De Europese Centrale Bank wordt door haar eigen personeel beschuldigd van favoritisme in verband met de benoeming van een adviseur van hoofdeconoom Peter Praet.
De raad van bestuur van de Europese Centrale Bank heeft vorige maand een klacht ontvangen van de ondernemingsraad over de benoeming van de nieuwe Brusselse vertegenwoordiger. De benoeming wordt door de auteurs (werknemersvertegenwoordigers) omschreven als ‘favoritisme’ – of vriendjespolitiek . Dat meldt Het Duitse Handelsblatt, dat de brief mocht inkijken.
De geviseerde benoeming is die van de Belg Stéphane Rottier, op dit moment nog adviseur van hoofdeconoom Peter Praet. Rottier mag vanaf 1 september het ECB-kantoor in Brussel leiden.
(Een deel van) het personeel neemt het niet dat nooit een officiële kandidatuur werd bekendgemaakt voor de functie van Rottier, ‘noch intern, noch extern‘, zo blijkt uit de brief.
Een ECB-woordvoerster bevestigt dat de directie een schriftelijke klacht heeft ontvangen, maar benadrukt dat de benoeming volgens de procedures van de instelling is verlopen. Het werk dat Rottier doet voor Praet, speelde geen enkele rol bij de benoeming, verzekert ze.
Peter Praet, die in het directiecomité van de ECB zetelt, maakt overigens geen deel uit van het selectiecomité. “Benoemingen zijn gebaseerd op kennis en kunde. Rottier is een econoom met zestien jaar ervaring bij centrale banken, het IMF en bij het Belgische ministerie van Financiën.”
Rottier, die in het verleden solliciteerde voor een job als ECB-vertegenwoordiger in Washington, kreeg de baan toen niet, maar bleef wel geregistreerd op een lijst van reservekandidaten. Uiteindelijk werd er geen nieuwe aanwervingsprocedure opgestart, maar werd de reservelijst gebruikt om de Brusselse vacature in te vullen, aldus de woordvoerster. Daarbij kan de man ook rekenen op een loonsverhoging, ‘in lijn met de positie in de VS’.
Uit een bevraging bij het ECB-personeel van vorig jaar bleek al dat er binnenskamers ongenoegen heerst over het gebrek aan transparantie bij het interne beleid van de Europese Centrale Bank. (Bloomberg/BO)
