Dexia riskeert miljoenen mis te lopen omdat het Amerikaanse stadje Bell, een voorstad van Los Angeles, mede door wanbeheer in ernstige financiële moeilijkheden is geraakt.
Dat bericht de krant De Tijd woensdag op zijn website. Dexia kocht in 2007 voor 35 miljoen dollar obligaties van Bell (zo’n 27 miljoen euro), maar de stad kan haar terugbetalingsverplichtingen niet meer nakomen.
Bell telt amper 38.000 inwoners, vooral van Latijns-Amerikaanse origine. Meer dan een kwart van de inwoners zit beneden de armoedegrens. Die context weerhield het stadsbestuur er de voorbije jaren echter niet van ambitieuze plannen te ontwikkelen.
Om die projecten te financieren werd in 2007 beslist om voor 35 miljoen dollar obligaties uit te geven. Volgens de Los Angeles Times, die onderzoek deed naar het dossier, werden al die obligaties gekocht door Dexia, aldus De Tijd. Intussen verlaagde ratingbureau Standard & Poor’s (S&P) de kredietwaardigheid van Bell van A- naar BB, wat overeenkomt met rommelstatus.
Niet alleen de mislukte plannen lagen aan de basis, maar ook onthullingen dat verschillende toplui zwaar overbetaald werden. Hiertegen loopt zelfs een gerechtelijk onderzoek.
De bestuurder van de stad kreeg jaarlijks ongeveer 800.000 dollar. Bovendien ging dat riant jaarloon jaarlijks met 12 procent omhoog, schrijft het financiële persagentschap Bloomberg. De politiecommissaris van Bell ontving een gage van 457.000 dollar. Dat is meer dan de wat topman van de politie in Los Angeles verdient om een stad van 3,8 miljoen inwoners veilig te houden.
Op 1 november moet Bell zijn verplichtingen tegenover Dexia nakomen. De bank-verzekeraar bevestigde in een reactie aan De Tijd dat de stad een betalingsachterstand heeft. “In juni sloot de stad een akkoord met Dexia dat dient als kader voor vertrouwelijke onderhandelingen met het oog op een oplossing”, meldde woordvoerster Ulrike Pommée.
