Het VW-busje blijft zichzelf heruitvinden

© IS

Deze zomer vieren we de vijftigste verjaardag van de Summer of Love, een van de hoogtepunten van de hippiebeweging. Reizen hoorde bij de vrijheid die de hippies opeisten, en dat gebeurde met het door verzamelaars nog altijd begeerde VW-busje.

In 1967 raakte de ontluikende hippie- of flowerpowerjeugdcultuur wereldwijd bekend dankzij de Summer of Love. Inde wijk Haight-Ashbury in San Francisco beleefden verschillende evenementen die sinds januari werden gehouden hun hoogtepunt tijdens het driedaagse Monterey Pop Festival. Dat werd precies een halve eeuw geleden tussen 16 en 18 juni georganiseerd in het ten zuiden van San Francisco gelegen Monterey. Het festival was de opmaat voor het bekendere Woodstock-festival, een jaar later aan de andere kant van de Verenigde Staten.

De Summer of Love stond voor bakken pacifisme, een fikse dosis psychedelische kunst, een vleugje verboden middelen, een nieuwe muziekstijl waaraan artiesten als Janis Joplin, Jimmy Hendrix, Bob Dylan en een heleboel anderen ontsproten, en kleurrijke mode. Het ligt voor de hand dat auto’s een rol speelden in die beweging met een zwak voor vrijheid en reizen. Vooral de Europese Volkswagen Kever en het VW-busje waren populair bij de Amerikanen. De eenvoudige, goedkope en sympathieke modellen rijmden perfect met de tijdgeest.

Maar Volkswagen was zeker niet het enige merk. Het Brits-Australische ondernemerskoppel Tony en Maureen Wheeler, de oprichters van de Lonely Planet-reisgidsen , reisden bijvoorbeeld met een Austin-minibusje van Londen naar Sydney. Het echtpaar kocht het busje voor 65 pond op de tweedehandsmarkt. Ze reden 1700 kilometer in een zeepkist op wielen, met op het achterportier een plaatje van Snoopy als talisman. Hun avontuur bracht hen naar Turkije, Iran, Pakistan en India. In volle flowerpower waren de jonggehuwde Wheelers niet de enigen die de trossen losgooiden. Hippies die in hun gekleurde en met bloemetjes versierde auto’s Maleisië aandeden, kregen van de autoriteiten een stempel in hun paspoort met de letters SHIT, wat stond voor suspect hippies in transit (verdachte hippies op doorreis).

Tweedehands

Dat het VW-busje het vervoermiddel van de tegencultuur uit de jaren zestig zou worden, lag allerminst voor de hand. Het VW-busje droeg aanvankelijk helemaal geen protest uit, laat staan subversieve ideeën. Het sympathiek ogende voertuig bouwde voort op de Kever. De productie van het busje startte in 1950. Aangezien enkele ingrepen volstonden om het uit te rusten met twee rijen achterbanken, kon je het in geen tijd omvormen tot een leuk vervoermiddel voor een gezellige bende passagiers en lifters. Toen de flowerpower ontlook, was de tweede generatie van het VW-busje (T2) al geboren, maar het was het eerste model (T1) dat op de foto’s werd vereeuwigd. De jeugd van toen kocht het tweedehands aan, omdat ze krap bij kas zat en op zoek was naar een praktisch en betrouwbaar no-nonsensevervoermiddel om te breken met de codes van de schone schijn.

Het eerste Volkswagen-busje ontstond vlak na de Tweede Wereldoorlog. In de lente van 1947 bezocht Ben Pon, de invoerder van Volkswagen in Nederland, de VW-fabriek in Wolfsburg. Daar viel zijn oog op de Plattenwagen, een eenvoudige oplegger die het vervoer van zware onderdelen in de fabriek vergemakkelijkte. Ben Pon vertrok van dat idee en schetste op een bladzijde in zijn agenda de grote lijnen van een heel nieuw type transportwagen met een stuur vooraan, een motor achteraan en een kistvormige structuur. Een eenvoudig en praktisch voertuig met een indrukwekkend laadoppervlak. De directeur van Volkswagen was weg van het project en twee jaar later werden de eerste prototypes gebouwd.

Op 8 maart 1950 ging in de fabriek in Wolfsburg de productie van het seriemodel van start. Het voertuig had de motor – een 1,1 liter met 25 pk – en de wielstellen van de Kever, maar kreeg in plaats van een centraal buisframe een zelfdragende carrosserie die op een ladderchassis werd gemonteerd. Ben Pon, die een eenvoudige transportwagen voor ogen had, had zonder het te weten de grote lijnen geschetst van een voertuig dat zou uitgroeien tot een mythe.

Vrijetijdswagen

Het eerste VW-busje leefde van 1950 tot 1967. Er werden 1,82 miljoen stuks van verkocht. In 1951 al onthulde Volkswagen op het autosalon van Berlijn een VW-busje met de Camping Box (inclusief kast, gootsteen, bed en fornuis). Op dat moment werd een transportvoertuig getransformeerd tot een vrijetijdswagen.

De opvolger – de T2 – hield het uit van 1967 tot 1979. Er werden liefst 2,93 miljoen exemplaren van geproduceerd. In Brazilië werd dat model zelfs vervaardigd tot in 2013, wat de totale productie op bijna 4 miljoen exemplaren bracht. Daarna volgden nog de T3 (1979-1990, 1,5 miljoen exemplaren), de T4 (met voorwielaandrijving, 1990-2003, 1,7 miljoen exemplaren) die voor het eerst ‘Transporter’ werd genoemd, de T5 (2003-2015, 2 miljoen stuks) en tot slot de huidige T6. Vanaf het begin van zijn bestaan werden dus wereldwijd zo’n 12 miljoen exemplaren van het Volkswagen-busje verkocht.

Vandaag kan de zesde generatie van de Transporter, zoals het VW-busje nu meestal wordt genoemd, nog altijd worden omgevormd tot een camper. Sinds een paar jaar vindt die transformatie zelfs rechtstreeks plaats in de Volkswagen-fabriek en niet langer bij een onderaannemer – destijds Westfalia. Er zijn meerdere versies beschikbaar: de California Beach, de California Coast en de California Ocean. De Ocean-versie heeft een instapprijs van meer dan 40.000 euro. Wie een voldoende krachtige motor en een degelijke kampeeruitrusting wenst, moet zelfs rekenen op ruim 50.000 euro.

Verzamelobjecten

In vijftig jaar zijn de Verenigde Staten flink geëvolueerd. Janis Joplin heeft plaatsgemaakt voor Beyoncé. Maar het VW-busje is een blijver. Het gaat nu al zes modellen lang mee met zijn tijd en de mythe van het VW-busje is nog altijd springlevend. De modellen van de eerste generatie zijn verzamelobjecten geworden. Een correcte, nog werkende versie kost al gauw 15.000 tot 20.000 euro. Voor de mooiste modellen moet u veel meer neertellen. Sommige busjes wisselen voor duizelingwekkende bedragen van eigenaar. Neem de Samba-versie van de T1. Dat model met 23 ruitjes en een vouwdak in canvas is vandaag om en bij de 100.000 euro waard.

Gezien de prijzen specialiseren tal van automonteurs zich in het restaureren van VW-busjes. Opkopers schuimen het zuiden van de Verenigde Staten af, op zoek naar busjes die de hele tijd in een zonnig klimaat hebben verbleven en dus geen last hebben van roest, de kwelduivel van oude wagens. De hippies hadden het destijds nooit kunnen voorspellen, maar rond de bijzondere bestelwagen, die even beroemd is geworden als zijn zusje, de Kever, is een hele business gegroeid.

Conceptwagen

VW speelt ondertussen resoluut zijn geschiedenis uit. In januari stelde het op de beurs van Detroit de conceptwagen ID Buzz voor. Dat retro-VW-busje verwijst terug naar de T1 waarmee het allemaal begon. Momenteel is het nog een prototype. Het busje is imposanter dan het op het eerste gezicht lijkt. Het is bijna 5 meter lang, 2 meter breed en 2 meter hoog. Het elektrisch aangedreven busje kan tot acht zitplaatsen tellen en rust op het nieuwe modulaire MEB-platform van VW, een technisch onderstel dat speciaal voor elektrische voertuigen is ontwikkeld. De batterij drijft twee elektromotoren aan (één per aandrijfas), die samen een vermogen van 374 pk leveren. Daardoor trekt dit prototype in ongeveer 5 seconden op van 0 naar 100 kilometer per uur. De topsnelheid is evenwel begrensd tot 160 kilometer per uur met het oog op maximale autonomie. Die kan volgens de fabrikant tot 600 km bedragen.

De Duitse autobouwer heeft laten weten dat zijn nieuwe gamma elektrische voertuigen (ID) in 2020 op de markt komt. Volkswagen heeft nog niet aangegeven of er van dat VW-busje nieuwe stijl ook een seriemodel komt. Het eerste model van het ID-gamma wordt een compacte elektrische wagen ter grootte van de Golf. Daarna komt dus niet het busje, maar wel een elektrische SUV.

Olivier Maloteaux en Antoine Moreno

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content