POM West-Vlaanderen en Sirris starten nieuw technologiecentrum op
De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen en Sirris, het kenniscentrum van de Belgische technologische industrie, richten nog dit jaar een gloednieuw technologiecentrum op, dat focust op de sectoren machinebouw en mechatronica.
De plannen voor het expertisecentrum Machinebouw & Mechatronica zijn vanavond in Wevelgem voorgesteld door Jean de Bethune (CD&V), gedeputeerde voor Economie en voorzitter POM West-Vlaanderen, en Herman Derache, algemeen directeur van Sirris.
Het onderzoeks- en technologiecentrum zal vooral werken rond thema’s als Industrie 4.0, waarbij nieuwe internettechnologieën ervoor zullen zorgen dat machines, goederen en onderdelen met elkaar kunnen communiceren in een ‘internet der dingen’. Andere onderzoeksonderwerpen zijn de integratie van de fysieke en de virtuele wereld in de machinebouw, nieuwe businessmodellen en netwerken, flexibel en slim automatiseren, augmented reality en geconnecteerde intelligentie.
Investering moet renderen
Volgens gedeputeerde Jean de Bethune wordt het nieuwe technologiecentrum nog dit jaar opgestart. De kosten voor de bouw, de uitrusting en het beheer van het onderzoekscentrum worden voor de eerste drie jaar op zo’n 4 miljoen euro geraamd. Ongeveer een miljoen euro gaat naar nieuwe demo- en testinfrastructuur. In een eerste fase zal een tiental technisch specialisten in het nieuwe centrum actief zijn.
“Het is de bedoeling dat deze investering rendeert”, zegt Herman Derache. “Bij Sirris werken we met een zekere basisfinanciering, aangevuld met subsidies van overheden. De bedrijven betalen ook voor de geleverde diensten.”
Het nieuwe technologiecentrum zal volgens Jean de Bethune op twee sporen werken. “Het betekent enerzijds een verankering van de activiteiten van Sirris in West-Vlaanderen en anderzijds wordt hier een onderzoeks- en democentrum opgericht rond ‘Industrie 4.0’. Het is niet de bedoeling dat we kopiëren wat elders in Vlaanderen al bestaat. Dit initiatief moet maatwerk leveren aan de West-Vlaamse bedrijven en complementair zijn aan wat al op Vlaams niveau gebeurt.”
In Brugge of Kortrijk?
Waar het nieuwe centrum er komt, is nog niet duidelijk. Het technologiecentrum zal samenwerken met de universiteiten die actief zijn in de kustprovincie. Er zijn mogelijkheden in Brugge, waar de KU Leuven een nieuwe campus bouwt, en in Kortrijk, waar het kan aansluiten bij Howest, lid van de Associatie Universiteit Gent. “De beslissing valt midden dit jaar”, verwacht Jean de Bethune.
Voor Sirris wordt het West-Vlaamse initiatief een primeur. “We hebben nu zeven sites verspreid over het hele land. In de provincie West-Vlaanderen hadden we nog geen locatie, terwijl hier wel een sterke groep van bedrijven uit onze sectoren actief is. Het is ook een uitdrukkelijke vraag van die bedrijven _ veelal kmo’s _ dat wij in de provincie een technologiecentrum opstarten”, stelt Herman Derache.
“Vergeet niet dat West-Vlaanderen de meest geïndustrialiseerde economie van Vlaanderen is”, merkt Jean de Bethune op. “Bijna een kwart van de Vlaamse industriële tewerkstelling wordt gegenereerd door West-Vlaamse ondernemingen. De helft daarvan is terug te vinden in de machinebouw en mechatronica. In onze provincie biedt die sector werk aan 42.000 mensen.”
In de haalbaarheidsstudie naar het nieuwe technologiecentrum verwijzen de onderzoekers naar een sterke interesse van de sector. Bedrijven zoals Van de Wiele, Picanol, LVD, CNH, Bombardier, enzovoort zijn betrokken bij de studie.
K.D.C.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier