De ondergang van FNG: ballonnen op de beurs
Na Kleertjes namen de drie ingenieurs Dieter Penninckx, Anja Maes en Manu Bracke nog meer kindermodemerken over. In de zomer van 2008 trokken ze naar de Brusselse beurs. Het zou de start worden van de versnelde uitbouw van de eigen winkelketen Fred & Ginger.
Het verhaal achter de ondergang van FNG
Deel 2: De beursgang in 2008
Jarenlang was de beursgenoteerde mode- en schoenenketen FNG ¬ bekend van onder meer de merken Brantano, CKS, Claudia Sträter, Fred & Ginger en Van Hassels ¬ een van de meest spraakmakende ondernemingen in ons land. De media droegen CEO Dieter Penninckx op handen, want hij was altijd goed voor een sappige quote. Als hoofdaandeelhouder van de voetbalclub KV Mechelen kreeg hij extra aandacht.
Ook de Vlaamse overheid vertrouwde de modeketen. De Participatiemaatschappij Vlaanderen (PMV) had een belang van ruim 11 procent. Bekende zakenlui en ondernemers, zoals Emiel Lathouwers (ex-AS Adventure), de families Boone (Lotus Bakeries) en Vandeurzen, schoven aan als investeerders. De banken, met vooraan ABN AMRO, Belfius, Fortis BNP Paribas en ING Bank, hadden dit voorjaar tezamen 258 miljoen euro leningen uitstaan bij FNG.
Maar dit voorjaar ontplofte de bom. Op 11 mei werd de notering van het aandeel geschorst. Begin augustus ging FNG failliet. Sinds 20 juli buigt de Mechelse onderzoeksrechter Theo Byl zich over het dossier. De drie spilfiguren – Dieter Penninckx (46), zijn vrouw Anja Maes (45) en zijn studiegenoot Emmanuel Bracke (46) – worden verdacht van diverse zaken en zaten al in de cel. Het onderzoek richt zich voornamelijk op het afwenden van middelen uit ondernemingen, het opzetten van frauduleuze constructies en witwassen.
Maar bij FNG gebeurden al langer opmerkelijke zaken, blijkt uit een onderzoek van Trends. In het tweede deel van de reeks zoomt Trends in op de beursgang van Fred & Ginger, de voorloper van het latere FNG. CEO Dieter Penninckx, art director Anja Maes en COO Manu Bracke verdienden toen in beurswaarde hun eerste euromiljoenen.
Lees ook het eerste deel: Al strubbelingen bij de eerste overname
Wat een spektakel, die vrijdag 23 mei 2008. Voor het Brusselse beursgebouw lieten 400 kinderen, piekfijn uitgedost in Fred & Ginger-kleding, ballonnen op. Het was de aftrap voor de beursgang van de nv Fred & Ginger, die later zou uitgroeien tot de kleding- en schoenenketen FNG. De marketingstunt trok de aandacht, met lange interviews met de ondernemers en ruim uitgesmeerde lieflijke kindermodefoto’s in de media. “Waarom we voor kindermode kozen? Dat was eigenlijk toeval”, titelde De Morgen. Het was een citaat van de drie ingenieurs achter Fred & Ginger, CEO Dieter Penninckx, zijn echtgenote en art director Anja Maes en studiegenoot en COO Manu Bracke.
De drie ingenieurs kenden het vak totaal niet. Maar ze hadden een neus voor marketing en speelden heel snel in op nieuwe trends’ Annemie Tielens, Trico Kids
De beursgang met de uitgifte van nieuwe aandelen bracht maar 1 miljoen euro op (zie kader De eerste euromiljoentjes voor Pennnckx en co). De onderneming noteerde op de Vrije Markt, een segment voor kleine bedrijven, met minder strikte noteringsverplichtingen. Handel in het aandeel was er nauwelijks. Op de Vrije Markt werd slechts één keer per dag verhandeld, om 15 uur. Maar de notering deed de ster van CEO Dieter Penninckx in de media rijzen. Tot vandaag wordt het marketingvernuft van de drie ingenieurs geprezen in de wereld van de kindermode.
“Er zijn deuren voor ons opengegaan sinds die beursgang”, zei Dieter Penninckx in 2009 in Trends. “Het gaf een enorme boost aan onze naamsbekendheid. Het heeft ons ook een zekere geloofwaardigheid en autoriteit gegeven.”
Van scepsis naar waardering
Tussen 2003 en 2008 hadden Penninckx en co diverse kinderkledingmerken gekocht en hun eigen merk, Fred & Ginger, gelanceerd. Na de turbulente start met Kleertjes in 2003 ( lees deel 1 van deze reeks in Trends van 26 november en op Trends.be) liepen de zaken soepeler. Maar vijf jaar na de start van het bedrijf was het in de textielsector nog altijd een groot vraagteken.
“Die 400 kinderen op de beursvloer, wat een marketingstunt”, verzucht een West-Vlaamse confectioneur. “Ik ben ook burgerlijk ingenieur, maar ik ben vooral gepokt en gemazeld in de textielsector. Die drie gaven om de twee weken interviews, waarin ze continu benadrukten dat ze ingenieurs waren. Maar over kinderkleding las je nauwelijks iets.”
Annemie Tielens, medezaakvoerder van de ruim vijftig jaar oude kinderkledingzaak Trico Kids in Testelt, klinkt minder scherp. Haar scepsis maakte plaats voor waardering. “De drie ingenieurs kenden het vak totaal niet. Ze zouden de sector van de kinderkleding wel even uitbouwen. Ze wilden er echt iets groots van maken. Na de eerste kennismaking dacht ik: die gaan één seizoen mee en dan is het voorbij. Praktische dingen, zoals pasvormen en leveringen: ze kenden er niets van. Maar ze wilden een soort agentschap van diverse merken creëren. Dat was geen slecht concept. En al waren ze drie ingenieurs, ze hadden wel een neus voor marketing. Ze speelden heel snel in op nieuwe trends. Ze organiseerden ook avonden met sprekers. Die zaten goed in elkaar. We kregen er veel informatie over de marktevolutie. Andere merken doen dat niet, daar moet je het zelf allemaal uitzoeken.” Nog meer winkeliers benadrukken het marketingvernuft van de drie. Twee keer per jaar was er een grote modeshow, om de nieuwe zomer- of wintercollectie voor te stellen. Met de jaren groeide die uit tot een belangrijk netwerkevent voor de Vlaamse textielverkopers. Altijd was er ook een extraatje, zoals een voordracht over onlinemarketingstrategie. Heel professioneel. Ook Yvan De Houwer, tot 2017 de uitbater van de kindermateriaalzaak Diana Baby in Mechelen, had er een goed gevoel bij. “Oké, de drie waren wat onervaren in de sector. Maar ze waren gedreven. Toffe mensen ook.”
Verdwenen merken
Maar er klonken ook valse noten. De overgenomen merken Kleertjes, Kiekeboe, Hilde & Co en Van Hassels zijn verdwenen. Merken komen en gaan, maar toch. De anciens van de kinderkledingwinkels omschrijven Kleertjes steevast als een topmerk. “Maar met de verkoop verdween ook de eigenheid van het merk”, vindt Inge Van der Schoot van de voormalige kledingwinkel Maya uit Herentals.
Bij de latere overnames door de drie ingenieurs waren de reacties sceptisch. Vergane glorie, bedrijven op hun retour of al in moeilijkheden. “Hilde & Co was wat blijven stilstaan in de tijd”, vindt Griet Vereecke, voormalig zaakvoerder van de kinderkledingwinkel Bollebuik in Mariakerke. “De voormalige eigenaars waren wat uitgeblust”, oordeelt Annemie Tielens van Trico Kids. “Hilde & Co was voordien eigenlijk heel creatief. Het werkte met de stripfiguren Quick en Flupke. Maar dat was vooral het werk van moeder Hilde Deneve.” Zij overleed vrij jong in 2000, op haar 58ste. Sinds de jaren negentig werkten ook haar kinderen Frederic en Catharina Bossaert in het bedrijf. De balanscijfers tonen een gestage daling van de brutomarge vanaf 2001. Vanaf 2005, het jaar vóór de overname, was het bedrijf verlieslatend.
Catharina Bossaert wijst erop dat Hilde & Co na 2000 werd opgepikt en aangekocht door verschillende buitenlandse verdelers. “Het was dus niet uitgeblust. Wel stonden alle merken in het middensegment onder druk, ook Hilde & Co. Daarom focusten we op een netwerk van eigen winkels. In 2005 hadden we er vijf. Dat verklaart de verliescijfers. Tijdens onze zoektocht naar extra kapitaal kruisten onze wegen met die van de eigenaars van Fred & Ginger. Onze vijf winkels waren de basis voor het uiteindelijke netwerk van de Fred & Ginger-winkels.” Catharina Bossaert bleef tot aan het faillissement aan de slag bij FNG, onder meer als merkenmanager van alle kindercollecties.
Communiefeesten
Na de beursgang, in november 2008, ging het textielbedrijf van de familie Van Hassel uit Zele overstag. Ook dat Oost-Vlaamse familiebedrijf zocht een overnemer, want het maakte al jaren pas op de plaats. Piet Van Hassel werd rond de millenniumwissel nog omschreven als de éminence grise van de Belgische kindermode. Van Hassels was een vrij sterk merk, een specialist in kleding voor communiefeesten. In dat segment waren de drie ingenieurs nog niet actief. Die verdere versterking in het hogere marktsegment leek dus een kans.
Alleen ging de omzet van de nv Van Hassel’s Konfekties vooral achteruit sinds 2002, toen er nog 4,6 miljoen euro omzet was. De opening van twee eigen winkels vanaf 2004 in Aalst en Leuven leidde zelfs tot verliescijfers. Eind november 2008 verkocht de specialist in communiekleding de onderneming aan de drie ingenieurs. “De familie Van Hassel had het heel moeilijk met haar merk. Het was niet onlogisch dat ze verkocht. Van Hassels was eigenlijk vergane glorie”, vindt een voormalige winkelierster in Oost-Vlaanderen. “Het merk was voor de overname super van kwaliteit. Daarna voelde je de kwaliteit dalen.” Ook Annemie Tielens van Trico Kids zag de kwaliteit achteruitgaan. “De ziel was eruit. Bovendien werd de collectie beperkt, om grotere volumes te halen.”
Je mag beslissingen van toen niet beoordelen volgens de huidige normen’ Gino Van Ossel, oud-bestuurder FNG
De laatste familiale gedelegeerd bestuurder, Piet Van Hassel, erkent de stagnatie van de omzet: “Dat kwam vooral door de teloorgang van de veelmerkenwinkels ten voordele van winkels uitgebaat door de merken zelf en grootwinkelbedrijven als Zara en H&M. We reageerden daarop met de opening van twee eigen winkels en we wilden dat aantal geleidelijk uitbreiden tot zes. Dat vergde investeringen, maar daarover was geen eenstemmigheid in de familie. Het merk had een uitstekende reputatie, onder meer door onze communiekleding. Die sterkte was ook een zwakte: geleidelijk raakte het merk geïdentificeerd met de communieniche. Van Hassels ging dus niet als een vergane glorie de gesprekken met Fred & Ginger aan. Maar de neergang volgde inderdaad vrij snel na de overname.”
Gouden tijden
In tegenstelling tot die moeizame groei bij de producenten gewagen diverse winkeliers van een heel goede periode tussen 2005 en 2010. Inge Van der Schoot nam in 2000 de zaak van haar ouders over. In tien jaar ging de omzet maal drie, naar 1,5 miljoen euro. “En dat met één winkel. Ik had toen zeven werknemers.” Sandra Scheers van de familiale onderneming in kindermateriaal De Kinderplaneet in Baal herinnert zich die “gouden tijden”: “Klanten kwamen van heinde en ver naar onze winkel, tot twee keer per jaar. Consumenten kochten een winkelkar vol kleding.”
Ook het prospectus voor de beursgang van Fred & Ginger weerspiegelde die gouden tijden. Het bedrijf beheerde toen vijftien winkels in Vlaanderen en een in het winkelcentrum in Sint-Lambrechts-Woluwe. Naast de andere eigen merken lanceerde ook Fred & Ginger zijn eigen collectie. De merknaam verwees naar Fred Astaire en Ginger Rogers, “het wereldberoemde dansduo dat in de jaren 30 en 40 furore maakte in talloze musicals en films. De tijdloze elegantie die het koppel uitstraalde, is net wat Fred & Ginger aanbiedt in zijn kinderkledingcollecties”, aldus het prospectus.
Volgens het ondernemingsplan in het prospectus zou het aantal Fred & Ginger-winkels in 2010 groeien naar 29. Het waren er uiteindelijk 27 in 2011. De omzet zou tegen 2010 verdubbelen, naar net geen 10 miljoen euro. Of dat effectief gebeurd is, valt niet te achterhalen uit de officieel neergelegde cijfers. Niet alleen werden de boekjaren gewijzigd. Bovendien verschilden de cijfers grondig door bijkomende overnames. Het deed de omzet bijna exploderen ( zie tabel). Maar de balansen rapporteerden geen afzonderlijke cijfers over de Fred & Ginger-winkels. De balans van het verlengde boekjaar van begin 2009 tot eind juli 2010 vermeldde dat “de interne groei door de concepten Fred & Ginger en Van Hassels voor een bijna verdubbeling van de omzet zorgde”. In het boekjaar 2010-2011 boekte Fred & Ginger een organische groei met 30 procent. Zijn die cijfers juist? Het gerechtelijk onderzoek dat de voorbije zomer werd ingeleid, richt zich onder meer op “valsheid in de jaarrekening”. Dat kan vele jaren teruggaan. Trends vroeg aan Dieter Penninckx de afzonderlijke omzet voor Fred & Ginger in die jaren, maar kreeg geen antwoord.
Een West-Vlaamse confectioneur plaatst grote vraagtekens bij de cijfers. “Die uitbreiding in aantallen winkels zal dus wel gebeurd zijn. Maar realistisch is het niet. Het zou me verwonderen dat die groep ooit organisch is gegroeid in die jaren.”
“De periode 2005 tot 2010 was een goede markt. De groei die Fred & Ginger toen vooropstelde, leek me zeker niet overdreven”, nuanceert Catherine Berckmans. In 2009 leidde zij het kinderkledingmerk Pirouette. Berckmans en haar partner hadden het tweedegeneratiefamiliebedrijf uit Putte toen gekocht. “Wij hadden een netwerk van vijftig winkels: tien eigen winkels en veertig winkels met een franchiseformule. Die winkels verkochten bijna uitsluitend het eigen merk. Wij zaten met onze kleding in het middensegment. Fred & Ginger zat in een hoger segment, al was er wel een tijdje een overlapping.”
Volgende week: De ondergang van Van Hassels
Chronologie
2003: overname van Kleertjes
2004: overname van de Kiekeboe-merken
2005: start van de eigen winkelketen Fred & Ginger
2006: overname van Hilde & Co en Nijntje Exclusief
2008: start van de eigen collectie Fred & Ginger
Juli 2008: beursgang van de nv Fred & Ginger op de Vrije Markt. De groep telt zestien winkels en negen kledingmerken in het hogere marktsegment voor kinderen van 0 tot 14 jaar
November 2008: overname Van Hassels
1 miljoen
euro bracht de beursgang van Fred & Ginger in 2008 op.
De raad van bestuur bepaalde de waarde van het bedrijf
De waardebepaling van het bedrijf bij de beursgang gebeurde door de financieel adviseur nv Verbaere, De Clercq & Partners, en meer bepaald door Eric Verbaere. Hij was sinds april 2006 onafhankelijk bestuurder bij Fred & Ginger. De Oost-Vlaming maakte carrière in de financiële wereld en werd later voorzitter van de raad van bestuur van FNG.
Een andere bestuurder van Fred & Ginger, Gino Van Ossel, mocht in 2008 de merknamen waarderen. Die stonden in het prospectus voor 58 procent van het balanstotaal van 2007. De marketing- en winkelexpert van Vlerick Leuven Gent Management School was onafhankelijk bestuurder geworden in mei 2007 en bleef dat tot het einde.
Trends vroeg aan Dieter Penninckx waarom de waardering door de eigen bestuurders werd gemaakt, maar kreeg geen antwoord. Gino Van Ossel reageerde wel: “In die tijd werd, zeker in kmo’s, veel minder belang gehecht aan deugdelijk bestuur, laat staan dat er wettelijke verplichtingen waren. Zelfs bij een notering op de Vrije Markt was de code inzake deugdelijk bestuur niet van toepassing. Je mag de beslissingen van toen dus niet beoordelen volgens de huidige normen. Ik was in die periode een klankbord en een adviseur van de oprichters. Het was in die zin logisch dat de vraag naar de merkwaardering bij mij terechtkwam, zeker ook omdat de financiële middelen heel beperkt waren en externe partijen daar veel meer voor zouden aanrekenen. Ik heb het even nagekeken: voor die analyse en rapportering is 1200 euro in rekening gebracht. Die merkwaardering werd bovendien gecontroleerd door de revisoren. De gebruikte methode werd nadien nooit gecontesteerd en is onveranderd gebleven.”
De eerste euromiljoentjes voor Penninckx en Co
De beursgang in de zomer van 2008 waardeerde Fred & Ginger op 8,1 miljoen euro. De 7,8 euro per aandeel betekende 54 keer de nettowinst van 2007. Die pittige waardering schrikte de beleggers niet af, want alle 128.205 nieuwe aandelen werden geplaatst. Samen met nog aandelen voor het eigen personeel werd ruim 1 miljoen euro vers geld opgehaald.
De beursgang leverde de drie ingenieurs ook de eerste euromiljoenen aan beurswaarde op. Dieter Penninckx, Anja Maes en Manu Bracke hadden de voorbije jaren met kapitaalverhogingen en converteerbare obligaties 893.811 euro in de nv Fred & Ginger geïnjecteerd. Bovendien was op de uitgiftepremie van het filiaal nv M.A.D. Collections een bedrag van 2,3 miljoen euro verschenen, waarvan bijna 91 procent van het trio.
Door de beursgang werd dat belang 4,61 miljoen euro waard. Bovendien hadden ze nog recht op de uitoefening van warrants. Per warrant vergaarde het trio vijftig nieuwe aandelen. De eerste uitoefening gebeurde op 28 april 2011 tegen een kostprijs van 5 euro per aandeel, toen het aandeel flirtte met een koers van 80 euro. In ruil kregen de drie ingenieurs 55.050 nieuwe aandelen. Op 8 november 2013 werd een tweede reeks warrants uitgeoefend, tegen 5,45 euro per aandeel. De drie ingenieurs kregen zo 75.000 nieuwe aandelen. Toen bedroeg de koers van het aandeel zo’n 30 euro. Er was weliswaar erg weinig handel in de aandelen van FNG Group, zoals het bedrijf heette sinds juni 2010.
Dieter Penninck reageert
Trends legde aan Dieter Penninckx maandag 23 november om 18 uur enkele vragen voor aangaande deze tekst. We vroegen antwoorden uiterlijk woensdagmiddag 25 november om 13 uur. Maandag 30 november kregen we een telefoon. Dieter Penninckx kon zich geen details herinneren, aangezien het zaken betreft die van meer dan tien jaar geleden dateren. Hij vroeg of we hem het prospectus konden overmaken, dat niet in zijn bezit was. Dinsdagavond 1 december, na het afsluiten van onze gedrukte versie van Trends van 3 december, kregen we enkele antwoorden.
TRENDS. Volgens het prospectus zou het aantal Fred & Ginger winkels groeien naar 29 tot einde 2010. Er werd een gemiddelde omzetgroei van 42% per jaar verwacht, van 2008 tot 2010 (dus enkel Fred & Ginger, los van eventuele overnames). Dus zowel groei via de eigen winkels, als via de groothandel. Werden deze cijfers effectief behaald? Het is niet duidelijk uit de balansen van NV Fred & Ginger.
DIETER PENNINCKX. “Uit uw vraagstelling blijkt af te leiden dat u betwijfelt of deze vermeldingen wel realistisch waren. Het prospectus vermeldt het volgende. Fred & Ginger wil haar succes verder uitbouwen en haar marktpositie versterken door de opening van een 15-tal bijkomende verkooppunten in België en near-België met de opportuniteit later door te groeien in Europa. Het succes van Fred & Ginger wordt gedreven door het uniek productaanbod in het groeiend hogere marktsegment en door het lokaal resultaat van elk verkooppunt. Ervaring leert dat elk nieuw verkooppunt op minder dan 2 seizoenen rendabel is en bijgevolg zeer snel bijdraagt tot het operationeel resultaat. De bestaande winkels kennen sinds de start van het concept een gemiddelde like-for-like (of interne) groei van meer dan 15%. De voorbije 2 seizoenen (zomer 2007 en winter 2007) bedroeg de like-for-like groei zelfs 25,7%. Bij het (verplichte) hoofdstuk Risicofactoren wordt de belegger geïnformeerd over specifieke risico’s. Dit gebeurt in elk prospectus. F&G legt specifiek uit dat er zowel financiële als operationele risico’s zijn voor een groeibedrijf. Zo is de belegger geïnformeerd. Kort gezegd: resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Begin 2009 (volop in de financiële crisis die startte in september 2008) besloot F&G breder in te zetten om de nodige schaalvergroting te verkrijgen. Dus inderdaad het bedrijf was van plan om ook te groeien via overnames. In 2009 werd aan FNG het merk CKS aangeboden. CKS werd overgenomen (omzet 30 miljoen euro), meer dan drie maal de omzet van de andere merken samen. Die was minder dan 10 miljoen. De vraag stelt zich hoeveel bedrijven interne groei hebben gerealiseerd in het crisisjaar 2008 en de daaropvolgende jaren”?
De waardebepaling van de vennootschap gebeurde door Verbaere, De Clercq & Partners. Waarom liet NV Fred & Ginger de waardebepaling doen door Eric Verbaere, tevens onafhankelijk bestuurder bij de NV?
PENNINCKX. “Alle procedures zijn gevolgd, zoals ten tijde wettelijk verplicht was. De auditor heeft de cijfers goedgekeurd en FSMA heeft het prospectus goedgekeurd. De adviesverlening gebeurde niet door Eric Verbaere zelf maar door Koenraad Vanderelst. Hij is een ervaren man in IPO’s. Juridisch werden we bijgestaan door het kantoor Liedekerke. Dit prospectus werd goedgekeurd door de toenmalige CBFA zoals gebruikelijk na een wekenlange intensieve samenwerking. Ook de auditor (toen een top 10 kantoor in België) keurde de cijfers goed”.
Voor de verantwoording van de waardering van de merken werd een waarderingsverslag gevraagd aan de onderneming Inside-Out, een marketingadviesbureau met als managing partner Gino Van Ossel. Waarom liet NV Fred & Ginger de waardebepaling doen door Gino Van Ossel, tevens onafhankelijk bestuurder bij de NV?
PENNINCKX. “Gino Van Ossel heeft gedurende lange tijd bijna pro bono diensten verleend. Hij heeft de waarderingsmethodiek aangebracht als professor. De budgetten “an sich” waren de basis om deze waarderingsmethode toe te passen. De methodiek is een algemeen bekende theorie om merken te waarderen”.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier