Hilde Vernaillen (CEO P&V): ‘De lage rente speelt ons steeds meer parten’
De coöperatieve verzekeringsgroep P&V zag haar winst vorig jaar met een derde zakken. Vanaf volgend jaar moet de afslanking met 300 werknemers zijn vruchten beginnen af te werpen, zegt CEO Hilde Vernaillen.
P&V Groep kwam vorig jaar in het oog van een mediastorm terecht, toen de verzekeraar aankondigde dat 300 van de 1750 jobs zouden verdwijnen tegen eind 2020. “Nochtans was er geen sprake van een herstructurerings- of sociaal plan”, zegt CEO Hilde Vernaillen. “Door de modernisering van onze IT-systemen zullen we een aanzienlijke operationele efficiëntiewinst boeken. Daardoor kunnen we het, verspreid over alle afdelingen, stellen met 300 voltijdse arbeidsplaatsen minder. Dat getal halen we via natuurlijk verloop en vervroegd vertrek.”
De werknemers die met pensioen gaan, natuurlijke vertrekkers en tijdelijke contracten die ten einde lopen, zijn goed voor circa 250 banen. Voor de resterende 50 faciliteert P&V een vervroegd vertrek, onder meer via een regeling voor 60-plussers. Zij kunnen een vorm van tijdskrediet opnemen tot hun wettelijk pensioen, waarbij ze niet meer moeten komen werken en 50 procent van hun laatste salaris behouden.
P&V Groep boekte vorig jaar een nettowinst van 121,5 miljoen euro. Dat is een derde minder dan in 2015. Als oorzaak wijst de verzekeraar naar de lagere rendementen op obligaties als gevolg van de lage rente, de waardering van derivaten en de realisatie van belangrijke meerwaarden op obligaties in het boekjaar 2015 (vooral als gevolg van de opslorping van Vivium door P&V).
Moeilijke omstandigheden
De druk op de premie-inkomsten zal de komende jaren aanhouden”
Vernaillen zegt dat ze tevreden is met het nettoresultaat. De omstandigheden zijn moeilijk. P&V is het nummer zes op de Belgische verzekeringsmarkt en het nummer drie in de tweede pensioenpijler (groepsverzekeringen). Daardoor moet de maatschappij rendementen op lange termijn garanderen. Rendementen die tegen de huidige lage rentevoeten moeilijk te realiseren zijn.
“De lage rente speelt ons steeds meer parten”, geeft Vernaillen toe. “Dankzij de diversificatie van onze activiteiten en de langlopende investeringen uit het verleden, kunnen we nog altijd perfect al onze verplichtingen in individuele en collectieve levensverzekeringen nakomen. Maar veel geld verdienen we er niet aan. Het gros van onze winst komt van de tak schadeverzekeringen.”
Daarom was het voor Vernaillen belangrijk dat het technisch resultaat (uit de verzekeringsactiviteit, exclusief financiële opbrengsten, nvdr) van P&V vorig jaar met 8,8 miljoen euro verbeterde. Het financieel resultaat daalde met 92,1 miljoen euro. Het premievolume stagneerde (1,58 miljard in vergelijking met 1,57 miljard een jaar eerder). “De druk op de premie-inkomsten zal de komende jaren aanhouden”, zegt Vernaillen. “Daarom was het voor P&V zaak efficiënter te worden. Om ook morgen rendabel te groeien, moesten de kosten naar beneden.”
Toekomstgerichte investeringen
Door een nieuw, volledig geïntegreerd IT-beheersysteem in te voeren, kan P&V het doen met 300 mensen minder. Dat moet tegen 2020 een besparing van 30 miljoen euro op een totaal van 200 miljoen operationele kosten opleveren. “Volgend jaar plukken we al de eerste vruchten van die operatie”, zegt Vernaillen. “Vanaf 2018 beginnen de recurrente kosten te dalen.”
De modernisering van de IT-systemen vergt belangrijke investeringen van P&V. Het project kost 120 miljoen euro, verspreid over vijf jaar. Vernaillen: “Die investering is nodig omdat de klant in de toekomst andere eisen zal stellen aan verzekeringen en de manier waarop ze aangeboden worden. P&V wil alle activiteiten, van productie over beheer tot schadeafhandeling, met elkaar verbinden en openstellen voor alle technologieën. Dat is nodig om klaar te zijn voor de digitale toekomst.”
Vernaillen wijst erop dat jongeren op heel andere manieren dan vroeger leven, werken en samenwonen. “Delen en deeleconomieën worden gemeengoed”, zegt ze. “Het is maar een kwestie van tijd vooraleer er sprake is van deelauto’s of zelfrijdende auto’s. Verzekeraars zullen hun producten moeten afstemmen op die nieuwe realiteit en blijk geven van een groot aanpassingsvermogen. Daarom zijn toekomstgerichte investeringen een must.”
Meer complexe risico’s
P&V is een van de oudste coöperatieve verzekeraars van het land. Naast pensioenverzekeringen heeft de groep een toonaangevende positie in arbeidsongevallen en gewaarborgd inkomen. In het P&V-net wordt gewerkt met agenten, via de merknaam Vivium worden de producten verdeeld via makelaars. Vivium is goed voor twee derde van de omzet, P&V staat voor een derde.
Meer dan vroeger zal een verzekeraar zijn toegevoegde waarde voor elk product en elke dienst moeten aantonen”
Sinds begin vorig jaar is Vivium juridisch opgeslorpt door P&V. Maar de twee organisaties zijn volgens critici onvoldoende geïntegreerd, wat weegt op de kosten. CEO Vernaillen spreekt dat tegen (zie kader). De focus voor de eerstvolgende jaren ligt op organische en rendabele groei. De vraag is waar die groei vandaan moet komen. De lage rente en de hoge premietaks maken spaarverzekeringen onaantrekkelijk voor de klanten, en de markt van de klassieke schadeverzekeringen is zo matuur dat er amper groei is.
Vernaillen ziet nog mogelijkheden in diversifiëring en productvernieuwing, en een groter dienstenaanbod: “Meer dan vroeger zal een verzekeraar zijn toegevoegde waarde voor elk product en elke dienst moeten aantonen. Daarom zie ik potentieel in verzekeringen voor meer complexe risico’s, zoals voor bedrijven en kmo’s. In de markt van particulieren kijken wij vooral in de richting van bijstandsverzekeringen, en diensten die daaraan gekoppeld kunnen worden.”
P&V sloot in bijstandsverzekeringen een strategische alliantie met de Franse groep Inter Mutuelles Assistance (IMA). Die heeft een uitgebreid internationaal net voor urgentie- en medische bijstand, en koppelt in Frankrijk ook bewakings- en reparatiediensten aan zijn verzekeringen. “Volgens mij ligt daar de toekomst voor de verzekeringssector”, zegt Vernaillen. “Meer diensten aanbieden binnen de bescherming die een verzekeraar zijn klanten biedt.”
Ver onder de toppers
De kapitaalratio van P&V Groep onder Solvency II bedroeg eind vorig jaar 141 procent. Daarmee zit de instelling ver onder toppers op de Belgische markt zoals AG Insurance (207%) en Federale Verzekeringen (200%). “Gegeven onze balans en de risico’s is dat een goed cijfer”, oordeelt Vernaillen. “Wij hebben nogal wat langetermijnengagementen. Onze doelstelling is in de vork tussen 125 en 150 procent te blijven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier