Hoe gaat het met de eerste winnaars van Trends Business Tour?
Trends Business Tour gaat in het najaar opnieuw op zoek naar innovatieve en duurzame talentbedrijven in België. Maar hoe is het gesteld met de winnaars van de eerste edities? Een verhaal over rollercoasters in de economie, onbemande maar hoogtechnologische vliegtuigjes uit Gent, teruggekeerde families, en niet zo rendabel kunstgras voor topvoetballers.
Conteno was een piepkleine nieuwkomer in 2010, toen het in de provincie Antwerpen de prijs voor innovatie in de wacht sleepte. Het ontwikkelde mobiele waterbottelfabriekjes in containers van zes meter lang, op maat van legers en ngo’s. Van twee werknemers en een negatief bedrijfsresultaat in zijn eerste boekjaar 2009, groeide Conteno naar een brutomarge van bijna 600.000 euro, met twaalf werknemers, in het boekjaar 2013-2014. Het bedrijf huist nog altijd in Aartselaar, maar het pand werd wel vier keer groter. “Onze projecten worden groter, duurder en complexer”, zegt gedelegeerd bestuurder Christophe Van Steen. “We werken voor diverse legers, maar we doen nu ook commerciële installaties, voor oliën, fruitsappen en vloeibare zepen. De echte doorbraak moet volgen in 2018-2019, wanneer we naar verwachting voor diverse legers orders kunnen uitvoeren.”
Ook Race-Productions doet het goed. De fietsenproducent uit Beringen-Paal won in 2010 in Limburg de prijs voor innovatie. Het bedrijf achter de bekende Ridley-fiets is ook sponsor van diverse wielerploegen. De omzet klom sindsdien met driekwart, het aantal werknemers zwol aan met de helft, tot 77. “Voor dit jaar verwachten we een omzet van 40 miljoen euro”, zegt gedelegeerd bestuurder Jochim Aerts. “Die groei is het gevolg van blijvende innovatie en een beter voorraadbeheer. Drie jaar lang werd onderhandeld over nieuwe aandeelhouders. De vorige mede-eigenaar, de familie Kumpen, wou verkopen. Maar ik wilde niet op mijn 45ste gaan rentenieren en wat fietsen. Ik ga voor de lange termijn.” De Limburgse investeringsmaatschappij LRM en Ideal Bike Corporation uit Taiwan werden de nieuwe medeaandeelhouders.
Ook het Gentse Gatewing kreeg nieuwe aandeelhouders, in 2012. In 2010 kaapte Gatewing de prijs weg voor innovatie in Oost-Vlaanderen. De cijfers zagen er toen nochtans niet goed uit, met in het eerste boekjaar zelfs een negatieve brutomarge. “Wij ontwikkelen en assembleren onbemande vliegtuigjes die gebruikt worden voor landmeting”, legt algemeen directeur Peter Cosyn uit. “Het gaat over grotere gebieden, al gauw meer dan 10 hectare. Denk aan grote wegenwerken, landbouwgebieden, of open mijnen. Jaarlijks verkopen we enkele honderden vliegtuigjes. Ook de software ontwikkelen we zelf.” De NV Gatewing boekte in 2014 nog altijd verlies, maar het filiaal in Gent doet vooral aan O&O. De omzet uit de verkoop steekt bij de solide moeder Trimble, een op Nasdaq genoteerd bedrijf.
Het loopt op wieltjes
Gatewing zit met zijn uniek product goed onder de kapitaalkrachtige paraplu van Trimble. Al even uniek is Vulkoprin uit Tielt, de winnaar in de categorie innovatie in West-Vlaanderen in 2010. ‘Bij Vulkoprin loopt alles op wieltjes’ luidt de bedrijfsslogan en dat is niet toevallig. Vulkoprin maakt kunststofwielen. Zowat alle rollercoasters in Europese pretparken zoeven op de wieltjes uit Tielt. Maar ook ziekenhuisbedden, roltafels of bureaustoelen zijn ermee uitgerust, tot zelfs speeltjes voor varkens in een stal, als middel tegen verveling. Toch leed Vulkoprin in de voorbije zeven jaar drie keer een bedrijfsverlies. “De crisis van 2008-2009 heeft in onze sector lang nagewerkt”, verklaart Jan Maes, de CEO van de familiale kmo met 86 werknemers. “De markt voor investeringsgoederen, zoals elektrische heftrucks en magazijnkranen voor e-commerce, zit pas sinds kort weer op het niveau van vóór 2008.” E-commerce is een bijzondere groeimarkt voor de West-Vlamingen. In volautomatische magazijnen gaan heftrucks tot 20 meter hoog voor bestellingen. “E-commerce en volautomatische magazijnen injecteren enorm veel innovatie in onze sector. Het optimaliseert ook de kwaliteit van ons product. We werden vorig jaar de enige gecertificeerde leverancier voor de divisie wisselstukken van Toyota in Europa.”
Een al even bijzonder zakenmodel heeft LCP (merknaam: Datacenter) uit Oostkamp, de winnaar in West-Vlaanderen in 2011 in de categorie innovatie. “Een vreemde vogel in de sector”, schreef Trends bij de voorstelling van het bedrijf. De kmo rond gedelegeerd bestuurder Janjoris Van der Lei is een specialist in datacentra, ruimtes waar bedrijfskritische ICT-apparatuur wordt geplaatst. Bedrijven doen daarvoor geen beroep op de IT-reuzen, maar op de familiale kmo uit Oostkamp. Het bedrijf groeide de voorbije jaren gestaag, met in de jongste balans (2014-2015) een brutomarge van 2,3 miljoen euro en negentien werknemers. “Wij gaan voor een stabiele, rustige groei”, zegt Janjoris Van der Lei. “We gingen van één datacentrum, in Oostkamp, naar drie. Die uitbreiding was niet zozeer het gevolg van capaciteitsbehoeften, al is internet uiteraard een groeimarkt. Maar onze klanten willen hun servers vooral dichter bij hun bedrijf, en op diverse locaties om veiligheidsredenen. We kunnen maar groeien met de snelheid waarmee we betrouwbare diensten kunnen leveren. Onze commerciële mensen hebben nog nooit prospectie moeten doen. We zijn al blij als we de offertes kunnen volgen.”
Moeilijk kan ook
Een aantal winnaars uit de beginjaren had het moeilijk. ANL Plastics uit Wellen won in 2010 de prijs voor duurzaamheid in de provincie Limburg. De onderneming van de familie Neven kende echter enkele moeilijke jaren. ANL Plastics maakt verpakkingen uit kunststof voor onder meer computers, speelgoed, gezondheidszorg, de voedingsindustrie en grootwarenhuizen. Maar van 2012 tot 2014 boekten de Limburgers bedrijfsverlies. “In die periode waren er langdurige overnamegesprekken. Die leidden niet tot een overeenkomst, maar de focus van de onderneming was wat weg”, verklaart Tony Neven. Bovendien was er een komen en gaan van externe managers. De derdegeneratietelg Tony Neven nam in 2014 het roer in handen. “We besloten als familie zelfstandig door te gaan. We investeren jaarlijks miljoenen in onze fabrieken in Wellen en Cahors (Frankrijk). De resultaten zijn weer goed. In 2015 werd net geen 2 miljoen euro bedrijfswinst geboekt, voor 2016 verwachten we minimaal hetzelfde resultaat”. Tony Neven had als CEO een tijdelijk mandaat, en geeft nu de fakkel door aan een externe manager, Stefan Tielen.
Desso Sports Systems verging het minder goed. De winnaar in Oost-Vlaanderen in de categorie innovatie in 2011 werd in 2014 een slapende vennootschap, met een overgedragen verlies van 26,2 miljoen euro. Het aantal werknemers daalde van 125 in 2010 naar nul. Het bedrijf uit Dendermonde heeft als producent van kunststoffen voetbalgrasmatten nochtans de nodige naambekendheid. De grootste clubs en de wereldvoetbalbond FIFA waren klant. Maar het bedrijf werd niet rendabel door de toenemende concurrentie. Zijn technologie leeft weliswaar verder, als Desso GrassMaster (een hybride systeem, van kunst- en echt gras), onder de hoede van de Franse vloerenproducent Tarkett, dat Desso eind 2014 kocht. Tarkett haalde in 2015 een omzet van 2,7 miljard euro, waarvan ruim een zesde uit de sportactiviteiten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier