in leidinggevende posities hebben volgens Goldsmith een hinderlijk groot ego. Hij trekt een parallel met een specialist in een ziekenhuis. “Er is een geweldig boek met de titel Checklist Manifesto, uitgegeven door Dr. Atul Gawande van de Harvard Medical School. Geweldige man. Een van zijn punten is: laat een verpleegkundige vlak voor een operatie een aantal zeer eenvoudige vragen stellen aan de arts. De meeste ziekenhuizen staan dat niet toe. De kans op een fatale afloop daalt met twee derde na vragen als ‘zijn uw handen gewassen?’ Is het ego of schaamte? Voor mij zijn het twee kanten van dezelfde munt.”
Een goede leider beschouwt iedereen als een bondgenoot, aldus Goldsmith. Iemand die het heeft geschopt tot de hoogste baas doet er volgens hem goed aan de successen van anderen te bewieroken. “De grootste mythe over leiderschap is dat het om leiders draait. Maar het gaat om de mensen om je heen.”
Vrouwen
De executive coach zegt dat het niet veel uitmaakt of hij een babyboomer traint of een millennial uit de internetwereld. Of ze nu uit China komen, Europa, het Midden-Oosten of Silicon Valley. Zijn cliënten lijken sterk op elkaar. “Het zijn allemaal multimiljonairs. Ze zijn allemaal opgeleid aan de bekende universiteiten. Ze zijn allemaal machtig.” Het mooie is volgens Goldsmith dat “met een heel klein beetje invloed op hun gedrag ik een enorme impact kan hebben.”
Goldsmith ziet wél een groot verschil tussen mannen en vrouwen. Als hij vrouwen traint, komen ze met veel verbeterpunten. Mannen hebben de neiging één punt van zwakte te nemen en dat uit te roeien. Het gevolg is dat mannen makkelijker slagen en vrouwen gedoemd zijn te mislukken. “Bij vrouwen is het verlangen veel groter om perfect te zijn als baas, vriendin, echtgenote en moeder. Vrouwen torsen een groter schuldgevoel. Ze willen graag alles voor iedereen zijn. Vrouwen zijn veel harder voor zichzelf. Ik moet hen daaruit praten. Dat doe ik door hen te vragen tien minuten hun ogen dicht te doen en alleen op hun eigen geluk te focussen. Veel vrouwen moeten dan huilen. Als ik hetzelfde aan mannen vraag, zeggen die ‘wat denk je dat ik al mijn hele leven doe?’ Focussen op hun eigen geluk is niet iets wat vrouwen vaak doen.”
Met empathie heeft Goldsmith niet veel. Wie wil jammeren over een problematische jeugd, is bij Goldsmith aan het verkeerde adres. “Adem diep in. Adem uit. En je bent weer helemaal nieuw. Iedereen kan veranderen.” Voor de rationele ondernemer en CEO die wordt geacht elk moment nieuwe kansen te zien, is dat een prettig grondbeginsel. Het verleden van mensen is voor Goldsmith niet erg relevant. Goldsmith zegt dat het een illusie is dat mensen een karakter hebben dat opbouwt gedurende hun leven. Het draait volgens hem allemaal om gedrag in het heden en vooral de perceptie van derden.
Goldsmith heeft een paar vaste trucjes om CEO’s aan zelfonderzoek te onderwerpen. In gesprekken ‘ja maar’ of ‘hoewel’ zeggen is verboden. “Ik reken mijn klanten twintig dollar per keer dat ze ‘maar’ zeggen. Dat zetten we apart voor liefdadigheid. Ik heb er 1 miljoen dollar mee opgehaald”, schatert hij. De dieper liggende gedachte: kleine financiële prikkels helpen om veranderingen af te dwingen. Hij weet dat zelfs de rijkste mensen liever geen geld verliezen. “De mensen die ‘ja maar’ zeggen, doen dat thuis ook. Vraag maar aan je vrouw. Het is een slechte eigenschap.”
Goldsmith zegt niet bezig te zijn met de vraag of zijn coachingsessies zakelijk renderen. “Daar heb ik totaal geen verstand van.” Stel Goldsmith ook geen vragen over trends in het leiderschapsdenken. Hij doet wat hij zelf wil. “Mijn werk is succesvolle leiders te helpen om positieve veranderingen in hun gedrag te bereiken. Buiten dat, weet ik niet veel.”
In zijn coaching is er geen ruimte voor onenigheid. Sommige dingen zijn verplicht, zoals het meewerken aan het verzamelen van vertrouwelijke feedback over je gedrag. “Dat valt vaak erg zwaar. Je moet over schaamte heen stappen. Ik verwacht ook dat je de feedback serieus neemt en je collega’s nauw betrekt in het leerproces. Ik verwacht bovendien dat topmensen publiekelijk excuses maken voor hun fouten. Als je dat allemaal niet wil, dan hoeft het niet voor mij.”
Gerben van der Marel in Rancho Santa Fe, VS
“Heb je ooit geprobeerd jezelf dagelijkse vragen te stellen? Je zou het moeten proberen. Het is pijnlijk, kan ik je vertellen. Het is moeilijk. Bijna iedereen stopt”
“Ik reken mijn klanten twintig dollar per keer dat ze ‘ja maar’ zeggen”
“Adem diep in. Adem uit. En je bent weer helemaal nieuw. Iedereen kan veranderen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier