Wolfgang Riepl
‘De keuze van een nieuwe wagen is vooral ingewikkeld’
De allesoverheersende bezorgdheid over lagere uitstootnormen creëert voorlopig vooral verwarring, zegt Trends-redacteur Wolfgang Riepl.
Autorijden stond ooit voor rijplezier. Elegante modellen, mooie interieurs, modieuze dashboards, glimmende koetswerken, ronkende motoren. De auto was een statussymbool voor een bepaald soort consumentengarde. Niets daarvan lijkt nu nog belangrijk. De vraag die het meest klinkt op deze editie van het Autosalon is bijzonder onderkoeld: ‘Welk type aandrijfsysteem past het best bij u?’ Elektrisch, hybride of plug-in hybride? Brandstofcellen (waterstof), benzine, of toch nog diesel?
Een wervende verkoopboodschap klinkt anders. En de keuze is vooral ingewikkeld. Techneuten raken er al niet helemaal wijs uit, laat staan de doorsneeconsument. De verkoopploegen van de autoproducenten zijn gepokt en gemazeld in het wegwijs maken van de consument in het oerwoud aan aandrijfsystemen, met de bijbehorende fiscale finesses.
De keuze van een nieuwe wagen is vooral ingewikkeld.
De autoproducenten hebben zelf ook schuld aan die evolutie. Het gesjoemel met de uitstootnormen bij Volkswagen deed de groep in 2015 op haar grondvesten daveren. Maar zie: de autobouwer is nog altijd de marktleider. Deels als gevolg daarvan drukte de Europese Commissie op het gaspedaal met strengere uitstootnormen. Die veranderende regelgeving maakt de zaken dubbel zo moeilijk voor de consument. Kan hij de autoproducent wel vertrouwen, die zelf reusachtige boetes riskeert met te hoge uitstootnormen?
Tegelijk maakt de overheid het moeilijk. Mag de consument met zijn nieuwe wagen over vijf jaar nog wel rijden? De allesoverheersende bezorgdheid over lagere uitstootnormen creëert voorlopig vooral verwarring. Dat vergroot paradoxaal genoeg de kans dat de consument wordt gemanipuleerd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier