Groen licht voor sociaal akkoord huishoudhulpen

De huishoudhulpen, die tewerkgesteld worden met dienstencheques, hebben het ontwerpakkoord dat de sociale partners vorige week hebben afgesloten goedgekeurd. Dat maakt het gemeenschappelijk vakbondsfront donderdag bekend. Hiermee komt een einde aan zo’n tien maanden actie voeren voor meer loon, een hogere verplaatsingsvergoeding en betere arbeidsvoorwaarden.
In de sector werken meer dan 150.000 mensen, vaak laaggeschoolde vrouwen. Concreet zullen zij vanaf deze maand 0,4 procent loonsverhoging ontvangen. Ook hun verplaatsingsvergoeding gaat naar omhoog. Voor het woon-werkverkeer (openbaar vervoer of auto) stijgt de terugbetaling van 75 procent naar 90 procent van het sociaal abonnement. Voor de verplaatsing tussen twee klanten, verdubbelt de vergoeding naar 28 cent per kilometer. Volgens de vakbonden was er het engagement “om dit zo snel mogelijk te laten evolueren naar de vergoedingen van de ambtenaren” (0,37 cent). Ook de boodschappen voor de klant wordt gekoppeld aan de vergoeding voor ambtenaren. De fietsvergoeding stijgt van 23 cent per kilometer naar 25 cent.
Daarnaast daalt het aantal gewerkte dagen om recht te hebben op een eindejaarspremie van 65 dagen naar 30 dagen.
Er komt ook een sectorale anciënniteit in plaats van een anciënniteit per werkgever voor de bepaling van het loonbarema.
Vanaf volgend jaar zou er een telefonisch permanentiesysteem worden ingevoerd.
Tot slot komen er aanmoedigingspremies voor tijdskrediet voor zorg van een kind jonger dan 8 jaar.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront wijst erop dat het ontwerpakkoord dan wel is goedgekeurd, maar ‘dat dit slechts een eerste stap is in het verbeteren van het statuut van de huishoudhulpen’ Volgens de bonden plaatste de loonnormwet -waardoor de lonen met maximaal 0,4 procent mogen stijgen bovenop de index – de onderhandelingen in een carcan. “De huishoudhulpen blijven bijgevolg bengelen aan de rand van de armoede. Een aanpassing van de loonnormwet dringt zich op om alle werknemers van deftige loonsverhogingen te voorzien”