Bij de Antwerpse vestiging van Opel werd na de eerste personeelsvergadering dinsdag door de bonden niet opgeroepen tot actie, maar wel tot meer solidariteit.
Bij de Antwerpse vestiging van Opel werd na de eerste personeelsvergadering dinsdag door de bonden niet opgeroepen tot actie.
Klaus Franz, voorzitter van de ondernemingsraad, verklaarde dinsdag dat de Europese vakbonden het erover eens zijn dat bij eventuele acties in een van de Opel/Vauxhall-fabrieken geen enkele andere Europese fabriek het werk zou overnemen.
In de Antwerpse fabriek was dinsdag een delegatie van meer dan honderd Europese vakbondsvertegenwoordigers aanwezig. Zij vergaderden over de situatie bij de autobouwer en over de aangekondigde sluiting van de Antwerpse fabriek.
Franz, die samen met Rudi Kennes van het ABVV het woord nam, verduidelijkte dinsdag dat de vakbonden de sluiting niet zouden aanvaarden. Franz wees erop dat er 500 miljoen euro op tafel moet worden gelegd om de Antwerpse fabriek te sluiten, en zei dat in geen enkel land de Opel-werknemers daaraan een bijdrage zullen leveren.
Volgens Franz en Kennes hanteert de directie van Opel voor de sluiting geen economische motieven maar “revanchistische” politieke, waarbij het Amerikaanse bedrijf na de VS Europa – en meer bepaald Antwerpen – in het vizier heeft.
Kennes riep nog op tot deelname aan de vakbondsactie vrijdag in
Brussel. Die dag wordt er bij Opel toch niet gewerkt.
Peter Scherrer van de Europese metaalvakbond verklaarde na afloop van de personeelsvergaderingen bij Opel Antwerpen dat de beslissing om de Antwerpse fabriek te sluiten, moet worden teruggedraaid. “Dat is onze boodschap aan topman Nick Reilly. Er zullen geen toegevingen of opofferingen volgen in andere fabrieken als deze beslissing niet wordt herroepen,” luidde het. Stakingen behoren tot de mogelijkheden, maar zijn vooralsnog niet gepland.
