Sandra Bekkari pleit voor bewust eten: ‘Ik geloof niet in diëten’
Gezond eten en lekker eten gaan samen, is de mantra van een nieuwe lichting kookgoeroes. Sandra Bekkari koppelt aan haar Sana-methode voedingscoaches, lunches voor bedrijven en foodboxen.
Het gaat hard voor Sandra Bekkari (43). Al twintig jaar breekt ze een lans voor gezonde voeding, maar pas met haar boekenreeks Nooit meer diëten werd ze in korte tijd bekend in heel Vlaanderen. Deel 3 denderde meteen de boekentoptien binnen, en staat daar nu op de eerste plaats, geflankeerd door de delen 1 en 2. En plots is Sandra Bekkari overal.
Het hoeveelste interview is dit deze week?
SANDRA BEKKARI. “Gisteren had ik twee gesprekken voor de radio, één telefonisch onderhoud, vanmiddag één interview en dus zal dit het vijfde zijn. Dat gaatnog. Vorige week was het drukker. De volgende dagen heb ik nog een aantal afspraken.”
Wat deed u voor de roem kwam?
BEKKARI. “Hetzelfde als vandaag, alleen zonder de mediabelangstelling. De Sana-methode heb ik in 2008 uitgewerkt. Daarvoor had ik een sport- en wellnesscenter waar ik mensen begeleidde – deels voor lichaamsbeweging, deels voor voeding. Ik geloof niet in diëten. Eetgewoontes zitten vanaf de kinderjaren ingebakken, je groeit daarmee op, het is letterlijk een deel van je opvoeding. Zoiets verander je niet van vandaag op morgen. Je kunt wel stap voor stap je eetgewoontes veranderen.”
In welke richting?
BEKKARI. “Een maal bestaat dikwijls uit grote porties vlees of vis, flink veel aardappelen, en ten slotte de groenten als garnituur. Ik wil meer groenten op dat bord krijgen. Calorieën tellen hoeft niet, want als je meer groenten eet, krijg je daar vanzelf minder van binnen.”
Is de manier waarop we tegen eten aankijken geëvolueerd? Twintig jaar geleden had elk vrouwenblad elke week ook een wonderregime op de cover.
BEKKARI. “Mensen denken bewuster na over wát ze eten. Vroeger waren ze alleen bezig met dat getal op de weegschaal. Ik geef veel presentaties in bedrijven. Toen ik daar zes jaar geleden mee begon, was dat voor kleine groepjes geïnteresseerden. Vandaag komen er veel meer mensen luisteren. Het besef is doorgebroken dat voeding een invloed heeft op je energiepeil en op je weerstand. Maar ik beweer niet dat gezond eten de magische formule tegen alle onheil is. In mijn boeken wijs ik ook op het belang van lichaamsbeweging en van een kwalitatief goede slaap.”
Uw publiek bestaat hoofdzakelijk uit vrouwen. De helft van de bevolking bestaat uit mannen. Hebt u een strategie om ook hen te betrekken?
BEKKARI. “Zodra het in mijn lezingen gaat over energie, vitaliteit, concentratie en stress, merk ik dat mannen zich meer aangesproken voelen. Ze willen presteren in hun baan en bekijken voeding vooral vanuit dat aspect. En mannen vinden hun gewicht ook belangrijk. Alleen willen ze er minder voor uitkomen. Denk ik.”
Een gezondere eetstijl kun je maar volhouden als je ook nog geniet van dat eten”
U biedt ondernemingen een Sana-lunch aan. Hoe werkt dat?
BEKKARI. “Het komt erop neer dat in het bedrijfsrestaurant, naast het gewone aanbod, ook Sana-lunches te krijgen zijn. Het is niet zo dat er een bestelwagentje langskomt dat de maaltijden aflevert, alles gebeurt in samenwerking met de cateraar van het bedrijf. Wij geven de spelregels door aan de verantwoordelijken van de keuken, wekelijks sturen zij ons hun menu’s, wij volgen die op en gaan regelmatig langs om te proeven.”
Hoe onderscheidt een Sana-lunch zich van een andere?
BEKKARI. “Minstens de helft van het gerecht bestaat uit groenten. Verder zet ik hoog in op een lekkere smaak, met kruiden en extra vierge olijfolie. Een gezondere eetstijl kun je maar volhouden als je ook nog geniet van dat eten. Zo zit een mens nu eenmaal in elkaar: ook al zal hij volmondig erkennen dat de principes oké zijn en dat een stappenplan oké is, maar als het niet meer smaakt, haakt hij af.”
Is de motivatie hoog houden niet het eeuwige knelpunt?
BEKKARI. “Je hebt mensen die met de boeken aan de slag gaan en zo mooie resultaten behalen. Er zijn er ook die daar niet in slagen. Tussen weten en doen zit vaak een grote kloof. Dan helpt het als je een beroep kunt doen op iemand die je motiveert, opvolgt en tips geeft. Daarom werk ik met een team van 36 coaches, die een zelfstandige praktijk hebben en op wie je een beroep kunt doen voor begeleiding.”
Uw methode voorziet in een stappenplan in zeven schreden. Zeven, dat is wel wat.
BEKKARI. “Je zet ze niet alle zeven tegelijk. Wat de coaches bijvoorbeeld doen, is kijken hoe je voedingspatroon er vandaag uitziet, en wat voorrang heeft om eerst aan te pakken, zonder meteen alles te veranderen. Gedragsverandering gebeurt met vallen en opstaan. ‘Dat is niks voor mij’, ‘ik leef maar één keer’, ‘ik houd dat niet vol’, zijn klassieke reacties. Het is in orde dat te denken. Iedereen heeft weleens een mindere dag. Wat we vooral afraden, is het alles-of-nietsdenken. In mijn methode zijn er geen verboden voedingsmiddelen. Het gaat erom de goede balans te vinden.”
Gezond koken is duurder en je bent er langer aan bezig.
BEKKARI. “Wat de prijs betreft, ben ik het met u eens. Zaken als avocado’s, noten, zaden en pitten kunnen relatief prijzig zijn. Ook biologische producten kosten iets meer. Maar een kant-en-klare maaltijd kopen of iets afhalen bij de traiteur is ook duur.
“Of ik iets heb tegen een goedkoop blik bonen of tomatenblokjes? Tja, tomaten uit blik gebruik ik ook vaak, hoor. Dat het een keertje groenten uit blik zijn of uit de diepvries, is niet erg, als je maar meer groenten eet. Ik probeer het allemaal haalbaar te houden. Je moet de lat voor jezelf niet te hoog willen leggen. Over het tweede deel van uw opmerking: dat gezond koken meer tijd kost, is niet helemaal waar.”
Ik reken de tijd om te winkelen en de keuken weer op orde te zetten erbij.
BEKKARI. “Je hebt altijd tijd nodig om iets te bereiden, of het nu een gezonde maaltijd is of een ongezonde. De ingrediënten in huis hebben is vooral een kwestie van planning. Ik doe dat vaak op zondag. Dan kijk ik in mijn agenda wanneer het mijn beurt is om te koken, wanneer de kinderen thuis eten, wat ik zal klaarmaken, wat ik nodig zal hebben en haal dat in één keer in huis. Zelfs als je weinig tijd hebt, zijn er echt wel mogelijkheden om je uit de slag te trekken. Je kunt online boodschappen bestellen, om maar iets te zeggen. Als je alles in huis hebt, zet je in een halfuur een gezonde maaltijd op tafel.”
De Sana-foodbox lijkt ook zo’n manier om tijdsgebrek de pas af te snijden.
BEKKARI. “Al een hele tijd merkte ik dat die boodschappen in huis halen dikwijls een struikelblok is. Ik begrijp dat: je komt thuis na een drukke werkdag, je hebt niet meteen de dingen in huis om gezond te koken, en dan is het gemakkelijk om een pizza of lasagne uit de diepvries te halen en die in de oven te schuiven. Daar sta ik dan, met mijn lekkere receptjes.
“Zo ontstond het idee van de foodbox. Het is eenvoudig: een koerier brengt een doos aan huis met alle bestanddelen voor een vierdagenmenu voor twee of vier personen. Een abonnementensysteem wilde ik absoluut niet, ik wil iedereen de vrijheid laten. Je bestelt gewoon enkele dagen op voorhand.”
Dat is ingewikkelder dan boeken schrijven.
BEKKARI. “Welja, en ik heb noch de knowhow, noch de tijd, noch de ambitie om de hele logistieke operatie daarachter zelf uit te werken. Daarom ben ik in zee gegaan met Foodbag, een leverancier van maaltijdboxen uit Gent. Het was de eerste keer dat ik met een externe partner samenwerkte, en dan moet je dingen uit handen geven, wat niet altijd gemakkelijk is.”
Hoe positioneert u zich in het veld van de Vlaamse vrouwelijke voedingsdeskundigen zoals Pascale Naessens en Sonja Kimpen, om er twee te noemen?
BEKKARI. “Ik denk dat het verschil vooral is dat ik in de praktijk sta, met mijn coaches, met de Sana-lunches voor bedrijven en met de Sana-boxen. Met alle respect voor Pascale, hoor, chapeau voor wat zij allemaal verwezenlijkt heeft.”
Eten is al lang meer dan alleen voedsel. Breekt u zich het hoofd over vegetarisme, dierenwelzijn, eerlijke handel of lokaal consumeren?
BEKKARI. “Ik probeer daar aandacht aan te schenken, zonder daarin fanatiek te zijn. Zo gebruik ik graag olijfolie, wat wel een Europees, maar niet echt een superlokaal product is. En ik wil bananen blijven eten, al komen die van over de oceaan. Wat ik wel probeer, is in deze maanden onze eigen wintergroenten in het zonnetje te zetten. En ik werk met berloumi, een grillkaas zoals de mediterrane halloumi, maar dan gemaakt in Berlare. Vandaar de naam.”
Hoe kijkt u aan tegen de vandaag alomtegenwoordige intoleranties?
BEKKARI. “Het loopt de spuigaten uit. Je moest eens zien met wat voor lijsten mensen bij ons afkomen met zaken die ze niet mogen eten: geen tomaten, geen citrusvruchten, geen granen… Maar je weet hoe dat gaat: ze lezen in de media dat ze misschien geen gewicht verliezen doordat ze intoleranties hebben en dan denkt plots iedereen: ‘ja, dat zal het zijn’. Ik ga dat evenmin bagatelliseren. Het is een feit dat het aantal mensen met allergieën en intoleranties toeneemt door omgevingsfactoren. Maar er wordt overdreven.”
En wat is er zo duivels aan gluten?
BEKKARI. “Er zijn niet zo veel mensen die echt ziek worden van gluten, hooguit één op de tweehonderd. Wat we wel merken, is dat veel mensen zeer eenzijdig granen eten: brood, pasta, koekjes, bulgur, couscous. Dat klinkt gevarieerd, maar dat zijn allemaal producten op basis van tarwe. Tarwe bevat een hoop gluten, en veel mensen verdragen die grote hoeveelheden niet. Niet dat ze er ziek van worden, maar ze voelen zich opgeblazen en hebben spijsverteringsklachten. Daarom stel ik in mijn boek voor om de dag vaker te starten met havervlokken: die zijn van nature glutenvrij.”
Wat doet u nog behalve met gezond eten bezig zijn?
BEKKARI. “Hoewel ik graag doe wat ik nu doe en best wel ambitieus ben, wil ik er ook zijn voor mijn gezin. Hoe druk mijn agenda ook is, ik heb er vandaag werk van gemaakt mijn dochter van elf zelf naar de volleybaltraining te brengen. Ik weet het, dat vindt u vast niet heel spectaculair.”
Sandra Bekkari, Nooit meer diëten. Deel 3, Borgerhoff & Lamberigts, 208 blz., 24,95 euro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier