Wolfgang Riepl
Leve de industrie
De tijd dat industrie een ouderwets, stoffig en vuil imago had, ebt weg. Dat zegt Trends-redacteur Wolfgang Riepl.
De technologievereniging Agoria is vandaag bijzonder enthousiast. “Stormloop op technologiestudies”, klinkt het in een persbericht.
Volgens voorlopige cijfers klimt het aantal studenten voor richtingen zoals informatica en ingenieur met bijna een vijfde. Agoria verwacht dat dit jaar de minimale kritische drempel van 9000 studenten voor de invulling van de knelpuntvacatures wordt gehaald. 94 procent van die afgestudeerden vindt werk binnen het jaar.
Mooi zo. De voorbije jaren leek het even anders. Industrie leek wel dood, met de snoeiharde sluitingen van Opel Antwerpen of Ford Genk. In één klap werden duizenden banen weggemaaid. Maar ondertussen kregen we verhalen voorgeschoteld over de enorme sterkte van het Duitse economische model, dat net vooral steunt op industriële traditie en troeven.
Leve de industrie
Niet getreurd. Langzaam maar zeker waaiden die industrietroeven ook over naar Vlaanderen. De sector deed zelf uiteraard ook inspanningen. De tijd dat industrie een ouderwets, stoffig en vuil imago had, ebt weg. Een voorbeeld? Zeg niet ‘automecanicien’, maar ‘autotechnoloog’. Want in de auto-industrie doe je meer dan braaf aan de assemblagelijn knutselen. Steeds meer legt de sector de klemtoon op hoogtechnologische ontwikkelingen, ook via de toenemende toepassingen in internettechnologie. Wie droomt niet van een zelfrijdende auto? Zelfs de hacking-gevaren maken het beroep alleen maar spannender.
Meer nog: de autosector biedt internationale promotiekansen. Vlaamse ingenieurs beleven de uitdaging van hun leven in China, waar ze voor Volvo Cars en zijn Chinese eigenaar Li Shufu mee de Chinese fabrieken van het Zweedse premiummodel op gang draaien.
Kan het nog beter? Uiteraard. Het systeem van deeltijds leren en werken is sterk verbeterd. Maar het stelsel mag nog veel aantrekkelijker. Want ook daar spreken de cijfers boekdelen. De jeugdwerkloosheid in België bedraagt 21 procent. In Duitsland, een van de rolmodellen voor deeltijds leren, is dat geen 8 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier