Het groenestroombedrijf Electrawinds hoopt nog steeds op een doorstart. De twee belangrijkste vennootschappen van de groep, het Belgische Electrawinds nv en de beursgenoteerde Luxemburgse moeder Electrawinds SE, vragen bescherming aan tegen hun schuldeisers.
Dat gebeurt voor de beide ondernemingen via de Wet op de Continuïteit van de Onderneming (WCO) bij de rechtbank van Koophandel in Oostende.
Het bedrijf maakte deze ochtend bekend dat het over de eerste negen maanden van dit jaar 59 miljoen euro verlies leed. De omzetgroei is nochtans hoopgevend: die steeg met 14 procent tot 93,2 miljoen euro.
Maar de nieuwe verliescijfers maken de financiële toestand langzaam onhoudbaar. Aan de banken moest op vrijdag 6 december een schuld van 40 miljoen euro worden terugbetaald, maar dat is niet gelukt. Bovendien moeten er voor of tegen 15 december nog eens 77 miljoen euro aan achtergestelde leningen worden terugbetaald.
Operationeel blijken de grootste zorgenkinderen de biomassa-tak (met de renderinginstallatie in Servië) en de biodieselfabriek in Nederland. Door onder andere 48 miljoen euro aan afschrijvingen en waardeverminderingen boekte het bedrijf 31,4 miljoen euro operationeel verlies.
De rechter heeft nu twee weken tijd om zich uit te spreken over de aanvraag. Electrawinds zegt zelf niet voor hoelang ze bescherming aanvraagt, maar typisch is dat voor zes maanden. In de tussentijd worden de 235 werknemers, waarvan 135 in België, doorbetaald, maar schuldeisers en leveranciers niet.
Als de rechter het verzoek goedkeurt, hoopt de raad van bestuur een structurele oplossing te vinden voor de schuldenberg die op het bedrijf rust. Eerder werden voorstellen van GIMV/Fortino (Duco Sickinghe, ex-Telenet) en Winpar (de holding van CEO Luc Desender) afgewezen. (L.H.)
