Peter Elverding (61), de Nederlandse President-Commissaris van de ING Groep, was afgelopen week in ons land voor een bezoek aan de Belgische ING-troepen. Het belang van ING België kan alleen maar blijven groeien, zei hij.
De bijdrage van de bank- en verzekeringsactiviteiten van ING België aan de groepswinst bedroeg vijf jaar geleden ongeveer 14 procent, en evolueerde intussen naar 20 procent. Op de toekomst wordt nog geen cijfer geplakt, aangezien veel afhangt van de groeiplannen van de concurrenten van ING op de Belgische markt.
Peter Elverding werd in 2008 door toenmalig minister van Financiën Wouter Bos naar voren geschoven om namens de Nederlandse staat toezicht te houden op ING. Jan Hommen werd na het vertrek van de Belg Michel Tilmant aangeduid als de nieuwe topman van de ING Groep, en Elverding volgde hem op als President-Commissaris – een functie die te vergelijken valt met de titel van voorzitter van de raad van bestuur in België.
Afgelopen week was het de eerste keer dat Elverding een bezoek bracht aan zijn Belgische ING-collega’s. Hij benadrukte dat de ING Groep nog flink investeert in de Belgische markt. Meer nog, dat hij de volledige Benelux – en niet enkel Nederland – als thuismarkt beschouwt. “In België zijn we bezig met de uitbouw van een belangrijk direct kanaal, zonder daarbij de dienstverlening aan onze Belgische klanten uit het oog te verliezen.”
Momenteel heeft ING ongeveer 350 zogenaamde proxikantoren in ons land, die een nauwer contact met de klant beogen, en geen scheiding hebben tussen het Self’Bank-gedeelte en de rest van het kantoor. Tegen 2012 moeten er dat 500 worden. Daarnaast heeft ING België een 250-tal full-servicekantoren, voornamelijk in de grote steden. Die worden de komende jaren volledig hertekend. Samenvattend wordt dat: direct waar mogelijk, advies waar nodig. “En dat geldt hoe langer hoe meer voor de volledige groep”, vertelt Elverding. “Overal ter wereld convergeren de ING-entiteiten naar hetzelfde concept.”
Vaarwel verzekeringen
Voorts stond Peter Elverding stil bij de nakende opsplitsing van de bank- en de verzekeringsactiviteiten van de ING Groep – een maatregel die werd opgelegd door de Europese Commissie. Het was de voorwaarde om de staatssteun goed te keuren die ING verkreeg tijdens de crisis. “Voor de hele groep lopen er ongeveer 2000 ontvlechtingsprojecten. Tegen eind dit jaar moeten we een duidelijk zicht hebben op het hoe en wat van de operationele splitsing.”
Of er voor België een uitzondering gemaakt kan worden, aangezien bank en verzekeraar hier fel verweven zijn? Daar kon Peter Elverding geen antwoord op geven. “De details van de splitsing kunnen per land verschillen, maar alles hangt af van de juridische procedures die ING daarover geopend heeft bij het Europees Gerecht van Eerste Aanleg.” De groep verwacht daar een uitspraak in de loop van 2011.
Opnieuw gezond?
Over de gezondheid van het financiële systeem en van de economie in zijn geheel toonde Peter Elverding zich gematigd optimistisch. “We gaan de goeie kant op, maar er hangen volgens mij nog risico’s in de lucht. De lage rente bijvoorbeeld. Voor banken is zoiets gunstig, maar voor verzekeraars daarentegen is het een groot probleem. De economie moet dus opnieuw groeien, willen we terugkeren naar een normale rentesituatie.” Elverding acht een double dip overigens niet uitgesloten, en is ook onzeker over de economische stabiliteit in de PIGS-landen. “Een krachtdadig herstelbeleid is daar op zijn plaats.”
Elverding bouwde overigens zijn carrière uit in de industriële wereld, en heeft nu nog steeds bestuursmandaten bij Océ, SHV, Q-Park en FrieslandCampina. In 2005 werd hij door het Nederlandse zakenblad FEM uitgeroepen tot Topman van het Jaar. Waar Elverdings hart ligt? “Oei, een gewetensvraag. Ik ben blij dat ik niet mijn hele leven in de financiële wereld heb doorgebracht”, klinkt het. “Industriële producten kun je nu eenmaal gemakkelijker vasthouden. Ja, je kunt er zelfs makkelijker van houden, denk ik. In de financiële wereld heb je dan weer een veel intensievere relatie met je klanten. En het is natuurlijk een uitdaging, nu, om de crisis te helpen oplossen.”
C.D.C.
