De mentaliteit van jonge werknemers roept weerstand op in crisistijd
De crisis hertekent de zoektocht naar personeel. Het opbod om jong talent te lokken met forse lonen, gulle bonussen en een hippe bedrijfswagen is voorbij. Werkgevers vinden nu zelfs dat die twintigers toch wel erg veel noten op hun zang hebben.
De manager begrijpt zijn jonge werknemer niet, luidt de alarmerende conclusie van een recent onderzoek door uitzendbedrijf Tempo-Team, dat werd uitgevoerd bij 200 werkgevers en 750 werknemers. Jonge werknemers bestempelen zichzelf als werklustig, leergierig, zelfstandig, en als flexibele teamspelers. Werkgevers daarentegen vinden dat de twintigers onder hun personeel vooral gericht zijn op hun eigen kortetermijnambities, en veel nood hebben aan begeleiding. Allemaal een kwestie van perceptie, vindt professor Ans De Vos van de Vlerick Leuven Gent Management School. “Oudere generaties vinden dat professioneel engagement gelijk staat met veel uren kloppen, ja zeggen op elke opdracht die je wordt voorgeschoteld, voltijds werken, naar het buitenland gaan als dat moet. Jongeren staan daar veel kritischer tegenover, maar vinden wel degelijk dat ze hard werken. Alleen gebeurt dat niet noodzakelijk op kantoor. Jonge werknemers vragen zich – terecht – af of het wel efficiënt is om elke dag drie uur te verliezen in de steeds langer wordende files.”
Nieuwe mentaliteit
Werkgevers zullen zich dus moeten aanpassen aan die nieuwe mentaliteit. Vooral bij de grootste rekruteerders dringt dat besef door. Colruyt, Securitas, Deloitte, DEME en Defensie: allemaal zoeken ze (veel) jonge mensen om de troepen te versterken. En ja, dat vergt een zekere tegemoetkoming, beamen de toplui van de vijf organisaties. De jeugd van tegenwoordig is misschien geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, maar praten werkt. Alain Bernard, CEO van het baggerbedrijf DEME: “Jongeren vragen een goede balans tussen werk en privé. Het is niet voor niks dat DEME de werksystemen aan boord van de baggerschepen in het buitenland heeft aangepast. Nu is het zes weken werken, en daarna zes weken thuis. Een mooi systeem. Misschien té mooi. Vroeger was dat ondenkbaar. Toen was het: vier maanden in het buitenland, en één maand thuis.”
Verwennerij versus de crisis
Werkgevers die zich aanpassen aan de verzuchtingen van hun jonge werknemers: het werd vooral een must in de jaren van hoogconjunctuur die aan de crisis voorafgingen. Er woedde een hevige war for talent, en sommige bedrijven gingen erg ver om de beste talenten voor hun kar te spannen. Bij Deloitte bijvoorbeeld krijgen starters sinds 2008 een Mini als bedrijfswagen. Belgisch topman Rik Vanpeteghem beschouwt de maatregel als een slimme zet: “In de consultancysector heerst een enorm tekort aan talent. Zelfs de crisis heeft daar weinig aan veranderd. Het aantal werklozen is misschien gestegen, maar bij ons is de instroom aan sollicitanten in elk geval niet groter geworden. Zelfs in onzekere tijden vertrekt nog altijd 12 procent van onze werknemers vrijwillig naar een andere werkgever. Er is dus geen sprake van om de Mini’s af te schaffen, wat je misschien zou verwachten in tijden van crisis. De Mini’s zijn bovendien een reflectie van ons imago: jong, dynamisch, en kwalitatief sterk. Deloitte onderscheidt er zich mee als aantrekkelijke werkgever. We zoeken hooggekwalificeerde mensen, en daar moet een interessant beloningspakket tegenover staan. Ook de talentmarkt is nu eenmaal een markt. Het is de wet van vraag en aanbod die speelt. Consultants kunnen moeilijk onder elkaar afspreken om voortaan minder te betalen aan jonge medewerkers, als er een grote schaarste is aan nieuw talent.”
Te veel verwend?
Hebben bedrijven de jeugd te veel verwend, de voorbije jaren? En keren ze nu op hun stappen terug? Feit is dat veel werkgevers het aantal sollicitanten ziet stijgen, dus ze staan sterk in hun schoenen. DEME bijvoorbeeld beseft dat “het mooie systeem” voor medewerkers aan boord van de baggerschepen in het buitenland het bedrijf wel erg veel begint te kosten, aan vliegtickets alleen al. En is het duurzaam? Het is moeilijk om op die manier te blijven concurreren tegen de Chinezen, moet topman Alain Bernard toegeven. En Rik Vanpeteghem mag dan wel niet van plan zijn om de Mini’s af te voeren, maar hij acht het niet onmogelijk dat de talentmarkt zichzelf corrigeert, naarmate de arbeidsmarkt op een meer internationale leest geschoeid wordt. Deloitte bekijkt trouwens de mogelijkheid om bepaalde functies naar het buitenland te verplaatsen, wegens goedkoper. Het woord verwennerij valt net niet. Toch valt het op dat nogal wat jongeren een appartement cadeau krijgen van hun ouders. Anderen kunnen dan weer nog altijd terecht in Hotel Mama. Hun ‘verschrikkelijke’ werkgever verlaten zonder uitzicht op een alternatief? Geen probleem.
Cynisme
Het toppunt van cynisme, zoiets. Het valt af te wachten of de crisis – en de nieuwe internationale realiteit – die trend zal versterken, dan wel zal afzwakken. Alain Bernard van DEME maakt zich druk als hij de kwestie krijgt voorgeschoteld: “De Chinezen zijn inderdaad al lang niet meer met kleine autootjes en legoblokjes bezig. Maar dat wil toch niet zeggen dat wij bij de pakken moeten blijven zitten, verdorie! Dan zijn we verloren. De Belgische jongeren moeten dringend beseffen dat ze over belangrijke troeven beschikken, in vergelijking met andere nationaliteiten. Hoe wij dingen in elkaar kunnen boksen, met onze plantrekkersmentaliteit. Zet tien Belgische jongeren op een project, en ze brengen het gegarandeerd tot een goed einde. Doe hetzelfde met tien Chinezen, en je zult ze nogal zien knoeien. Belgen zijn creatief, dus het is totaal verkeerd om ons op onszelf terug te plooien. Het wordt dringend tijd dat onze jonge werknemers – en studenten – massaal de wijde wereld intrekken. Gedaan met de kerktorenmentaliteit!”
C.D.C.
Het volledige dossier leest u deze week in Trends
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier