Jacob Wallenberg: ‘Er bestaat geen bedrijf dat niet gered kan worden door een individu’
Trends selecteerde de beste artikels van 2017. Een daarvan was een interview met Jacob Wallenberg, die beschouwd wordt als de machtigste Europese zakenman.
Jacob Wallenberg wordt beschouwd als de machtigste Europese zakenman. Hij is de topman van het beroemde Zweedse Wallenberg-imperium dat zowat 600.000 banen vertegenwoordigt en een lange lijst topbedrijven controleert. Trends ging op visite. “Zonder de Ronnie Letens van deze wereld zouden we dit nooit kunnen.”
In een statige maar anonieme rijwoning in centrum Stockholm huist Investor AB, het voornaamste en beursgenoteerde investeringsvehikel van de familie Wallenberg. Via Investor, waarvan de 61-jarige Jacob Wallenberg de voorzitter is, drukt de familie haar stempel op de industriële kroonjuwelen van Zweden, zoals Atlas Copco, ABB, Electrolux, Ericsson, SKF, Saab, SAS, Stora Enso, AstraZeneca en Mölnycke. Die zijn samen honderden miljarden euro’s waard. Om aan te geven uit welk hout de familie gesneden is: de diplomaat Raoul Wallenberg redde in de Tweede Wereldoorlog het leven van tienduizenden joden. Bovendien zitten de familiebelangen vergrendeld in stichtingen die jaarlijks een fortuin uitkeren aan onderzoek en ontwikkeling in Zweden. Geen wonder dat, allicht op de koninklijke familie na, geen dynastie meer aanzien geniet in Zweden en omstreken.
Hoe verklaart u het stevige aantal succesvolle Zweedse multinationals?
JACOB WALLENBERG. “Omdat de thuismarkt te klein is, moesten onze bedrijven al zeer vroeg internationaal gaan. Wist u dat de eerste bedrijven die na de Spanjaarden naar Mexico trokken, Zweedse bedrijven waren? En dat de eerste om na de Britten naar Australië te gaan, de Zweden waren? Als je als land te klein bent, is de enige manier om op lange termijn te overleven, ervoor te zorgen dat je als bedrijf uitblinkt. De bedrijven waarmee we werken moeten dus de drive hebben om wereldleider te zijn.”
En u bent er steeds om hen te steunen?
‘Als we niet presteren, krijgen we veel kritiek. En dat is ook hoe het moet zijn’
WALLENBERG. “Wij geloven in aandeelhouderschap op lange termijn. Dat wil niet zeggen vijf jaar. Onze langste participatie loopt al 161 jaar, bij de door onze stamvader André Oscar Wallenberg opgerichte bank SEB. Er zijn er ook heel wat waarin we ongeveer 100 jaar participeren. We willen geëngageerde aandeelhouders zijn. We willen om de tafel zitten met de raad van bestuur en een belangrijke stem in het debat hebben. Het belang van het bedrijf primeert. Soms betekent dat ook dat we verkopen, of participeren in een fusie zoals van Asea en Brown Boveri (tot ABB, nvdr), of van Stora en Enso, en Astra en Zeneca. Wij zijn niet de ultieme eigenaars. Dat moeten wij accepteren.”
Als Wallenberg een belang verkoopt, is dat bijna schokkend voor Zweden.
WALLENBERG. “Absoluut. We deden het met Scania, dat we in 2000 verkochten aan Volkswagen, omdat we vonden dat Scania op langere termijn in een groter geheel thuishoorde. Misschien zijn we verkeerd, misschien hebben we gelijk. Dat weet je nooit. Maar je beslist na een grondige analyse en dan ga je ervoor. Applaus krijg je nooit. Als we niet presteren, krijgen we veel kritiek. En dat is ook hoe het moet zijn. We zijn hier om waarde te genereren voor onze aandeelhouders, niet om bedrijven te verzamelen in een soort traditionele Zweedse setting.”
