Rapport Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW): sterke banengroei, maar vacaturegraad blijft hoog
Er zijn vorig jaar in ons land opnieuw meer dan 100.000 jobs bijgekomen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid (HRW). Die puike cijfers kunnen echter niet verhelen dat er minstens 200.000 vacatures openstonden op de arbeidsmarkt, en dat kan op termijn een echt economisch probleem worden, waarschuwt ondervoorzitter Steven Vanackere.
Eerst het goede nieuws: er kwamen vorig jaar 101.000 nieuwe jobs bij. Het jaar voordien werden ook al dergelijke hoge cijfers genoteerd. Zelfs de meest getroffen bedrijfstakken hebben zich na de coronapandemie hersteld. En zoals het ernaar uitziet, zal de banengroei zich de komende jaren stabiliseren op een ‘normaal’ niveau van 40.000 tot 50.000 jobs per jaar.
Vacatures
‘Dit rapport bevat drie belangrijke cijfers: 100.000, 200.000 en 300.000’, vatte Vanackere de voorstelling aan. En die twee laatste cijfers illustreren de enorme uitdagingen voor onze arbeidsmarkt, die ook al langer dan vandaag bekend zijn. Zo ligt de vacaturegraad in ons land erg hoog: 4,7 procent tegenover het gemiddelde van 2,8 procent in de Europese Unie. Dat Vlaanderen (5,2 procent) met dat probleem kampt, was al bekend, maar ook Wallonië en Brussel zitten boven het EU-gemiddelde.
Die 4,7 procent komt neer op 200.000 vacatures. ‘Er werden dus 100.000 jobs gecreëerd, maar er was een potentieel van 200.000’, legt Vanackere uit. ‘En dat is wellicht een onderschatting, want er zijn waarschijnlijk werkgevers die in plannen hebben gesnoeid omdat ze toch weten dat ze er het personeel niet voor vinden.’ Vanackere maakt zich grote zorgen over ‘te hoge’ vacaturegraad. ‘Dit kan echt een economisch probleem worden, net als een probleem voor de groei in België en voor de financiering van de sociale zekerheid’, klinkt het.
Participatiegraad en werkloosheid
En dan is er de participatiegraad. Dat is het percentage werkenden en mensen die actief een job zoeken in de categorie van 20 tot 64 jaar. Het Belgische gemiddelde ligt op 76 procent, terwijl dat in de Europese Unie om 79,4 procent gaat. Om dat verschil dicht te rijden, moeten er 300.000 mensen bijkomen op de arbeidsmarkt. Daar komt nog bij dat de werkloosheidsgraad met 5,6 procent op een historisch laag niveau is aanbeland. “In alle fairness: dat valt te vergelijken met de collega’s in de rest van de Europese Unie”, nuanceert Vanackere. In Vlaanderen is de werkloosheid zelfs gedaald naar 3,2 procent.
‘Frictiewerkloosheid’, zegt Vanackere. ‘Je kan dat fundamenteel niet laten dalen.’ Dat betekent evenwel dat Vlaanderen om zijn vacatures in te vullen, op zoek moet gaan in de vijver kandidaten die het verst van de arbeidsmarkt afliggen.
Het activeren van de bevolking wordt een cruciaal element om te voldoen aan de noden van de arbeidsmarkt. ‘Er komt een demografische knik aan’, legt Vanackere uit. ‘Het aantal mensen op arbeidsleeftijd gaat beginnen dalen. Dus het wordt van cruciaal belang mensen te activeren.’ Een andere oplossing is het verhogen van de interregionale mobiliteit – mensen uit één gewest die in een ander gewest aan de slag gaan. ‘Die blijft te beperkt.’ En de HRW breekt ook een lans voor een uitbreiding van de lijst van knelpuntberoepen die in aanmerking komen voor economische migratie. Volgens Vanackere wordt die oefening vandaag in Duitsland al intensief gemaakt.
Vanackere kwam nog terug op deeltijds werken – zowat zijn stokpaardje. ‘Ik weet dat de cultuur in België er één is waarbij enkel een voltijdse job als een volwaardige job wordt gezien. Maar ik denk dat een deel van de inactieve mensen perfect kan worden gemobiliseerd als we iets ‘natuurlijker’ omgaan met mensen die kiezen voor een deeltijdse job.’