Goldman Sachs schikt zaak over onderbetaalde vrouwen voor 215 miljoen dollar
Goldman Sachs heeft ingestemd met het betalen van 215 miljoen dollar om een einde te maken aan een langlopende rechtszaak. In die zaak werd de Amerikaanse zakenbank ervan beschuldigd vrouwen systematisch onder te betalen. De in New York gevestigde bank sloot de deal met de advocaten van de ongeveer 2.800 vrouwelijke medewerkers die de rechtszaak hadden aangespannen.
Volgens een gezamenlijke verklaring van de bank en de advocaten zal Goldman Sachs gedurende drie jaar een onafhankelijke deskundige inschakelen. Die zal de beoordelingsprocessen van medewerkers en de promotiekansen bij de bank analyseren.
Persbureau Bloomberg meldde vorige week al dat de twee partijen hard werkten aan een schikking om een proces, dat voor volgende maand stond gepland, te voorkomen. De zaak werd ook nauwlettend in de gaten gehouden in de bankensector, waar vrouwen al langer klagen over oneerlijke en ongelijke behandeling op de werkvloer.
De Goldman-zaak werd voor het eerst aangespannen door Cristina Chen-Oster, die na haar studie aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) in 1997 aan het werk ging bij de zakenbank als obligatiehandelaar. Ze diende in juli 2005 een discriminatieklacht in bij de Amerikaanse Equal Employment Opportunity Commission, een federaal agentschap dat optreedt tegen discriminatie op de werkvloer. In 2020 klaagde ze vervolgens de bank aan.
Goldman Sachs verzette zich, in sommige gevallen met succes, tegen andere rechtszaken die door vrouwen waren aangespannen. Ook gebruikte de bank geheimhoudingsovereenkomsten om claims van wangedrag tegen vrouwen en oneerlijke behandeling uit de schijnwerpers te houden.
Goldman Sachs en andere grootbanken op Wall Street beloven al jaren om hun personeelsbestand en management diverser te maken. Het aantal ‘partners’ bij Goldman Sachs bestond vorig jaar desondanks voor slechts 29 procent uit vrouwen.