De Japanse bedrijven Panasonic en Canon zetten hun productie in China tijdelijk stop na gewelddadig anti-Japans protest.
Electronicamaker Panasonic sluit drie vestigingen in China. Ook Canon legt de productie in drie of vier Chinese vestigingen stil na gewelddadig anti-Japans protest. Andere Japanse bedrijven, zoals Hitachi, waarschuwen hun personeel niet alleen op stap te gaan.
Toyota zet de productie in China tot nader order voort, hoewel er afgelopen weekend bij een Chinese Toyota-dealer wagens in brand werden gestoken. Ook Japanse supermarkten en restaurants werden aangevallen.
Het Chinees protest is gericht tegen de aankoop door Japan van een aantal onbewoonde eilanden in de Oost-Chinese zee – Diaoyu in het Chinees en Senkaku in het Japans – waar beide landen aanspraak op maken. De eilanden zijn niet bewoond, maar wel rijk aan grondstoffen.
China is voor Japan de belangrijkste handelspartner, terwijl Japan voor China de derde belangrijkste is. Als de onrust rond de eilandengroep aanhoudt, kan de handelsrelatie tussen beide Aziatische tijgers ernstig worden aangetast. Op dit moment kampt China met een groeivertraging. De VS hebben als grootste economie ter wereld beide landen opgeroepen de rust te bewaren.
Maandag trok een vloot van Chinese vissersboten richting de omstreden eilandengroep in de Oost-Chinese Zee. (Bloomberg/BO)
