Karel Baert (CEO Febelfin): ‘De banken zijn een bondgenoot in deze crisis’

KAREL BAERT "Ik zie voor Febelfin een rol weggelegd als geweten van de banksector." © DIETER TELEMANS
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

“Er zullen altijd bedrijven zijn die geen krediet krijgen, maar van een creditcrunch is geen sprake. Integendeel, de kredietbereidheid van de banken is intact gebleven”, zegt Karel Baert, de nieuwe CEO van Febelfin, de sectorfederatie van de banken in België.

Toen Karel Baert begin dit jaar de eerste gesprekken over de vacature bij Febelfin voerde, was corona nog de naam van een fris biertje. Toen hij midden april de teugels overnam van Karel Van Eetvelt, die CEO werd van voetbalclub Anderlecht, was het alle hens aan dek. “Deze crisis heeft mijn motivatie om de baan te aanvaarden alleen maar versterkt”, zegt de 60-jarige West-Vlaming in een videocall.

De coronacrisis legt meer dan ooit de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de banksector bloot. Die moet door kredietverstrekking het herstel van de economie ondersteunen. “In deze crisis zijn de banken de bondgenoot van hun klanten”, zegt Baert. “Tegelijk moeten ze zorgen dat ze zelf overleven. Dat is een delicate evenwichtsoefening.”

Baert heeft ervaring in de financiële sector. Eind vorige eeuw werkte hij tien jaar voor Deutsche Bank. Daarna begeleidde hij de opstart van bpost bank. De voorbije twintig jaar was hij actief als headhunter en consultant voor Egon Zehnder. “Maar ook daar was ik gespecialiseerd in de financiële sector. Ik heb de sector eigenlijk nooit verlaten. Ik werkte bij Egon Zehnder zowel voor banken, verzekeraars als toezichthouders.”

Waarom was u geïnteresseerd in de baan van CEO van Febelfin?

KAREL BAERT. “Dit is een cruciale periode voor de banken. Zij kunnen aantonen hoe relevant ze zijn voor de samenleving. Zonder pretentieus te willen klinken, zie ik voor Febelfin een rol weggelegd als geweten van de sector. Wij hebben als federatie de verantwoordelijkheid om onze leden te wijzen op maatschappelijke ontwikkelingen en behoeften.”

Hoe uit die maatschappelijke rol van de banken zich?

BAERT. “In deze omstandigheden natuurlijk vooral in de ondersteuning van de economie. Maar ook in andere domeinen. Onze klanten willen op een veilige, digitale en sociale manier bankieren. Die maatschappelijke trend willen we bestendigen. Dat betekent dat we als sector zo veel mogelijk klanten toegang moeten bieden tot de digitale kanalen en hen daarin moeten helpen en begeleiden. We hebben ook een belangrijke rol te spelen in de evolutie naar een duurzame samenleving. Consumenten, burgers en ondernemers verwachten dat de banken hun kredietverlening meer oriënteren naar duurzame projecten. Dat zijn geen enkelingen meer, dat is uitgegroeid tot een brede maatschappelijke stroming.”

KAREL BAERT
KAREL BAERT “De banken hebben er geen baat bij als klanten failliet gaan. We moeten samen uit deze crisis komen.”© DIETER TELEMANS

Hoe zijn de banken omgegaan met de coronacrisis?

BAERT. “Onze grootste zorg was de klanten, zowel gezinnen als ondernemingen, op de beste manier te ondersteunen. Zelfs op het dieptepunt van de gezondheidscrisis is de dienstverlening niet in het gedrang gekomen of onderbroken geweest. En ook inzake kredietverlening hebben we getoond dat we er staan.”

Er komt nochtans kritiek van ondernemers die moeilijk of niet aan nieuwe kredieten raken.

BAERT. “Heel wat particulieren en bedrijven doen een beroep op het uitstel van betaling dat het federale bankenplan mogelijk maakt. Dat loopt als een trein. Ook de verstrekking van nieuwe bedrijfskredieten is niet stilgevallen. De kredietomloop is toegenomen, terwijl we merken dat de kredietvraag afneemt door een daling van het ondernemersvertrouwen. Van een creditcrunch is geen sprake. Integendeel, de kredietbereidheid van de banken is intact gebleven.”

Uit de recentste conjunctuurenquête van de Nationale Bank blijkt nochtans dat Belgische bedrijven minder gemakkelijk toegang krijgen tot bankkredieten.

BAERT. “Je moet die cijfers in perspectief zien. 16 procent van de ondernemingen ervaart de kredietvoorwaarden als belemmerend. In januari, toen van corona nog geen sprake was, was dat 5 procent. Dat is een stijging, maar ze is niet alarmerend. Tijdens de financiële crisis van 2008 en 2009 klaagde 50 procent van de ondernemingen over een kredietverstrakking.

“Het is ook niet abnormaal dat de kredietvoorwaarden strenger worden. We zitten in een economische crisis zonder voorgaande, en dat houdt voor de banken hogere risico’s in. Daarom is het logisch dat bij elk nieuw krediet een evaluatie plaatsvindt in functie van de levensvatbaarheid van een onderneming op lange termijn. Banken werken met het geld van spaarders en hebben de verplichting dat geld op een verantwoorde manier te gebruiken. Er zullen altijd bedrijven zijn die geen krediet krijgen. Dat dat er nu meer zijn dan anders, is in de gegeven omstandigheden normaal, en het blijft een minderheid.”

De nieuwe kredieten met overheidswaarborg uit het federale bankenplan, de zogenoemde bazooka, slaan niet aan omdat de looptijd beperkt is tot maximaal een jaar. Op die korte tijd kunnen bedrijven hun problemen onmogelijk oplossen én het krediet terugbetalen. Vanwaar die foute inschatting?

BAERT. “Het federale bankenplan is tot stand gekomen op een moment dat iedereen nog geloofde in een snel economisch herstel. Geleidelijk aan is duidelijk geworden dat de crisis veel langer zal duren en dat het invullen van een liquiditeitsbehoefte van één jaar de meeste ondernemingen geen soelaas biedt. Daarbij komt dat een bank wettelijk verplicht is haar klant het juiste krediet aan te bieden. Wij mogen ondernemingen geen krediet van maximaal een jaar aanbieden als er een liquiditeitsbehoefte op langere termijn is.”

Komt er een bijsturing van de bazooka?

BAERT. “Daar ben ik van overtuigd. Dat heet voortschrijdend inzicht. De overheid heeft 50 miljard euro uitgetrokken. Het komt er nu op aan dat geld op de meest efficiënte manier te besteden. Een uitbreiding van de bazooka naar leningen met een termijn van drie of vier jaar, zoals Febelfin-voorzitter en KBC-topman Johan Thijs opperde, is een van de mogelijkheden. Zo kunnen we tegemoetkomen aan de verzuchtingen van het bedrijfsleven.”

Zullen de banken de economie redden, zoals minister van Financiën Alexander De Croo hoopt?

BAERT. “Het zou van overmoed getuigen daar volmondig ja op te antwoorden. Maar de banken hebben wel een belangrijke sleutel in handen. Daarom is het belangrijk dat iedereen – overheid, bedrijven en sectororganisaties – beseft dat de banken in deze crisis een bondgenoot zijn. De banken hebben er geen baat bij als klanten failliet gaan. We moeten samen uit deze crisis komen.”

Dreigen de banken niet zelf in de problemen te komen, als de kredietverliezen hoog oplopen door wanbetaling en faillissementen?

BAERT. “Dat is onze moeilijke opdracht: we moeten een evenwicht vinden tussen onze rol als kredietverstrekker en de behoefte aan veilige en solide banken. Het staat vast dat we in de klappen zullen delen en dat de kredietverliezen zullen toenemen, maar we moeten zorgen dat we deze crisis overleven.”

Kunnen onze banken deze schok aan?

BAERT. “Ze zijn heel goed voorbereid. De voorbije jaren is veel aandacht gegaan naar het versterken van de kapitaalbuffers en het toezicht op de sector, om een nieuwe schok te kunnen opvangen. Daardoor zijn we nu goed gewapend.”

Vreest u dat de economische crisis op termijn uitmondt in een nieuwe bankencrisis?

BAERT. “Veel zal afhangen van de duur van de crisis. We moeten in alle scenario’s rekening houden met een opflakkering van het virus. Niettemin heb ik vertrouwen in de toekomst. De toezichthouders en de Europese instellingen hebben de lessen getrokken uit de vorige bankencrisis. Ze weten wat ze moeten doen, om niet in een situatie zoals in 2008 terecht te komen. Iedereen beseft hoe belangrijk het is dat de economische crisis niet uitmondt in een financiële crisis. Want de financiële instellingen hebben nog een cruciale rol te spelen in het herstel van de economie.”

Door de oplopende kredietverliezen komt de winstgevendheid van de banken verder onder druk te staan. Zullen de komende jaren nog meer besparingen, afslankingen en herstructureringen volgen?

BAERT. “De banken zullen zich moeten aanpassen. Op de kosten letten en efficiënt werken is een must. Maar ze moeten ook naar hun klanten luisteren en hun businessmodel aanpassen aan hun behoeften. Mensen willen veiliger bankieren, minder cash gebruiken, ze vragen digitale oplossingen. Nog meer dan vroeger zullen de banken moeten inzetten op innovatie en digitalisering.”

Wat betekent dat voor het kantorennetwerk?

BAERT. “Dat er nog kantoren zullen sneuvelen, is best mogelijk. Maar het belangrijkste is dat de klant goed geholpen wordt. België heeft nog altijd een van de dichtste netwerken van bankkantoren in Europa. Ik ben ervan overtuigd dat kantoren de komende vijf tot tien jaar een belangrijk contactkanaal blijven in ons land.”

Hoe verwacht u dat het bankenlandschap in België zal evolueren? Komt er een verdere consolidatie?

BAERT. “Ik ben niet zeker dat we naar minder banken gaan. Ik verwacht eerder dat bepaalde banken zich specialiseren. In de mate dat zij erin slagen hun businessmodel aan te passen en te innoveren, hebben zij een goede kans op slagen. Of het kunnen nieuwe initiatieven zijn. Naast de grote banken die een brede waaier van diensten aanbieden, is er op de Belgische markt plaats voor nichespelers. Wie op specifieke behoeftes inspeelt, heeft zeker een bestaansreden.”

Bio

– Geboren op 29 februari 1960 in Leuven

– Getrouwd, drie kinderen

– Master in de rechten (KU Leuven, 1983) en master in financieel management (KU Leuven, 1989)

– 1985: start zijn loopbaan als advocaat aan de Brusselse balie bij Braun, Claeys, Verbeke (nu Allen & Overy)

– 1985-1992: corporate banker bij Deutsche Bank

– 1992 tot 1995: wordt regiodirecteur voor Zuid-Nedersaksen (corporate, retail en private banking) voor Deutsche Bank in Duitsland

– 1995: stapt over naar bpost, waar hij de oprichting van bpost bank begeleidt en bestuurder wordt van die joint venture van Generale Bank (nu BNPP Fortis) en bpost

– 1996-2000: is als directeur retail van bpost verantwoordelijk voor het netwerk met 1380 postkantoren en 10.000 medewerkers

– 1999: gedelegeerd bestuurder van bpost bank

– 2000: gaat naar Egon Zehnder, een wereldspeler in managementadvies en executive search, waar hij in 2006 partner wordt

– 15 april 2020: CEO van Febelfin

Partner Content