De familie staat voor 600.000 banen.
WALLENBERG. “Ik bekijk dat niet als een persoonlijke verwezenlijking, wel als een verantwoordelijkheid. Ik heb altijd geprobeerd te participeren in een proces om meer competitieve bedrijven te creëren die gezond konden groeien. Een van de gevolgen is hopelijk dat er banen bij komen. Maar ik leid geen business alleen om banen te creëren. Als ik enkel daarop focus, ben ik als de vorige Franse regering. Ik weet dat het zo niet werkt.”
Is ‘Zweden eerst’ voor de familie de gouden regel?
WALLENBERG. “Dat is alleen een regel in onze stichtingen. Als het over onze bedrijven gaat, investeren we voornamelijk in de noordse landen, en 80 procent in Zweden. Ze hoeven dus niet per se Zweeds te zijn, maar we kennen wel de Zweedse mentaliteit. Als we Franse, Italiaanse of Belgische bedrijven zouden kopen, is dat telkens een andere cultuur en traditie. Als je je wilt meten met de wereld, moet je goed weten wat je precies leidt.”
Net als in Duitsland zijn de vakbonden vertegenwoordigd in de raden van bestuur. Hoe kijkt u dan naar landen als België of Frankrijk, waar de verhoudingen met de vakbonden veel meer gespannen zijn?
WALLENBERG. “Wij hebben een zeer gedereguleerde maatschappij, waarin de vakbonden centraal staan. De relatie tussen de vakbonden en de werkgevers is gebaseerd op de wederzijdse wens bedrijven te ontwikkelen. De bonden nemen dus deel aan de strategische ontwikkeling van het bedrijf. De meeste afgevaardigden zijn hoogopgeleide, slimme individuen, die meestal beseffen dat er geen jobs meer zijn als een bedrijf implodeert en er dus maatregelen nodig zijn om het overleven van het bedrijf te garanderen. Vaak gaan ze zelfs met het management naar de fabriek die moet gesloten worden, ook als het een fabriek is waar ze zelf hebben gewerkt.
‘Nu zijn we het meest gedereguleerde land in de OESO, en dat is waarom Zweden zo’n sterke economische groei kent’
“De Scandinavische mentaliteit is natuurlijk anders dan de mediterrane. Wij zijn een maatschappij die is gericht op consensus, we zoeken minder het conflict op. Iedereen begrijpt wat nodig is om te slagen. Het is heel belangrijk te onthouden dat Zweden in 1965 wereldwijd de op een na hoogste levensstandaard had, omdat we na de oorlog verder goederen konden blijven produceren en bijdragen aan de heropbouw van de wereld. Zo hebben Zweedse bedrijven zich zo sterk kunnen ontwikkelen. Maar midden de jaren zestig startten de socialisten een zeer groot experiment, en hebben ze in zowat twee decennia alle welvaart opgebruikt. Zweden zakte in levensstandaard van de tweede naar de veertiende plaats op de vijftien landen die toen in de statistieken van de OESO werden gerangschikt.
“We veranderden daarop opnieuw het geweer van schouder en traden toe tot de Europese Unie, met een zeer protectionistische houding. Zo was het voor buitenlandse bedrijven verboden Zweedse over te nemen. Als ik naar het buitenland reisde en meer dan 100 dollar wou meenemen, moest ik de centrale bank om toelating vragen. De centrale bank controleerde ook de banken over hoeveel die jaarlijks mochten groeien, en de voorzitter van de socialistische vrouwenbond wou zelfs parabolische tv-antennes verbieden omdat mensen foute informatie zouden kunnen ontvangen. We spreken over 1982. We waren het meest door de overheid gecontroleerde land aan deze kant van het IJzeren Gordijn. Maar nu zijn we het meest gedereguleerde land in de OESO, en dat is waarom Zweden zo’n sterke economische groei kent.”
Maar de bevolking wordt net als in België nog steeds zwaar belast.
