Jochim Aerts (eigenaar fietsmerken Ridley en Eddy Merckx): ‘Door de files staan wij aan de vooravond van een fantastische toekomst’
Trends selecteerde de beste artikels van 2017. Eén daarvan ging over fietsen en files.
Dit artikel verscheen eind juli in Trends.
Jochim Aerts richtte het racefietsenbedrijf Ridley op en nam onlangs het merk Eddy Merckx over. Maar hij mikt nog veel hoger en gooit zich op de markt van de e-bikes en de stadsfietsen. Om die groei te financieren volgt mogelijk een beursgang.
Jochim Aerts (45) bouwde het door hem opgerichte Ridley uit tot de grootste Belgische racefietsfabrikant. Na de overname van het merk Eddy Merckx is hij de ongekroonde koning van de nationale fietsbranche. Al zal hij dat merk eerst zijn vroegere luister moeten terugbezorgen. Eddy Merckx Cycles (EMC), het door de wielerkampioen opgerichte fietsbedrijf, werd de voorbije jaren geplaagd door miljoenenverliezen. Een rist CEO’s passeerde er de revue, maar ze konden het bloeden niet stelpen. Eddy Merckx had EMC in 2008 verkocht aan Joris Brantegem, die de schoenengroep Brantano groot had gemaakt. Nadien kwam het bedrijf in handen van de holding Diepenstyn van Jan Toye. Die heeft het merk Merckx – niet het bedrijf – aan Aerts verkocht.
Maar er ligt meer werk op de plank voor de Limburger. Om de winstgevendheid van zijn bedrijf op lange termijn te verzekeren, moet het aantal verkochte fietsen spectaculair stijgen. Die expansie is ingezet. Zo wordt de capaciteit van de montage in de hoofdzetel van Ridley in Paal-Beringen opgevoerd van 20.000 tot 80.000 à 100.000 fietsen per jaar. Dat aantal haalt Aerts nooit met racefietsen alleen, en dus komt er onder meer een gamma elektrische fietsen bij. De toenemende file-ellende op de wegen komt daarbij als geroepen.
Werd het bedrijf Eddy Merckx mismeesterd?
Jochim Aerts:. “Er zijn pijnlijke dingen gebeurd. Bij de Brantano-groep gingen ze er te licht over. Ze dachten blijkbaar dat een fiets iets als een schoen is. Als je de kennis van het product verliest en de aansluiting met de nieuwe technologie niet in de vingers hebt, krijg je een product dat niet marktconform is. Dat was het geval in 2010-2011, toen EMC de wielerploeg Quick-Step sponsorde. Laten we het erop houden dat het veel beter had gekund. Ik denk dat Joris Brantegem besefte dat hij zich erop had verkeken en er daarom abrupt is uitgestapt.
“En toen werd Diepenstyn de eigenaar. Die is bekend van het biermerk Palm. Maar als je een fietsbedrijf koopt, en het fietsen niet in je bloed zit… Ze hebben er eerst managers van buiten de fietsbranche op gezet. Die hadden een mooi trackrecord, maar niet in onze sector. Uiteindelijk heeft Diepenstyn een CEO binnengehaald die wel uit de branche kwam, maar hij zag het te groots en heeft onstuimige beslissingen genomen. Diepenstyn heeft het roer omgegooid en voor de productontwikkeling een ervaren rot binnengehaald.
“De laatste twee à drie jaar heeft die hard gewerkt aan een product dat wel marktconform is. De problemen die we hadden met de kaders die niet stijf genoeg waren, zijn allang verleden tijd.”
Hoe verliepen de onderhandelingen met Diepenstyn?
Jochim Aerts:“Over de overnameprijs zeg ik niets, maar we hebben het merk gekocht, niet het bedrijf. Het bedrijf was een te groot risico. Je weet maar nooit welke lijken er dan uit de kast vallen. We hebben wel gezegd dat we geen joint venture wilden. Er was ook interesse uit de Verenigde Staten, maar Jan Toye vond de Belgische component belangrijk, zodat hij liever met ons voortging. Heel dat verhaal heeft bewezen dat je voldoende schaalgrootte moet hebben om rendabel te kunnen zijn, want er zijn zo veel normen waar je aan moet voldoen, van Europese veiligheidsnormen tot normen van de internationale wielerfederatie UCI. Dat is evenveel werk voor Merckx als voor ons als voor een wereldmerk zoals Specialized. Dat haalt 1 miljard euro omzet, wij 36 miljoen en Merckx 9 miljoen.
We willen van een Eddy Merckx-fiets geen Ridley met een Eddy Merckx-sticker maken
“Ik schat dat een bedrijf als Merckx pas met een omzet van 17 à 18 miljoen euro break-even kan draaien. Als je daar niet vrij snel geraakt, blijf je verlies maken. Diepenstyn was daar vrij open over. Nu, als EMC het perfect had gedaan, zou het nu een bedrijf met een omzet van 20 of 25 miljoen euro zijn. Maar dan nog, ik heb Merckx nooit beschouwd als een concurrent. Onze concurrenten zijn de grote vijf: Trek, Giant, Specialized, Cannondale en Merida.”
Wat gebeurt er met de vestiging van EMC in Zellik?
Jochim Aerts:“Diepenstyn zal de activiteiten voortzetten tot eind dit jaar en dan zal die vestiging stilvallen. EMC had hier geen assemblage en afwerkende activiteiten meer. Kaders ontwikkelen en lakken gebeurde bij anderen, die alles assembleerden. Het deed in België enkel box moving: het kocht kant-en-klare producten en in België werden die dozen geopend. In de jaren 2005-2010 was het de algemene trend de productie en de assemblage te verhuizen van Europa naar het Verre Oosten. Wij hebben het omgekeerde gedaan en beslist hier een fabriek te bouwen en een lakkerij te openen in Moldavië in Oost-Europa. Dat blijkt de juiste beslissing te zijn.”
Hoeveel fietsen produceert u?
Jochim Aerts: “Vorig jaar 35.000 à 36.000 fietsen en fietskaders, waarvan 20.000 in Paal-Beringen worden geassembleerd. Onze fietsen voor Australië en Japan worden in Azië in elkaar gezet. Voor Merckx zullen dat 7000 à 8000 stuks zijn. Al verwachten we nu een kleine terugval, door die overname. EMC heeft ooit 10.000 stuks gehaald, maar toen Diepenstyn het stuur in handen nam, waren het er nog maar 4000 à 5000. Zij hebben toen stevig geïnvesteerd in ontwikkeling, en dat zie je.”
Denkt u eraan Eddy Merckx zelf in te schakelen?
Jochim Aerts: “Een van onze must haves waren de portretrechten, omdat hij voor het merk uiteraard onze ambassadeur nummer één is. We zouden hem er dus heel graag weer nauw bij betrekken. Eddy is ook heel zijn leven een materiaalfreak geweest. Hij fietst ook nog heel frequent, bijna dagelijks naar ik verneem. We willen van een Eddy Merckx-fiets geen Ridley met een Eddy Merckx-sticker maken.”
Hoe groot is uw marktaandeel in België?
Jochim Aerts: “15 procent. Merckx zit aan 7 à 8 procent. Samen geeft dat 22 procent, wat heel veel is. Als we zulke procenten in het buitenland zouden kunnen realiseren, worden we de grootste ter wereld. Wat overigens niet mijn ambitie is.”
Welke ambitie hebt u dan wel?
Jochim Aerts: “Jaarlijks 100.000 fietsen en kaders afleveren is absoluut een doelstelling. Het zal wat later gebeuren dan gepland, maar dat komt doordat de wissel van onze aandeelhoudersstructuur wat heeft aangesleept. Drie jaar geleden stapte ondernemer Paul Kumpen uit ons kapitaal en zijn de investeringsmaatschappij LRM en het Taiwanese Ideal Cycles ingestapt. Sindsdien hebben we gewerkt op de structuur en de processen. Van het management dat er was toen Kumpen uitstapte, is niemand meer in het bedrijf. Het was geen lachertje. LRM heeft me geholpen de juiste beslissingen te nemen.”
Een topmodel van een e-bike vergt een investering van 700.000 à 800.000 euro. Maar je moet een gamma e-bikes maken, dus tel maar uit.
“Ik wil in eerste instantie een bestaansrecht voor deze firma creëren, door naar een gezond rendement van 7 procent te gaan. Maar daarvoor heb je kritische massa nodig. Ik dacht altijd dat die voor ons 40 à 50 miljoen euro zou zijn, maar nu zeg ik dat het 70 miljoen, en wellicht zelfs 100 miljoen is. Binnen de vijf jaar moet dat haalbaar zijn. In productontwikkeling wil ik bij de besten blijven behoren. Maar daar ben ik niet bang voor, want we liggen mee aan de basis van de Flanders Bike Valley, een innovatiecentrum voor het wielrennen dat hier is gevestigd, en we werken samen met universiteiten. De Flanders Bike Valley trekt uitvinders aan, die met hun product naar de markt willen trekken en een partij zoeken die mee investeert. Wij hebben al in twee van die uitvinders geïnvesteerd.”
U bent de eigenaar van Ridley.
Jochim Aerts: “Ik heb 72 procent van de aandelen van de vennootschap Race Productions, die eigenaar is van het merk. Dat zal allicht niet zo blijven, want we plannen een kapitaalronde. Die komt er misschien dit jaar nog, of anders in 2018, om onze verbreding te financieren. Er komen e-bikes bij en een volledig gamma mountainbikes. We gaan met Ridley heel breed, net als wereldmerken zoals Scott en Trek. Met de huidige middelen gaat dat een rem zijn. Een topmodel van een e-bike vergt een investering van 700.000 à 800.000 euro. Maar je moet een gamma e-bikes maken, dus tel maar uit.”
Waarom e-bikes?
