In de marge van Trends Top 5.000: niet alleen kosten, ook producten
Er zijn in ons land zeker snelgroeiende ondernemingen, maar ze zijn meer in de traditionele dan in de innoverende sectoren actief.
Het liedje over de loonhandicap wordt bij elke onderhandeling telkens weer met zoveel vuur aangeheven dat het de sociale partners verhindert om samen met dezelfde verbetenheid het alternatief te bekijken: meer kwaliteitsproducten of producten met een hogere toegevoegde waarde uitvoeren. Ons gezond verstand fluistert ons in dat internationaal positie innemen op marktsegmenten die door de prijzen aan concurrentie zijn blootgesteld moeilijk te verenigen valt met hoge loonkosten. We zijn weliswaar de kampioenen van de chemie en de plastics in termen van omzet per inwoner en als we daar nog biowetenschappen aan toevoegen, is de sector in zijn eentje goed voor een kwart van de omzet uit de verwerkende industrie in ons land. Met een uitvoer van 75% stond hij in 2015 in voor een derde van onze goederenexport en leverde hij een positief handelsoverschot van zowat 21 miljard euro op.
Asymmetrie
Die schitterende resultaten zijn echter onvoldoende om dat wat de Europese Commissie de asymmetrie van ons productengamma noemt, te compenseren. België, zo stelt de Commissie, voert hoofdzakelijk goederen van lagere kwaliteit uit. Dat is even schrikken. Het neemt echter niet weg dat ons land een weinig te benijden 25ste plaats bekleedt binnen de Europese Unie wanneer het aankomt op de uitvoer van producten van hoge kwaliteit en dat, aldus nog de Commissie, de kwaliteit van het product na de prijs ongetwijfeld het grootste aandeel in de competitiviteit heeft.
In een land waar de dienstensector zo sterk staat, zijn diensten goed voor 70% van het bbp. Jammer genoeg zijn diensten moeilijk uit te voeren, met als gevolg dat de verliezen aan marktaandeel in het buitenland zich opstapelen en nu al 27% bedragen, gerekend vanaf de eeuwwisseling. We zouden ons kunnen troosten met de gedachte dat het in Frankrijk in dezelfde periode nog erger was (29%). In België zijn de verliezen echter een stuk groter dan in Nederland (11%) en vooral Duitsland (11%), dat onze grootste afzetmarkt blijft. Nog verontrustender is dat de productiviteitsgroei de voorbije tien jaar stagneerde, wat laat vermoeden dat er sterk bespaard zal worden. De massale ontslagen die ING onlangs aankondigde, zijn wellicht de eerste in een lange reeks.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier