Club Brugge is het meest waard

© Trends Business Information

Met Antwerp-Anderlecht wordt deze vrijdag 28 juli het startschot gegeven voor het nieuwe voetbalseizoen. Vooraf worden vooral Anderlecht en AA Gent getipt als titelfavorieten. Toch moeten ze economisch de duimen leggen voor Club Brugge.

De West-Vlaamse club verdringt niet alleen Anderlecht van de toppositie in de lijst van omzetkampioenen, maar is volgens berekeningen van het bedrijfsinformatiebureau Trends Business Information ook het meest waard: 53,6 miljoen euro. Het gaat daarmee Genk (39,6 miljoen) en Anderlecht (32,8 miljoen) vooraf. Doordat Club Brugge een veel hogere cashflow heeft dan Anderlecht, is ook de waardering hoger. In het geval van Genk speelt het feit dat het eigen vermogen van de Limburgers hoger is dan dat van Anderlecht.

Voor de duidelijkheid: dat wil niet per se zeggen dit de bedragen zouden zijn die een potentiële koper op tafel zou leggen. Een voetbalclub is uiteindelijk waard wat de zot ervoor geeft. Trends Business Information berekende de waarde van de voetbalclubs alsof het ‘normale’ bedrijven zouden zijn, op basis van het eigen vermogen en een actualisatie over drie jaar van de cashflow. Latente meer- of minwaarden (bv. spelers die aan waarde winnen of verliezen) zijn echter niet gekend, en kunnen dus ook niet in de berekening worden opgenomen.

Opvallend is dat geen enkele ploeg op regelmatige basis dividenden uitkeert, wat wijst op een gebrek aan rendabiliteit, stelt Pascal Flisch verantwoordelijke research & business development bij bedrijfsinformatiebureau Trends Business Information. Al merkt sporteconoom Trudo Dejonghe op dat “het streefdoel van een voetbalclub is om sportieve successen te boeken, niet om bedrijfseconomische winst te maken.”

Toch zegt de waarderingsoefening ook iets over het economisch reilen en zeilen bij de voetbalclubs. Dertien van de vierentwintig profclubs hebben een negatieve waarde, wat eigenlijk betekent dat een overnemer, mits hij de schulden delgt, de club gratis zou moeten krijgen. Eupen, Lierse en Oostende, niet toevallig ploegen die afhankelijk zijn van een buitenlandse investeerder (Aspire Academy bij Eupen, Maged Samy van Wadi Degla bij Lierse) of een maecenas (Marc Coucke bij Oostende), spannen daarbij de negatieve kroon van meer dan 20 miljoen euro onder nul.

Lees het volledige dossier met cijfers en tabellen: ‘Belgisch profvoetbal doorgelicht

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content