Jochim Aerts: “We moeten mee met de trend. Onze eerste e-bikes komen in 2018 op de markt. Op de Eurobike-beurs in september stellen we ook onze eerste speedbike voor, die 40 à 45 kilometer per uur haalt. En volgend jaar lanceren we een echte wauwfiets, waarvan de mensen zullen zeggen: wat doen ze nu? Daarin steken we al onze kennis. Die is volledig aerodynamisch ontwikkeld voor het woon-werkverkeer. Voor die comfortabele e-bikes lanceren we een derde merk, naast Ridley en Eddy Merckx. We zullen nooit de merknaam Ridley zetten op een fiets waarvan het stuur hoger staat dan het zadel.”
U komt wel laat met e-bikes.
Jochim Aerts:“In mijn ogen zijn we perfect op tijd, want nu komen de derdegeneratiesystemen eraan, met nieuwe motoren, veel betere batterijen die aan volle trapondersteuning een actieradius van minstens 50 kilometer garanderen. We zijn al anderhalf jaar fietsen met die nieuwe Duitse motor aan het afbeulen, en we krijgen ze niet kapot. Zodra die derde generatie bekend is bij de consument, is de tweede generatie dood.”
Hoeveel kapitaal wilt u ophalen?
Jochim Aerts: “Onze CFO, Rika Govaerts, is dat aan het uitzoeken. Ze komt uit de banksector en is hier actief sinds september, maar ze is op korte tijd mijn financiële rechterhand geworden. Als ik haar een aantal jaren eerder aan mijn zijde had gehad, zouden we vandaag verder staan. Nu, tientallen miljoenen hoeven we niet te zoeken, maar met 2 of 3 miljoen euro gaan we het ook niet redden. Het zal een combinatie met bankleningen zijn, maar ik ga zelf ook weer kapitaal inbrengen.”
Komen de groten hier aankloppen?
Jochim Aerts: “Die interesse is er al geweest. Zeg nooit nooit, maar het is toch de bedoeling het bedrijf standalone te houden en te verankeren. Mijn vroegere compagnon, Paul Kumpen, zei dat we, naar analogie met de autosector, de Porsche van de VW-groep moesten worden. Maar ik zie mij niet werken voor een grote fietsengroep, zoals Accell of PON.”
Hoe ziet u die verankering?
Jochim Aerts: “Misschien kan een beursgang een goede verankering zijn, als er in een volgende fase meer kapitaal moet komen. Verkopen? Ik mag heel succesvolle ondernemers als vriend beschouwen. Een van hen is Bob Verbeeck (de CEO van het sportmarketingbedrijf Golazo, nvdr). Hij zegt: verkopen is verarmen.”
Alle racefietskaders worden gemaakt in Taiwan?
Jochim Aerts: “Zo ongeveer. Er zijn ongeveer twintig fabrieken die carbonframes maken. Wij zitten bijvoorbeeld in een fabriek die ook de kaders maakt voor Cannondale, Cervélo en Scott. Maar ik zie niet wat die andere drie aan het doen zijn, en zij zien niet wat wij doen. Elk heeft zijn eigen ingenieur. Wij leveren alleen de data voor de vormgeving en onze verwachtingen voor de stijfheid tegenover het gewicht.”
In de Brantano-periode lanceerde EMC een Merckx-stadsfiets en een Merckx-schoenencollectie.
Jochim Aerts: “We zien mogelijkheden voor de naam Eddy Merckx, maar niet in schoenen. En er komen zeker ook geen stadsfietsen. De onderliggende gedachte van Brantano was: de mensen die Eddy Merckx kennen, zijn nu een dagje ouder, dus die gaan nu een Merckx-stadsfiets kopen. Maar dat past niet bij het imago van Merckx. We hebben het wel over de grootste renner aller tijden, en ik vind dat het merk op het niveau van het topmerk Pinarello moet worden gebracht. Dat is in onze sector het boetiekmerk, dat vorig jaar trouwens werd gekocht door Louis Vuitton. Wij gaan Merckx opnieuw brengen tot wat het was, door vooral te focussen op race.”
Ook de fietssector ontsnapt niet aan de brexit, Trump en Turkije.
Jochim Aerts: “Ja, maar door de files staat onze branche, ondanks deze moeilijke periode, aan de vooravond van een fantastische toekomst. De fiets wordt in het westen herontdekt als transportmiddel. Wie met de fiets komt werken, krijgt respect van zijn collega’s. Van een man die twintig jaar geleden met de fiets kwam werken, werd nog gezegd dat hij onder de plak zat, want hij moest de auto aan zijn vrouw laten (lacht). Zo verandert de kijk op het woon-werkverkeer per fiets, en dat is fantastisch. In Zuid-Amerika en landen als China en India wordt de fiets nu pas ontdekt als iets fijns om in het weekend op rond te rijden. Ons segment gaat daar groeien.
“Daarom zetten wij zo zwaar in op productontwikkeling voor mobiliteit. Je kunt heel ver gaan als je nadenkt over de toekomst van de fiets. Er komen systemen om fietsen goed te stockeren, want nu zul je aan het station geen dure fiets van enkele duizenden euro’s stallen. Dat kan uitmonden in heuse fietsgarages, zeker als je weet hoe lucratief autoparkings kunnen zijn. Ik merk het telkens als ik in Zaventem mijn parkeerticket moet betalen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier