Optimaliseer uw sociale bijdragen met een sociaal VAPZ

Een zelfstandige ondernemer moet zelf zorgen voor zijn sociale zekerheid. Door een sociaal vrij aanvullend pensioen af te sluiten, kan hij zijn sociale bijdragen optimaliseren.
Een zelfstandige moet zich aansluiten bij een socialeverzekeringsfonds om zijn sociale rechten te verzekeren. Die sociale rechten zijn minder uitgebreid dan die van een werknemer en een ambtenaar, maar een zelfstandige heeft meer mogelijkheden om aanvullende verzekeringen af te sluiten. Vaak zijn die fiscaal aftrekbaar. Zo zijn zelfstandigen soms beter verzekerd dan werknemers en ambtenaren.
Sociale bijdragen
De sociale bijdragen die een zelfstandige moet betalen, worden berekend op basis van het zogenoemde referte-inkomen _ het netto-belastbare inkomen van drie jaar daarvoor. Dat referte-inkomen wordt geïndexeerd om rekening te houden met de inflatie en de stijging van de levensduurte. De bijdragen die een zelfstandige in 2014 betaalt, zijn dus berekend op zijn geherwaardeerde inkomen van 2011.
Een starter heeft nog geen referte-inkomen. Daarom betaalt hij voorlopige sociale bijdragen die worden geregulariseerd door het socialeverzekeringsfonds, nadat dat de administratie zijn werkelijke inkomsten heeft meegedeeld aan het fonds.
Optimaliseren met een sociaal VAPZ
De sociale bijdragen van een zelfstandige bedragen ongeveer 22 procent van zijn inkomen, tegenover een hoger percentage voor een loontrekkende. Daarom krijgt een zelfstandige wat minder terug, maar hij kan zich aanvullend verzekeren door een aanvullend pensioen of een verzekering gewaarborgd inkomen af te sluiten.
“Een zelfstandige kan zijn sociale bijdragen optimaliseren door een sociaal vrij aanvullend pensioen – een sociaal VAPZ – aan te gaan”, zegt Jannick Beyens, commercieel en productmanager bij het sociaal verzekeringsfonds Zenito. “De premie van dat aanvullend pensioen is volledig aftrekbaar als werkelijke beroepskosten. Dat betekent dat de premies van een sociaal VAPZ een fiscale besparing van maximaal 50 procent opleveren, plus de uitgespaarde gemeentebelasting. Daardoor wordt het belastbare inkomen verminderd, en dus meteen ook de sociale bijdragen, want die worden berekend op het netto belastbare beroepsinkomen.”
Optimalisatie 1: meer fiscaal aftrekken
Met een sociaal VAPZ kan een zelfstandige 15 procent meer premies aftrekken dan met een gewoon VAPZ. Dat wil zeggen dat de impact op de sociale bijdragen binnen drie jaar 15 procent hoger ligt dan bij een gewoon VAPZ.
“Voor een gewoon VAPZ mag tot 8,17 procent van het beroepsinkomen als bijdrage worden gespaard, voor een sociaal VAPZ is dat maximaal 9,40 procent van het beroepsinkomen”, aldus Beyens. “De bijdrage voor een gewoon VAPZ kan nooit hoger zijn dan 3027,09 euro per jaar (bedrag geldig voor het inkomstenjaar 2014), terwijl dat voor een sociaal VAPZ 3482,82 euro is. Er gelden ook minimumbedragen voor de premies: voor een gewoon VAPZ is dat 100 euro, voor een sociaal VAPZ 111,12 euro.”
Optimalisatie 2: meer pensioen opbouwen
“Een zelfstandige kan met een sociaal VAPZ 15 procent meer sparen dan met een gewoon VAPZ”, zegt Jannick Beyens. “Wettelijk moet de verzekeraar van de 15 procent extra premie 10 procent storten in het solidariteitsdeel van het sociaal VAPZ. Dat betekent dat de zelfstandige nog altijd 5 procent meer aan pensioen kan opbouwen met een sociaal VAPZ dan met een gewoon VAPZ.”
Een voorbeeld: Jan, 40 jaar, stort elk jaar tot zijn pensioen, dus 25 jaar lang, de maximale bijdrage voor een gewoon VAPZ _ 3027,09 euro voor 2014. Als hij tijdens zijn professionele carrière niet arbeidsongeschikt wordt, krijgt hij op zijn 65ste een pensioenkapitaal van 143.685 euro. Wordt hij op zijn 50ste blijvend arbeidsongeschikt door ziekte of een ongeval, dan kan hij geen verdere bijdragen meer storten. Zijn pensioenopbouw valt stil en het eindkapitaal valt veel lager uit.
Piet, die ook 40 jaar is, spaart elk jaar tot zijn pensioen de maximale bijdrage voor een sociaal VAPZ _ 3482,82 euro voor 2014. Als hij tijdens zijn beroepscarrière niet arbeidsongeschikt wordt, krijgt hij op zijn 65ste een pensioenkapitaal van ongeveer 148.785 euro. Wordt hij op zijn 50ste blijvend arbeidsongeschikt, dan kan hij geen bijdragen meer storten. Maar zijn pensioenopbouw valt niet stil, want de verzekeraar blijft VAPZ-bijdragen voldoen, waardoor de verdere kapitaalopbouw gegarandeerd is.
Optimalisatie 3: beter beschermd tegen arbeidsongeschiktheid
“10 procent van de bijdragen voor een sociaal VAPZ wordt gebruikt voor zogenoemde solidariteitsprestaties. Die verschillen van verzekeraar tot verzekeraar. De aansluiting bij dat solidariteitsstelsel mag niet afhangen van een geneeskundig onderzoek of van een vragenlijst”, stelt Beyens.
Wordt een zelfstandige met een sociaal VAPZ arbeidsongeschikt door ziekte of een ongeval, dan betaalt de aanbieder de VAPZ-bijdragen tot de verzekerde 65 is. Een zelfstandige met een gewoon VAPZ kan in die omstandigheden geen VAPZ-bijdragen meer betalen.
Veel aanbieders van een sociaal VAPZ dekken het inkomensverlies bij een tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid van de zelfstandige, zodat die een aanvullend inkomen heeft zolang hij niet kan werken. “Sommige sociale VAPZ’s voorzien daarenboven in een forfaitaire vergoeding om de kosten van een ernstige ziekte te dekken. Die ziekte moet als ernstig zijn erkend door het ministerie van Sociale Zaken; dat is bijvoorbeeld het geval voor kanker, leukemie, multiple sclerose, tuberculose, parkinson en de ziekte van Hodgkin”, aldus Beyens.
Voor vrouwelijke zelfstandigen die na een bevalling zwangerschapsverlof nemen, kan de verzekeraar gedurende een aantal kalenderkwartalen de VAPZ-bijdragen voor zijn rekening nemen.
Johan Steenackers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier