Leasingsector verwacht geen slagveld op de bedrijfswagenmarkt
Renta, de federatie van de voertuigenverhuurders, reageert verrast op de plannen van de regering-Michel om opnieuw te sleutelen aan de fiscaliteit van de bedrijfswagens.
In het begrotingsakkoord neemt de regering-Michel de fiscale aftrek van tankkaarten in het vizier en ze maakt werk van de invoering van het mobiliteitsbudget. In een eerste reactie op het begrotingswerk stelt Renta, de Belgische federatie van de voertuigenverhuurders, dat er nog weinig concrete details bekend zijn. “Maar een slagveld op de bedrijfswagenmarkt zal dit op het eerste gezicht niet veroorzaken”, stelt de leasingsector. “De regering moet nu snel met meer inhoudelijke duidelijkheid komen.”
Tankkaarten moeten 100 miljoen opleveren
Met de verlaagde aftrekbaarheid van de tankkaarten mikt de regering op 100 miljoen euro extra inkomsten. Renta gaat ervan uit dat er ongeveer 900.000 tankkaarten in omloop zijn, of 75 procent van de 1,2 miljoen professioneel ingeschreven voertuigen.
“Dat betekent dat de regering dus 110 euro inkomsten per jaar per tankkaart wil recupereren. Tegen een aanslagvoet van 33,99 procent komt dat dus neer op een extra verwerping van 330 euro. Als we veronderstellen dat er per jaar met een bedrijfswagen voor ongeveer 2000 à 2500 euro wordt getankt, ligt er een gemiddelde supplementaire verwerping van brandstofkosten tussen 10 en 15 procent op de plank”, rekent Frank Van Gool, de directeur van Renta. “De huidige aftrekbaarheid van 75 procent zal dus wellicht zakken naar ongeveer 60 procent, tenzij er een staffel zou komen in functie van de CO2-uitstoot.”
Mobiliteitsbudget lijkt op fiscale koterij
Met die maatregel zullen vooral zuinige en moderne bedrijfswagens die weinig kilometers doen van de baan worden gehaald”
Over de invoering van het veelbesproken mobiliteitsbudget tast de sector nog in het duister. “Er is er nog maar heel weinig bekend over hoe de regering dat concept wil invullen, maar wat we tot nu toe weten, doet ons grote ogen trekken”, stelt Frank Van Gool.
De gebruiker van een bedrijfswagen zou kunnen kiezen voor een maandelijkse nettovergoeding als hij zijn bedrijfswagen inlevert. “Maar hoe lang je met een bedrijfswagen moet rijden, tot wanneer je zou kunnen rekenen op de nettovergoeding, en of je dat bedrag dan aan mobiliteit moet spenderen, dat is allemaal onduidelijk. Dit lijkt op een complexe fiscale koterij, die veraf staat van wat een mobiliteitsbudget zou moeten zijn”, oppert Renta.
Weinig efficiënt en weinig rechtvaardig
Volgens de leasingsector is het duidelijk dat vooral de werknemers die weinig privé- en woon-werkkilometers doen, interesse zullen hebben en een nieuwe of een tweedehandswagen op de baan zullen zetten, als dat voordeliger is dan de cashcompensatie die hen te wachten staat. “Met die maatregel zullen vooral zuinige en moderne bedrijfswagens die weinig kilometers doen van de baan worden gehaald. Uit eerdere studies blijkt dat meer dan 85 procent van de bedrijfswagengebruikers een ander voertuig zouden gebruiken om hun woon-werkverkeer te doen als ze dat voordeel zouden verliezen”, weet Frank Van Gool.
Een compensatie voor de bedrijfswagen geven, heeft volgens Renta enkel zin als die aan andere mobiliteitsmiddelen wordt besteed. “Al de rest lijkt ons weinig efficiënt en weinig rechtvaardig. Waarom zouden andere extralegale voordelen dan niet worden omgezet naar onbelaste cash?” vraagt Van Gool zich af.
De leasingsector rekent erop dat de modaliteiten nog besproken kunnen worden. “Ook al om te vermijden dat werkgevers worden geconfronteerd met werknemers die hun bedrijfswagen willen inleveren, maar contractueel gebonden zijn of het wederverkooprisico dragen”, aldus Renta.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier