Hoe omgekeerde logistiek de voetafdruk van bedrijven verkleint
In plaats van onverkochte of defecte producten verloren te laten gaan, proberen almaar meer bedrijven ze terug te halen, te repareren en weer op de markt te brengen. Die omgekeerde logistiek vergt een investering, maar vermindert op lange termijn wel de kosten en de CO2-uitstoot.
Bij IBA zit de omgekeerde logistiek al sinds 2019 in de strategie verweven. Het bedrijf in Louvain-la-Neuve produceert machines voor ziekenhuizen en protontherapiecentra om tumoren te bestralen. Anne Peters, director of manufacturing and supply chain, is er verantwoordelijk voor dat producten en reserveonderdelen van de groep terug kunnen worden ingeleverd. “Het doel is componenten te herstellen en te hergebruiken”, zegt ze.
Een deeltjesversneller van IBA kost enkele miljoenen euro’s en wordt verkocht met een garantie. Als de machine voortijdig stuk gaat, moet IBA ze herstellen. “Wij zamelen de kapotte onderdelen in, repareren ze en sturen ze terug. Die strategie maakt ons minder afhankelijk van de bevoorrading.”
Kleding demonteren
Almaar meer grote ondernemingen gebruiken de omgekeerde logistiek: om defecte producten terug te roepen, reserveonderdelen te verzamelen, geleasede producten terug te halen of ontevreden klanten retourzendingen te laten doen. Zo brengt Apple via zijn website smartphones, tablets en computers op de markt onder het label certified refurbished.
Veel bedrijven willen retourzendingen zo veel mogelijk vermijden, maar er valt vaak niet aan te ontsnappen. Toch zitten er ook goede kanten aan. Ze kunnen een kans zijn om schaalvoordelen te realiseren, de milieudoelstellingen te halen en het merkimago te verbeteren.
Cédric Vanhoeck, de oprichter van de start-up Resortecs, is erin geslaagd de omgekeerde logistiek te integreren in de modesector, in de fast fashion zelfs. H&M, Tommy Hilfiger, Calvin Klein en Decathlon zijn partners van Resortecs. Elk jaar wordt 34 miljoen ton textiel ter waarde van 400 miljard euro en goed voor 1,2 miljard ton CO2-uitstoot verspild. “Wij hebben een proces ontwikkeld waarmee we van de vezels van gedemonteerde kledingstukken nieuwe broeken of shirts kunnen maken”, zegt Vanhoeck.
De Vlaamse start-up bereikte met zijn duurzame ambitie de finale van de Enterprise Europe Network Award. Vanhoeck schat dat, als zijn nieuwe technologie algemeen zou worden toegepast, de door de textielindustrie veroorzaakte emissies met 50 procent kunnen verminderen.
Grote stap voor de planeet
De milieuvoordelen zijn moeilijk te meten. “Zeker is dat we minder afval produceren”, zegt Anne Peters. “Uiteraard maakt het een verschil als je een onderdeel repatrieert uit een Parijs of een Chinees ziekenhuis. We houden rekening met de kosten en de economische en milieu-impact van onze omgekeerde logistiek. Daarom nemen we bepaalde onderdelen niet in ons systeem op. Als een schroef breekt, ga je ze niet terughalen om ze te repareren. De verpakking, het vervoer en de reparatie zouden onze ecologische voetafdruk alleen maar groter maken.”
Financieel zou het gebruik van gelijkwaardige gereviseerde onderdelen in plaats van nieuwe onderdelen IBA 2 tot 4 miljoen euro per jaar besparen, berekende het bedrijf. Daarbij hield Anne Peters rekening met alle uitgaven die verband houden met de retourketen, van transport- tot reparatiekosten. Resortecs berekende dat de productiekosten per geproduceerde eenheid kleding 1,25 euro lager zijn dan voor niet-duurzame productie.
Andere ervaringen zijn ook bemoedigend. In zijn Handbook of Reverse Logistics: from Returns Management to the Circular Economy toont Mike Bernon, hoofddocent aan Cranfield University, aan hoe omgekeerde logistiek de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven en consumenten kan vergroten. Uit zijn studie bleek dat omgekeerde logistiek de kosten met 20 tot 40 procent kan doen dalen. In 2014 publiceerde Deloitte België een rapport waarin het stelt dat, met een goede strategie, 32 procent van de oorspronkelijke waarde van een product kan worden teruggewonnen en dat die winst exponentieel groeit naarmate de volumes toenemen.
Beperkingen
De weg naar zulke resultaten is evenwel bezaaid met valkuilen en struikelstenen. Zijn er minder belemmeringen in de textielindustrie, dan zijn er des te meer in bijvoorbeeld de nieuwe technologie. Om geen fouten te maken is een goede advocaat voor ondernemingen geen overbodige luxe. “Als het oorspronkelijke product bestemd was voor de Verenigde Staten en de gereviseerde versie ook naar daar gaat, is het Amerikaanse recht van toepassing”, zegt Didier Chaval, een advocaat gespecialiseerd in handelspraktijken. “Als er verschillende landen in het spel zijn, wordt het ingewikkelder. Je moet de geldende wetgeving kennen. Is de consument een Belg, dan geldt het Europees recht, zelfs al komt het product van buiten de Europese Unie. In België is een smartphone nieuw als hij net uit de doos is gehaald. Is hij aangezet of beschadigd, dan is hij niet meer nieuw. De verkoper moet hem dan aanprijzen als een opgeknapt product.”
Ook organisatorisch is omgekeerde logistiek complex. IBA, dat actief is in veertig landen, werkt met een standaardprocedure. De verantwoordelijken van de vestigingen verzamelen de te vervangen onderdelen en sturen een aanvraag tot repatriëring naar het Reverse Logistics-team. Dat beslist of het verzoek wordt ingewilligd. “De aanvraag wordt geweigerd als het milieu-effect negatief is, of als we niet dezelfde kwaliteit kunnen bereiken als met een nieuw onderdeel”, legt Anne Peters uit. “Andere gronden voor een weigering zijn dat het niet rendabel is of dat het onderdeel weinig kans maakt om te worden hergebruikt.”
“Maar”, besluit Cédric Vanhoeck, “ook al staan sommige merken en bedrijven er aanvankelijk weigerachtig tegenover, als ze de financiële, milieu- en maatschappelijke argumenten horen, begrijpen ze allemaal dat het een stap in de goede richting is.”
Lees ook de Gids voor Duurzaam Ondernemen, die sinds 8 november te verkrijgen is via www.trends.be/duurzaamheidsgids
Omgekeerde logistiek verdient het label omdat ze bijdraagt tot een kleinere ecologische voetafdruk van ondernemingen.
20 tot 40 procent
kan de omgekeerde logistiek de kosten in de distributiesector doen dalen, blijkt uit een studie van de Cranfield University.
De rol van de klant
De detailhandel heeft de omgekeerde logistiek als eerste omarmd. Ze moest wel. De wetgeving voor consumentenbescherming geeft de consumenten het recht aankopen terug te sturen als zij ontevreden zijn. Omgekeerde logistiek kan echter duur zijn en bedrijven zoeken oplossingen. Sommige maken van de klant de eerste schakel.
Zo vraagt Decathlon, dat aangesloten is bij het Fashion Industry Charter for Climate Action, zijn klanten hun gebruikte loopschoenen in bepaalde vestigingen binnen te brengen, zodat ze gerecycleerd kunnen worden. De keten verkoopt ook gereviseerde fietsen. IKEA heeft in zijn filiaal in Bergen de eerste Circular Hub van het land opgezet, waar technici stukken repareren die klanten hebben binnengebracht. De ambitie is de CO2-uitstoot tegen 2030 met 15 procent terug te schroeven door minder materialen te gebruiken.
Sommigen zullen het greenwashing noemen, en misschien is het dat wel. Maar het feit blijft dat het gaat om een innovatieve methode van omgekeerde logistiek, waarbij iedereen verantwoordelijkheid opneemt, van de klanten tot de managers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier