Fusiehaven North Sea Port vervoert meer goederen via binnenvaart
De Belgisch-Nederlandse haven North Sea Port heeft vorig jaar vier procent meer goederen via de binnenvaart naar het achterland vervoerd. ‘Onze inzet op een groei naar duurzame vervoersmodi wordt beloond met een stevige plaats in de Europese top van de zeehavens’, zegt Daan Schalck, CEO van North Sea Port.
De grensoverschrijdende havens van Gent, Terneuzen en Vlissingen voerden voor de tweede keer een onderzoek uit naar de vervoersmogelijkheden die bedrijven gebruiken om goederen naar het achterland te vervoeren. Daaruit blijkt dat 58 procent van de goederen in binnenvaartschepen wordt vervoerd, een toename van vier procent tegenover 2018. ‘Daarnaast neemt het aandeel van het wegvervoer af tot 28 procent (-2 procent). Het spoor kent een stijging van 1 procent tot een aandeel van 10 procent. Het overbrengen van lading van een schip op een ander schip of vervoersmodus – transhipment – is goed voor 4 procent (-3 procent)’, meldt North Sea Port.
De havens werken verder aan een “modal shift” richting binnenvaart en spoor. ‘North Sea Port beschikt over een uitgebreid netwerk van achterlandverbindingen. Het ligt op het kruispunt van de Europese vervoersmogelijkheden inzake binnenvaart, spoor (tot in China) en wegvervoer en op een aantal Europese vervoerscorridors’, zegt de fusiehaven. ‘Het vervoer over de binnenwateren zal nog toenemen met de realisatie van het Seine-Scheldeproject waardoor binnenvaartschepen met een laadvermogen van 4.500 ton tot in Parijs kunnen varen.’
Wat het spoor betreft blijft North Sea Port onder meer inzetten op een spoorlijn tussen Vlissingen en Antwerpen, en tussen Terneuzen en Zelzate.