WALLENBERG. “Het hangt ervan af hoe je het bekijkt. De personenbelasting is misschien de derde hoogste ter wereld, maar Zweden heeft wel de vermogensbelasting, de erfenisbelasting en de schenkingsbelasting afgeschaft. Dus als je het leven van een persoon bekijkt, is het belastingniveau allicht vergelijkbaar met dat van heel wat andere landen, zoals de Verenigde Staten. Twintig à dertig jaar geleden verhuisden heel wat ondernemers naar het buitenland, zoals Ingvar Kamprad die IKEA oprichtte, of Stefan Persson van H&M. Ze zijn allemaal teruggekeerd. Anderen, zoals de oprichters van Spotify, zijn minstens deels teruggekeerd. Dit is een omgeving die veel meer uitnodigend is. Buiten Zweden zijn weinigen zich daarvan bewust. Een Amerikaan denkt nog steeds dat wij in de jaren zestig leven en een socialistische maatschappij zijn.”
Het verschil tussen België en Zweden is ook dat wij niet zo’n dominante factor genaamd Wallenberg hebben, die de hele Zweedse industrie stut. Wij hebben veel bedrijven verkocht aan het buitenland.
WALLENBERG. “Je hebt volkomen gelijk. Omdat wij grote aandeelhouders zijn, kunnen wij eisen stellen aan onze bedrijven. Maar ik wil daaraan toevoegen dat een belangrijke aandeelhouder zijn niet automatisch succes genereert. Integendeel. Als je zelfgenoegzaam wordt, kan je bedrijven vernietigen. Belangrijk was en is dat we onze bedrijven managen om de beste in de wereld te zijn. We zorgen ervoor dat ze focussen op O&O, wat van fundamenteel belang is voor de ontwikkeling op lange termijn. Maar voor dat alles moet je de beste mensen hebben, de Ronnie Letens van deze wereld, en hun alle steun geven (de voormalige Trends Manager van het Jaar Ronnie Leten was tot eind april de CEO van Atlas Copco en is nu voorzitter van Electrolux en het van Atlas Copco afgesplitste Epiroc, nvdr). Wij zijn belangrijke aandeelhouders, en dat lijkt mooi aan de oppervlakte, maar dat is niet de echte reden waarom deze bedrijven het zo goed doen. Dat zijn de Letens van deze wereld.”
Hoe behoudt u het helikopterzicht?
WALLENBERG. “Opnieuw, dankzij mensen, de Letens. Zonder hen zouden we dit nooit kunnen. In onze generatie Wallenbergs zijn we met drieën (Jacob Wallenberg, zijn broer Peter Junior en hun neef Marcus vormen samen de vijfde generatie, nvdr) en we kunnen niet overal aanwezig zijn. Dus moeten we een groep van vertrouwelingen uitbouwen, van voorzitters en CEO’s, doorgewinterde zakenlui die zeer close zijn, met wie we voortdurend spreken en ideeën uitwisselen, en die in onze naam verantwoordelijkheid nemen. Mijn grootvader zei dat er geen bedrijf bestaat dat niet kan worden gered door een individu, noch dat er een bedrijf is dat niet kan worden vernietigd door een individu. Goede mensen maken een enorm verschil.”
Is het moeilijker voor iemand als Ronnie Leten om CEO van een Zweeds bedrijf te worden?
WALLENBERG. “Het staat buiten kijf dat het in dit land moeilijker is voor een buitenlander om CEO te worden. Als je het mij vraagt is het eender waar moeilijk voor een buitenlander om CEO te worden, wat het zoveel indrukwekkender maakt wat Ronnie heeft bereikt.”
Er zijn wereldwijd heel wat onzekerheden.
WALLENBERG. “Ik ben zeer bezorgd over de geopolitieke situatie. Het enige waar een zakenman niet van houdt, is onzekerheid. Het leidt ertoe dat iedereen afwacht, al merk ik toch dat bedrijven stilaan opnieuw beslissingen nemen over investeringen. Brexit is brexit, of we dat nu leuk vinden of niet, maar je ziet ongeveer waartoe het zal leiden. Trump is al een hele poos in het Witte Huis, en je begint te zien wat hij meent en wat niet. Poetin is wat gekalmeerd, net als China. Het leven gaat verder, al hou ik mijn ogen en oren open.”
Bent u pessimistisch over de Europese industrie?
WALLENBERG. “De grote Europese bedrijven die ik ken, zullen competitief blijven. Ze investeren in relevante domeinen en worden goed geleid. Maar als het over landen gaat, is het een ander verhaal. De Europese leiders zijn niet hard genoeg. We hebben nu harde leiders in China, Rusland, de VS. Zij dringen hun eisen op en zijn heel nationalistisch. De vraag is hoe Europa daarop zal reageren. We kunnen hoe dan ook niet langer over onze schouder kijken naar de VS, die we altijd als partner hebben gehad. We moeten zelf over onze toekomst beslissen, knopen doorhakken en er hard voor gaan, want alle anderen doen dat al.”
Atlas Copco reageerde fel op het schrappen van de excess profit rulings als fiscale gunstmaatregel.
‘Ik geloof in fair play, en in een gelijk speelveld voor iedereen’
WALLENBERG. “Ik geloof in het principe dat we geen funny games moeten spelen met grote bedrijven. Er is een Europees land – dat ik niet nader noem – dat voor een bepaald groot merk een speciale deal heeft uitgewerkt. Dat is tegen de Europese wetgeving. Het is niet omdat je groot bent dat je iets moet bekomen dat je nog competitiever maakt en kleinere rivalen uitschakelt. Ik geloof in fair play, en in een gelijk speelveld voor iedereen. Dat gezegd zijnde, hebben we in Europa het probleem dat nog veel sectoren moeten consolideren, en dat terwijl Europa in tegenstelling tot de VS of China bestaat uit een aantal kleinere landen. Als hier bedrijven willen fuseren en zo ergens dominant worden, wordt die fusie verboden. Dat betekent dat Europa het heel moeilijk heeft om wereldleiders te creëren in bepaalde sectoren, terwijl de VS en China die leiders wel hebben. We zullen dus geklopt worden. Dat is iets waarover ik zeer bezorgd ben.”
In België is nog maar een minderheid van de 55-plussers aan het werk.
WALLENBERG (oprecht verbaasd). “Echt? Ik ken niemand jonger dan zestig die niet werkt. Heel interessant. Het leidt tot de belangrijkste politieke vraag voor de toekomst. Door de digitalisering zullen machines heel snel fysieke banen overnemen. Het aantal mensen dat niet langer de job doet die ze nu doen, zal fors stijgen. Wat kan de maatschappij daaraan doen? Vooral voor politici is die vraag fundamenteel, want uiteindelijk zal iedereen zich tot hen richten en vragen hoe ze dat gaan oplossen. Moet de maatschappij aanvaarden dat je op 55 jaar met pensioen kan gaan? Wat ga je dan doen? Rosé drinken voor de rest van je leven? Ik ben zeker dat dat leuk is voor twee weken, maar dan… Dat zijn fundamentele vragen. De meesten die nu worden geboren, zullen negentig jaar of ouder worden. Wat zullen ze 35 jaar lang doen?”
Van uw familie wordt vaak gezegd dat ze puissant rijk is.
WALLENBERG. “Uiteraard ben ik niet arm, maar het klopt vooral dat we machtig zijn. We hebben heel wat verantwoordelijkheden, maar daardoor ook veel invloed.”
Esse non videri, ‘Zijn, niet schijnen’ is de wapenspreuk van uw familie.
WALLENBERG. “Die wordt altijd verkeerd begrepen. Het komt er, simpel gezegd, op neer dat je moet werken en resultaten boeken, zonder daar veel tamtam rond te maken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier